¢RECENSIE
VEEL GEWELD EN
WEINIG MEDEDOGEN IN DE TOLK VAN JAVA
Leen Moelker
Titel: De Tolk van Java;
Auteur: Alfred
Birnley;
Jaar: 2016;
Uitgever: De Geus, Amsterdam;
ISBN
Prijs: 19,95;
CPBN: week 34:
Aantal bladzijden:
Prijs: Libris Literatuurprijs 2017;
Prijs:
Thema: Zoon probeert gewelddadige Chinees-Indische vader
te begrijpen;
Beoordeeld: 20 juli 2017;
|
Wat
speelde zich af in het leven van een Chinees-Javaanse familie tijdens de
Politionele acties in 1947-1949 in Indonesië?
1 Korte inhoud
Centraal
in het verhaal staat Sie Arend Nolan(d). Hij werd geboren op 28 september 1925
in Soerabaja uit een Indo-Europese vader Willem Nolan en de Chinese Sie Swan
Nio met wie Willem een buitenechtelijke relatie had. Hij overleed op 28 september 2005.
Arend
groeide op met slaag en ransel die hij kreeg van zijn buitengewoon strenge
vader en van zijn broers Jacob en Karel en zelfs van zijn zussen Ella en Ina
(93).
Arend werd
in Indië Arto (geld) genoemd en opgevoed door zijn Chinese moeder Sie Swan Nio.
Na de soevereiniteitsoverdracht van Nederlands-Indië aan Indonesië in 1949,
vestigde Arend zich in Den Haag. Hij trouwde met de Helmondse
schoenmakersdochter Johanna Henrica (Annie) van Kerkoerle. Zij kregen vijf
kinderen, de ik-verteller Alan en zijn tweelingbroer Phil, Arti en de zussen
Nana en Mil. Arto ontpopte zich als een gewelddadige, trouweloze echtgenoot en
vader. De kinderen werden later uit huis geplaatst en de ouders leefden
gescheiden voort. Dat is ongeveer de inhoud van de eerste drie delen. Deel IV
is de uitwerking van een door Arto opgeschreven relaas rondom de beide
Politionele acties in Nederlands Indië. Vervolg en einde ervan vinden we in
deel V.
2
Bespreking
De
tolk van Java
(50000 ex. verkocht) is de apotheose in het oeuvre van de auteur Alfred Birney.
Van zijn vijftien andere boeken gaan er veel over details uit het leven van
zijn getraumatiseerde vader tegen de achtergrond van de verloren strijd in
Indonesië. In de media beweert Birney dat hij nu wel klaar is met dit onderwerp.[1]
Het concept van het boek doet
denken aan boeken als van Stefan Hertmans (Oorlog
en Terpentijn) en Hans Goedkoop (De
Laatste man). Daarin gaat het immers ook om het door elkaar gebruiken van
fictie en werkelijkheid (faction). Het zijn verhalen rondom een gevonden of
verkregen (ego)document, in de genoemde gevallen over of van een vader of opa.
De auteurs zoeken dan via aanvullende interviews, archiefmateriaal en locatie
onderzoek het verhaal zo compleet mogelijk te maken.
Birney heeft zijn vader in het
boek een fictieve naam gegeven omdat hij hem wilde beschrijven als een
romanfiguur. Want onder de echte naam zou de geschiedenis teveel nare
herinneringen oproepen, wat het desondanks toch al doet. Het thema ‘herinneren’
is op een bepaalde manier in alle boeken van Birney terug te vinden. Hij noemt
zichzelf een dubbeltalent omdat hij zowel schrijven kan als gitaarspelen. Dat
laatste zat er niet meer in nadat hij bij een trainingsronde in gevechtskunst,
zijn linker ringvinger had gebroken. Als schrijver heeft hij zich toegelegd op
de korte scene met een dramatische inhoud. Die onderdelen schrijft hij spontaan
zonder al te veel denkwerk vooraf. Hij noemt zich immers een
‘verhalenverteller’ en daar past een zekere improvisatie bij. In De tolk van Java vertelt hij soms
letterlijk over zijn eigen geschiedenis en die van het gezin, waarbij hij zijn
vader of moeder als in een gesprek aanroept.
Oordeel over het boek
Ik vind het boek gemakkelijk om
te lezen maar niet om te begrijpen. Waarom zou een vader zijn kinderen, zijn
vrouw en zelfs zichzelf zo veel pijn doen, is een steeds terugkerende vraag.
Een definitief antwoord wordt niet gegeven. Wie verklaringen zoekt komt uit bij
posttraumatische stress stoornis, of bij de gewelddadige opvoedingsstijl
waarmee Arto als kind werd geconfronteerd. Maar ook Alan heeft duidelijk een
vijandige houding ontwikkeld tegenover de buitenwereld. Kon vader Arto nog door
de rituelen rondom zijn doop zijn geroerd, bij zoon Alan – ook als volwassene
gedoopt – heerst tijdens de plechtigheid walging en weerzin tegen de aanwezige
kerkmensen ’met hun uitgestreken smoelen.’ Ook het beeld van een tamelijk
hardvochtige moeder die haar kinderen verwaarloost, is moeilijk te aanvaarden.
Nu zegt de auteur in het VK interview, dat hij zijn moeder ook als model heeft
neergezet voor de gemiddelde Nederlander. Immers Annie wist over Indië ook na
jaren nog steeds niets te vertellen. De koloniën bestonden nauwelijks voor de
doorsnee Nederlander. Indië was ver weg.
Alle hoofdstukken hebben een titel die
verwijst naar de inhoud waardoor bepaalde episodes eenvoudig te lokaliseren
zijn. Aan de andere kant doorbreken die korte scenes wel de chronologie omdat
ze vanuit een wisselend perspectief zijn geschreven. Echter de benoemde delen I
t/m V geven dan weer houvast in de tijd en ruimte bij de structurering van de
gehele geschiedenis.
De
titel van drie delen (Spekkoek) leek mij te verwijzen – een spekkoek heeft vele
laagjes gebak – naar de meerduidigheid van de tekst en de betekenis. Bij nader
inzien vinden we het antwoord op bladzijde 19 waar verwezen wordt naar I Tjing
of het Boek der Veranderingen. De auteur loopt er mee rond tijdens de
opname voor het programma Een Vandaag.
En wie ‘spekkoek’ intoetst op I Tjing op Internet
komt bij hexagram 29 terecht en verneemt een advies ‘dat de leerling alleen
door herhaling de stof opneemt.’
Zo zal het zijn geweest bij de
auteur die zelf ook een traumatische jeugd heeft gehad. In zijn boek geeft hij
stem aan zijn ongeloof over een schokkend teveel aan ouderlijke onmacht en
gebrek aan liefdevolle bejegening. In zijn werk dragen motieven als onbegrip
(voor het geweld in het gezin) en verdriet (over een verloren jeugd) het
verhaal. Aan Arjen Peters van de Volkskrant
vertelt hij dan ook, wel eens slapeloze nachten te hebben gehad omdat dit
schrijven vervelende herinneringen bij hem opriep.
Dus de titel “Spekkoek” verwijst
naar de herhaling van het motief (vader-zoon relatie), wat volgens I Tjing bij
de auteur zal leiden tot een afsluitende catharsis.
Birney is inderdaad een
verhalenverteller. Een verhaal mag niet te lang duren en dus zijn de
hoofdstukken kort gehouden, ieder met een eigen dramatiek. Het taalgebruik is
nergens moeilijk.
De gebezigde spreekstijl heeft
voor mij wel soms een veel te ruwe en onnodig kwetsende vorm. Het getier kan ik
nog wel plaatsen, het te vaak hartgrondig vloeken niet. Ik weet het. Iemand die
verloederd is, lichamelijk geweld en trouweloosheid ziet als passend, die kan
zich niet – in woord en daad – beheersen. In dat opzicht is de auteur er goed
in geslaagd die woedende sfeer over te brengen.
De auteur Alfred Birney heeft met
zijn boek De tolk van Java een
bijdrage willen leveren aan het debat over de koloniale geschiedenis.
Onverbloemd en eerlijk over de collaboratie van zijn tantes en de inhaligheid
van zijn ooms, vertelt Birney via zijn vaders memoires over het leven in de
Oost. Over hoe de blanke mens zich superieur voelde en de kleurling, zoals zijn
vader, zich te nederig opstelde. Hoe zijn vader Koningin Wilhelmina als een
halfgod vereerde, maar zijn eigen landgenoten doodmartelde.
Ik heb vier beeldinterviews met
Birney bekeken en daar werd ik niet veel wijzer van. Wat gaat u doen met die
50000 euro? Probeert u eigenlijk uw vader beter te begrijpen? Birney geeft daar
ontwijkende antwoorden op, bescheiden mens als hij is. Birney: “waarom heeft
niemand het over de mooie verhalen die er óók in staan?” Terecht klaagt Birney erin dat bij de receptie
van het boek de aandacht te veel uitgaat naar de gewelddadige vader. Maar is
hij daar niet ook zelf de schuld van, door zijn vader zo indringend harteloos
te portretteren! Niettemin denkt Birney
dat als zijn vader nog zou leven hij trots op hem zou zijn.
Zou deze
‘autobiofictieve’ roman ook op het tweede niveau van representatie iets te
zeggen kunnen hebben? Op het eerste niveau is het een vlot geschreven,
chronologisch geordend levensverhaal vol ironie. Het ooggetuigenverslag
voortkomend uit eigen ervaring en memoires is natuurlijk subjectief van
karakter. Zoekend naar een betekenislaag daar boven, kunnen we het boek via bepaalde stereotype personages
misschien ook zien als commentaar op de politieke orde van toen. Moeder Annie
bijvoorbeeld staat daarin voor de gemiddelde Nederlander uit de jaren vijftig,
die Nederlands-Indië doodzwijgt uit onwetendheid of rancune. Arto zou de
commentaarstem kunnen zijn op de behandeling en bejegening van Indische
repatrianten als de Molukkers in de Nederlandse samenleving. Alan, de algemene
verteller, is gelet op de vele verwijzingen daarnaar (zie o.a. bladz.69) te
verbinden met die stereotypische mentaliteit die Indische Nederlanders
kenmerkte, bescheidenheid, grote gevoeligheid voor mystiek en een zekere mate
aan minderwaardigheidsgevoel.
3 Enkele Analyse elementen
·
Vertelsituatie
en Perspectief
In het
boek zijn afwisselend de algemene (ik)verteller Alan, Arto als ik-verteller en Annie,
de moeder van het gezin als ik-verteller aan het woord.
Anders dan Hertmans in Oorlog en Terpentijn over zijn opa, vertelt
de auteur in de ik-vorm de persoonlijke belevenissen van zijn vader na, op
basis van diens memoires. Dat leest prettig en omdat het toch een roman is
hoeven we ons niet te bekommeren om de waarheid. Alan, als algemene verteller,
geeft zelf in cursief schrift regelmatig commentaar op wat zijn vader beweert.
·
Tijd
en Ruimte
De
belangrijkste plaatsen van handeling zijn in Nederland de steden Helmond en Den
Haag/ Voorschoten. In Indonesië draait het vooral om het gebied rond Soerabaja en
Oost-Javaanse plaatsen als Djember, Bondowoso en het terrein bij de vulkanen
Goenoeng Bromo en de Goenoeng Semeroe.
Het
verhaal omspant twee generaties en beslaat een tijd van circa 1925 tot 2005.
Een
tweede aspect is de Psychologische Ruimte. De personages leven vaak in onmin
met elkaar. Vooral moeder Annie en zoon Alan zijn strak gericht op wat hun
persoonlijk is aangedaan. Alan leeft als uitvoerend muzikant in de avond en
nacht en is gebiologeerd door de vraag waarom zijn gewelddadige vader zo harteloos
is geweest. Arto is als kind mishandeld en behandeld als een tweederangs mens.
Als tolk/ondervrager imiteert hij dat gedrag en leerde hij het effect van
martelen. Daardoor ontwikkelde bij hem zich de haat, het wraakgevoel, allerlei
angstige dwanggedachten zoals de macht over de Ander kunnen uitoefenen en
lijfelijke straffen willen uitdelen. In deze toestand met een verengd
bewustzijn voedde hij ook zijn gezin op.
·
Titelverklaring
De titel
verwijst naar de rol die Arto speelde tijdens de Politionele Acties waarbij hij
optrad als tolk vertaler voor het Nederlandse leger. Hij had een uitgebreide
talenkennis. De dolk op het schutblad is een verwijzing naar de mariniersdolk
die Arto ooit had geruild tegen samoeraizwaarden en waarmee hij tijdens acties
het lijfelijke gevecht aanging. Maar het wijst ook vooruit naar de bloedige
wreedheid van Arto ten opzichte van iedereen die hem ergens in belemmerde.
·
Thematiek
Herinneren,
persoonlijke ontwikkeling, Oorlog, Indonesië, ontwrichting, tempo doeloe,
familiegeschiedenis, schuld en boete, vechtkunst.
·
Motto
en Opdracht
‘Man
in long black Coat’, Bob Dylan, 1989: “There are no mistakes in life, Some
people say, it is true sometimes, you can see it that way”
‘In memoriam mijn ouders, ooit de
kaalkop en het kamerolifantje’
De
verwijzing naar deze tekst van Bob Dylan betekent dat de auteur uitgaat van de
goede bedoelingen van de mens, en dat iemand altijd mag vinden dat hij/zij in
principe juist heeft gehandeld.
Met ‘de
kaalkop’ bedoelt de schrijver zijn vader. Die was als klein kind na een
moeizaam genezen hoofdwond in opdracht van zijn vader kaalgeschoren. Ondanks de
pesterijen daarover moest hij dat dulden tot zijn twaalfde jaar.
“Kamerolifantje’
slaat op de typering die zijn vader placht te gebruiken voor zijn moeder toen
hij haar voor het eerst ontmoette. Omdat zij nogal gezet was riep het bij hem
het beeld van een olifantje op. Geen bepaald vleiende beschrijving.
·
Intertekstualiteit
Klassieke
teksten zijn alom tegenwoordig in dit boek, soms zelfs letterlijk. Vooral bepaalde
teksten uit de Bijbel geven extra zwaarte aan de tekst van het verhaal.
Voorbeelden zijn
- “Zo,
en waarom heb jij mij verlaten?” (bl. 15. 270 en 501) naar Psalm 22;
- Bijbel
Genesis 1:1 (51);
- I Tjing
of het Boek der Veranderingen; Geraadpleegd
door Arto om zijn levensweg uit te stippelen (19). Op alle levensvragen zijn 64
hexagrammen (hexagram= 6 streepjes met Yin en Yang) van toepassing;
- Astrologie
(53, 91);
-
Nederlandse popcultuur (Grönloh, 100), gitaarbands als The Shadows 230/247;
- Politieke
geschiedenis (343); gebeurtenissen tijdens de 1e en 2e
Politionele Actie van het Nederlandse leger in Nederlands Indië;
-
Nederlandse Literatuur: Kraspoekol, of de
droevige gevolgen van eene te verre gaande strengheid jegens de slaaven (Willem
van Hoogendorp, 1780);
·
Structuur
De
tolk van Java
bevat vijf delen I Spekkoek (11-113), II Samoerai (113-157), III Spekkoek (157-279),
IV De tolk van Soerabaja (279-475) en V Spekkoek (475-535). De meeste delen
zijn weer onderverdeeld in korte hoofdstukken geschreven vanuit verschillende
vertelperspectieven. In deel IV is Arto de verteller.
Binnen de delen wordt verteld
over een bepaalde tijdsperiode variërend in tijd en ruimte. Zo bevat deel I
Spekkoek een presentatie van de personages, deel II de lotgevallen van de nog
kleine Arto in Indië, deel III de situatie in de jaren zestig (20e
eeuw) in het gezin van Arto en Annie en hun vijf kinderen, deel IV is de tekst
van het gevonden document en beslaat de ruimte en tijd van Nederlands Indië in
1945-1950 vanuit het perspectief van Arto, deel V gaat over het gevonden
document van Arto en diens einde.
Er is een Glossarium met Maleise
woorden toegevoegd.
·
Stijl
De vertelstijl wordt vooral bepaald door de ik-verhalen en de dialoog.
Ze gaan over herinneringen. Alan in gesprek over vroeger met zijn moeder, in
een fictief gesprek gewikkeld met zijn verdwenen vader, Alan in gesprek met
zijn broer Phil.
De schrijfstijl is daarbij van meet af aan openhartig en direct en
vervult duidelijk een functie bij het overbrengen van de juiste sfeer. Vaak is
die leefruimte rancuneus, grimmig, vol teleurstelling, crimineel en liefdeloos.
De auteur laat zijn personages beschikken over een grote voorraad vloeken en
scheldwoorden, maar ook komen literaire termen en platte uitdrukkingen voor. Ook
Maleise woorden worden gebruikt, die gelukkig in een Glossarium worden vertaald
of toegelicht.
Hij gebruikt duidelijk een
gespreksstijl waarin persoonlijke voornaamwoorden als ik, jij, hij, zij
uitdrukken dat het om een persoonlijk beleefde geschiedenis gaat.
Literaire kunstgrepen zijn
nauwelijks zichtbaar. Metaforen komen niet voor daarentegen is de ellips vaak toegepast
in situaties waarin memoire teksten moesten worden samengevat (bl.133).
·
Effecten
Een sterk naar voren komend
literair effect is de ironie. Dit
literaire middel past goed bij de frustratie die zo karakteristiek aanwezig is
in deze geschiedenis. Als Alan verneemt dat zijn vader zijn huilende tweeling
van enkele weken oud stil kreeg door hard tegen de wieg te schoppen merkt hij
op: “Er bestond ‘dus’ geen verschil tussen buikwand en wieg” (bl.51). Want ook
zijn zwangere moeder was door zijn vader afgeranseld.
De ironie wolkt ook op in de
vraag van Alan: “Het is een straf om een Indo te zijn, is het niet, Pa?”
Verder komen regelmatig flash
forwards voor die nieuwsgierig maken en zelfs spanning oproepen.
·
4
Eindoordeel
Alfred Birney heeft met zijn Tolk van Java een goede bijdrage
geleverd aan meer begrip voor de Nederlandse koloniale geschiedenis. Hij heeft
dit gedaan via een hervertelling van zijn vaders memoires, waarin hij – zijn
vader – uithaalt over zijn strijd met het Nederlandse leger tegen
vrijheidsstrijders van Indonesië (1945-1949).[2]
Natuurlijk bestaan er veel veteranenboeken over diezelfde tijd, vrijwel allemaal geschreven vanuit het perspectief
van de soldaat in Indië. In dat opzicht is het boek niet vernieuwend. Maar
Birney is een goed verhalenverteller en dat levert toch nieuwe inzichten op. We
komen dan ook in dit boek veel details tegen over de adat in Indonesië en het
dagelijkse leven in Nederland van na de WOII. Dat Indische Nederlanders zelfs
in Nederlands Indië geen duidelijke identiteit hadden bijvoorbeeld. Of dat een
kleine Indo-Chinese familie een micro smeltkroes op zich zelf kon zijn, met
tegelijk wortels in Nederland, China en zelfs Japan.
De manier waarop Birney de
ongelooflijke mentale hardheid en de bijna sadistische instelling van zijn
vader beschrijft, doet denken aan een afrekening. De geopenbaarde wreedheid van
de vader maar ook de striemende en verwijtende schrijfstijl van de zoon stempelen
het boek daarom voor mij tot een ongemakkelijke roman.
Middelburg, 10 augustus 2017
[2] Smit,
C., De liquidatie van een imperium,
Nederland en Indonesië 1945-1962 (Amsterdam 1962) 150 en verder