BESPREKING
VAN HET BOEK “OPMARS NAAR ROTTERDAM”
Leen Moelker
In 1982 verscheen het boek Opmars naar Rotterdam. Het was in een tijd waarin vraagtekens
werden gezet bij wat en wie ‘goed’ was in de Tweede Wereldoorlog of wat en wie
er ‘fout’ kon zijn geweest. De heer J. C. H. Blom directeur van het
Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, verlegde het perspectief in de
geschiedschrijving naar het morele vertrekpunt in plaats van die van
‘onderdrukking en verzet.’ Zijn geruchtmakende oratie In de ban van goed of fout (1983) deed veel stof opwaaien.
Het
boek van Bongers is nog geschreven vanuit de gedachtelijn dat Nederland werd
aangevallen en zich heldhaftig daartegen verzette.
1 Algemeen oordeel
Opmars naar
Rotterdam
biedt een interessante beschrijving van de militaire verrichtingen rondom
Rotterdam en Dordrecht in de eerste dagen van de Tweede Wereldoorlog
1940-1945.De auteur heeft zich goed gedocumenteerd zodat bepaalde
gebeurtenissen worden verslagen zowel vanuit het gezichtspunt van de aanvaller
als de verdediger.
2 Vertelsituatie
Er
is een algemene verteller die verslag doet van gebeurtenissen die opgetekend
staan in archieven en secundaire literatuur en orale overlevering. Het is een
feitenrelaas met een zekere claim op de waarheidsgetrouwe weergave van de
werkelijkheid. Hier en daar belicht de verteller de gebeurtenissen met een
suggestieve vooringenomenheid, wat blijkt uit de plaats die geruchten over de
familie Mussert in het boek heeft gekregen.
Er
is rijkelijk geput uit ooggetuigenverslagen waarvan vele in de tekst zijn
opgenomen.
3. Perspectief
Het
perspectief van waaruit de vertelling plaatsvindt berust bij individuele
actoren die in de werkelijkheid hebben deelgenomen aan de strijd. Dus dat betreft
zowel Nederlandse als Duitse militairen. Het is jammer dat een weidser perspectief
ontbreekt: daardoor zouden we meer hebben kunnen begrijpen van het waarom van
de beslissingen die hogerhand (Generaal Winkelman, Van Andel) heeft genomen.
4 Verhaalstructuur
De
geschiedenis wordt chronologisch verteld. Door de gedurige aaneenschakeling van
archiefbevindingen wisselt de tijd en ruimte soms midden in een hoofdstuk. Maar
de hoofdindeling is helder: dag 1 (10 mei), dag 2 (11mei) en dag 3 (12 mei).
5 Tijd en Ruimte
De
vertelde geschiedenis beslaat drie dagen zoals hiervoor beschreven in mei 1940
toen de Duitsers Nederland binnenvielen. Hoofd decor van de strijd is de
omgeving van Rotterdam en het Eiland van Dordrecht. Maar ook Nederlandse
verdedigingslinies in 1940 worden in de inleiding schetsmatig genoemd. Ook
België maakte daarvan deel uit.
6 Uitvoering en
Lay out
·
Het
boek is gezet in een prettig leesbare lettersoort
·
De
begrippenlijst met vertalingen van militaire functies heeft weinig zin (302)
·
De
negen kaarten achterin zijn onmisbaar voor een goed begrip. De cijfers uit de
legenda zouden duidelijker zichtbaar kunnen zijn
·
Organisatieschema’s
aangevuld met een begrippenlijst met militaire termen zouden een verrijking van
het boek kunnen betekenen. Begrippen als regiment, eskadron, sectie,
bruggenhoofd, karabijn bijvoorbeeld worden zo vaak gebruikt dat lezers de
essentie ervan kan ontgaan als die termen niet direct in noten of een bijlage
worden toegelicht.
·
Het
boek bevat enkele waardevolle foto’s van het slagveld en de actoren daarop. Dat
zouden er zelfs meer mogen zijn
7 Stijl
Het
boek is in de jaren tachtig geschreven en daarvan getuigen stijlkenmerken als de lijdende vorm en een zekere wijdlopigheid met daarnaast ook veel vakjargon. Flash forwards brengen wel spanning aan.
7 Enkele conclusies
-
De status van het Nederlandse leger was door bezuinigingen zwaar onder de maat.
Hoe erg dat was blijkt uit de informatie waarin gemeld wordt dat lokale
overheden of particulieren gemaand werden hun beveiliging tegen invallers maar
zelf te betalen
-
Nederland had 15 vliegtuigen waarvan er enkele hebben meegeholpen vliegveld
Waalhaven te bombarderen. Niet alleen de Duitsers hebben dus Rotterdam
platgegooid
-
De communicatiesystemen waren beneden alle peil. Generaal Winkelman kon ons
leger niet coördineren
-
De Franse hulp blijkt ook hier (evenals in Zeeland) een farce. Verouderd
strategisch denken, angst voor de vijand, slechte communicatie en dergelijke
kenmerken de moraal en capaciteiten van onze Franse ‘vrienden’
-
Aan Nederlandse zijde blijkt naast collaboratie ook echt heldendom te hebben bestaan.
-
Mede door de ooggetuigenverslagen kan dit boek niet als een volstrekt objectief
verslag van de gebeurtenissen worden gezien.
8 Slot
Opmars naar
Rotterdam
geeft de lezers een beeld van wat er in de meidagen van 1940 in Nederland aan
het militaire front in Rotterdam en Dordrecht afspeelde. Luitenant kolonel
Bongers heeft erin als auteur nauwgezet melding gemaakt van welke onderdelen
waar en hoe strijd leverde tegen de Duitsers. Die nauwgezetheid is tevens een
zwakte van het boek want daardoor ontbreekt de meer overzicht bevattende
strategische opzet van de hogere legerleiding.
Maar
voor wie de operaties op soldaatniveau wenst te volgen is het zelfs een spannend
boek.