zondag 29 maart 2020

BEKNOPTE ANALYSE VAN GRAND HOTEL EUROPA (Pfeijffer 2018)


GRAND HOTEL EUROPA (Pfeijffer 2018) is onderhoudende literatuur

Leen Moelker 



Titel: Grand Hotel Europa;

Auteur: I. L. Pfeijffer;

Publicatie: 2018;
Druk: 16e druk november 2019;
Uitgever: Arbeiderspers Amsterdam;
Aantal bladzijden: 547;
ISBN: 9789029526227/nup301;
Prijs: 24,95;
  
Deze keer geen uitgebreide analyse van een boek dat in de publieke belangstelling staat. In de plaats daarvan komt een samenvattende bespreking.

Voor dit blog heb ik eerder werk van Pfeijffer behandeld. Hierin heb ik aandacht besteed aan zowel de literair-historische context als aan de eigenschappen van een werk. Wie daarover meer wil weten verwijs ik naar de bijdrage over La Superba (30.1.2014) en naar een bespreking van het toneelstuk Blauwdruk voor een nog beter leven (1.5.2015).
Op 16 oktober 2020 verscheen in de media een bericht dat Paola Marini ex directeur van de Galleria dell' Accademia in Venetië zich herkent in dit boek omdat haar naam is gebruikt en haar in een situatie is geplaatst die een negatief oordeel over haar als persoon suggereert. Een mogelijke rechtszaak volgt. (Telegraaf 16.10.2020)



1 Synopsis
Een mannelijk personage, Ilja Pfeijffer genaamd, heeft zich teruggetrokken in een verlopen hotel ergens in Europa. Hij wil de geschiedenis van een onlangs verloren liefdesbetrekking beschrijven. Via ontmoetingen met andere gasten en personeel van het hotel analyseert hij en passant het leven in hedendaags Europa.
2 De roman in vogelvlucht
Grand Hotel Europa is een onderhoudend boek omdat er een interessant tijdsbeeld in geschetst wordt. Dat gebeurt via talrijke dialogen tussen personages met een diverse achtergrond, afkomst en nationaliteit.
2a De rode draad
Ilja en zijn vriendin Clio (genoemd naar Kleio de inspirerende muze van de geschiedenis) zijn het er roerend over eens dat de in Italië aanwezige kunst wordt gecorrumpeerd door het massatoerisme. Zij spreken over Europa als een continent dat is verworden tot een recreatiegebied voor de rest van de wereld. En de Europeanen versterken dat beeld door te pas en te onpas op te scheppen over de authenticiteit en het belang voor de wereld van de eigen kunstvoorwerpen.
Zoals het oude Grand Hotel Europa zich nog voorstaat op zijn anachronistisch verleden, zo laat het oude Europa zich kennen door een hang naar vroeger. Azië, Amerika en India hebben de toekomst. Het is nog erger, de geschiedenis van het Avondland lijkt zich te herhalen in een nieuwe episode van neergang zoals beschreven in Untergang des Abendlandes (Oswald Sprenger 1918). Europeanen kunnen de eurocentrische cultuuropvatting met haar ongebreidelde geloof in de vooruitgang, niet langer volhouden. Er treedt verstarring van geest op, evenals een overdreven accent op het roemruchte verleden. Europa koerst zo af op het einde van haar geschiedenis of bestaan.[1]
2b Verhaallijnen
A Een liefdesgeschiedenis
Het belangrijkste verhaal betreft de liefdesrelatie tussen Clio en Ilja. Clio is een kunsthistorica (specialisatie Caravaggio) en Ilja is schrijver en dichter. Samen delen ze de liefde voor de Europese cultuur. Ze wonen respectievelijk in Genua, Venetië(Fig. 1) en elders en ervaren lijfelijk de gevolgen van het massatoerisme voor die steden. Via een zoektocht naar een verloren gewaand schilderij van Caravaggio belanden ze in archieven in Venetië en Malta. Clio’s succes – met dank aan Ilja – leidt echter een breuk tussen de geliefden in. Zij verruilt het zieltogende Europa voor een toekomstgerichte oliestaat in het Midden-Oosten en Ilja trekt zich teleurgesteld terug in Grand Hotel Europa.
Ilja wil het ontstaan, verloop en het einde van zijn relatie met Clio evalueren en herbeleven. Dat doet hij feitelijk in de hoofdstukken 2,4,8,16,23 en 25.
B Ilja als chroniqueur over stadsontwikkeling en toerisme
Daarbij geeft hij eigen ervaringen door met de stad Venetië en Genua die zijn te vinden in de hoofdstukken 6,17,19.
C Beschouwingen over de hedendaagse Europese Cultuur
Daarnaast doet hij verslag van gesprekken met collega’s, personeel en andere gasten die vanuit hun perspectief reageren op dichtkunst (3), Europa (7), immigratie (3,5,11,15), traditie en vernieuwing (1,9,13,18,22,26).
D Massatoerisme
Ilja wordt benaderd door een Europese filmploeg om zijn Venetiaanse ervaringen in te brengen in een documentairefilm. Het onderwerp zou uiteindelijk massatoerisme worden. En passant interviewt hij daarvoor ervaringsdeskundigen in Amsterdam, Giethoorn, Skopje en verzamelt zo materiaal om een boek over toerisme te schrijven. Deze verhaallijn is verweven met die van de vorige twee maar kan er ook los van staan.  Massatoerisme vooral te vinden in (10,12,14,20,21).
3 De taal van Grand Hotel Europa 
                                         Fig.1 Venetië met het Dogenpaleis (foto: Internet 28 maart 2020)
Evenals in zijn roman La Superba heeft de auteur zijn eigen naam gegeven aan zijn belangrijkste personage uit deze roman. Hij doet dat zo realistisch, dat het boek zelfs autoreferentiële trekken heeft. Zelfpromotie is een kenmerk van dit tijdsgewricht. Ik zie de verwijzing naar titels van eigen werk daarom maar als de literaire variant van de ik-gerichtheid in de sociale media.
Taal is een belangrijk instrument voor de auteur I. L. Pfeijffer. De sfeer van een stoffig verleden en hoofse omgangsvormen weet hij perfect op te roepen door middel van een archaïsch taalgebruik. Maar hij schakelt moeiteloos over naar een directe moderne stijl van schrijven en spreken. Daarbij varieert hij in taalexperimenten. Pfeijffer is een scherp waarnemer die zowel de zichtbare dingen als de psychologische gesteldheid van zijn personages gedetailleerd maar toch interessant kan beschrijven. Echter, hij kan ook gemakkelijk uitstijgen tot ver boven dit niveau en via slimme dialogen een universeel probleemveld aan de lezer voorschotelen.
Een sterk punt van het boek vind ik de talrijke vergelijkingen en metaforen. Deze stijlelementen moeten doorgaans een beschreven situatie of activiteit toegankelijker maken voor het begrip. Maar in dit boek versterken ze de toch al sterke uitspraken nog meer. “Venetië glimlachte naar mij als een geliefde die op mij had gewacht” (21), “Ik moest orde scheppen in de herinneringen die mij als een zwerm woedende bijen hadden opgejaagd…” (19), “…schimmig geschilderd, alsof het spoken waren uit een ver verleden, (102), …… terwijl ik als een drenkeling nergens anders oog voor had en niets in mijn leven inniger liefhad dan de zachtroze reddingsboei van haar lippen.”(104), …terwijl Europa…. zit vastgeklonken aan zijn verleden, als een sprinter die met een springveer vastzit aan het startblok…(536).
Wat verder opvalt is dat gesprekken vaak in de indirecte rede staan genoteerd in plaats van een dialoog in te lassen (hij vroeg of hij mij voor mocht gaan …14). Dit beïnvloedt de verteltijd nogal omdat in die stijlvorm ellipsen de vertelde tijd versnellen. Bij Pfeijffer is dat wel van belang want hij gebruikt soms lange zinnen, wat vermoeiend kan zijn.
Soms lijkt een gebeurtenis te ver gezocht, zoals het bezoek aan Skopje, maar in het totaal van het boek kunnen lezers dit uitstapje mogelijk interpreteren als een verwijzing naar wat er tegenwoordig ook speelt in Europa: het opkomende regionalisme en nationalisme.
Eén hoofdstuk uit het boek heet ‘Intertekstualiteit.’ Voor een classicus is het niet moeilijk een eenvoudige Afrikaanse immigrant/vluchteling met de dwaaltocht van de Griekse mythische held Aeneas te verbinden. Immers beiden dolen zonder duidelijke bestemming rond en hebben uiteindelijk als doel over te steken vanuit Afrika naar Italië.
Sommige lezers zullen zeker in de opzet van een ander boek – waarin de verteller verblijft in Grand Hotel des Bains, gesprekken aanknoopt met gasten, liefdes smart ondergaat, maar de cholera bedreigt Venetië – een verwantschap zien met Thomas Manns boek Der Tod in Venedig. Anderen herkennen zeker in de socratische gesprekken, de essayistische vertogen en de citaten uit rapporten de intertekstualiteit met de klassieke en hedendaagse sociologische vraagstukken.
4 Een korte tekstanalyse
Het thema Liefde betreft zowel de gevoelens tussen mensen als de sympathie voor het continent Europa dat dreigt te bezwijken onder het massatoerisme. Als vertelinstantie is gekozen voor een ik-verteller, Ilja Leonard Pfeijffer genaamd, die de geschiedenis voor ons beschrijft. De tijd en ruimte betreffen het hedendaagse Europa dat zich door de Aziatische en Amerikaanse dominantie verdrongen weet als leider van de wereld. De vertelling is opgedeeld in zesentwintig hoofdstukken met een titel, die elk weer onderverdeeld is in een variabel aantal genummerde delen. Dat zijn we van Pfeijffer gewend: korte hoofdstukken, wisselende zinslengte en gespreide aandacht voor tijd en ruimte.
 Het boek leest als een trein door de toegankelijke stijl waarin de tekst is geplaatst. De intertekstuele elementen – beeldende kunst, klassieke muziek, literatuur en poëzie, historische gebeurtenissen – verbinden de lezer met de hem of haar bekende wereld. Maar de lezer wordt ook meegenomen langs het vluchtelingenvraagstuk, de druk van het massatoerisme op de culturele verworvenheden en de politieke tendensen van het opkomende nationalisme, delend in de bezorgdheid van de auteur over de teloorgang en bedreigingen van de Europese waarden. “Niemand houdt van de Europese Unie, maar ik wel. “en “Ik heb Europa nodig om te kunnen bestaan” merkt de hoofdpersoon op (536).
5 Europa versus Amerika
Klaas van Berkel stelde bijvoorbeeld in zijn bundel Amerika in Europese ogen; Facetten van de Europese beeldvorming van het moderne Amerika dat ‘Amerika is wat Europa niet meer is.’[2] Waar Europa de oude starre levenswijze blijft koesteren, is Amerika levenskrachtig, vol initiatief, toekomstgericht en bereid om risico’s te nemen.
Ik vind dat Pfeijffer het beeld van Europa – de oude waarden dreigen te verdwijnen – negatiever aanzet dan nodig is. Europa is dan wel geen Amerika of China waar het de innovatiekracht betreft, door de globalisering leert Europa zich razendsnel aan te passen. Dat blijkt onder andere door de populariteit die Europa geniet onder de niet aangesloten Europese landen en de positie tussen de grootmachten. Europa is een machtsblok geworden. De Europese innovatiekracht blijkt duidelijk nu een Duits bedrijf CureVac GMBH mogelijk ver is gekomen in de ontwikkeling van een vaccin tegen COVID-19. Want de Amerikaanse regering (Trump) heeft geprobeerd die know how op te kopen, wat niet gelukt is.  Onverkort is geldig wat Ilja in Grand Hotel Europa aan zijn muze openbaart op bladzijde 535/536: Europa heeft tijdens zijn ontwikkeling van duizenden jaren ontelbare moeilijkheden overwonnen en zal daarin blijven geloven. Het Goede, het Ware en het Schone is in Europa te vinden en dat is de basis van Europa’s toekomst: ….”wortels zijn belangrijker dan bestemmingen..” (536).
6 Slot
Dat brengt ons op de vraag hoe realistisch deze roman is.  De populariteit van Grand Hotel Europa doet vermoeden dat lezers door het realisme van de illusie, code en kennis worden meegezogen in een wereld die de hunne is. Zelfs de statistieken lijken te kloppen. Wat daarbij helpt is dat de auteur voor de verhaalmotieven vrijelijk put uit de intertekstuele grabbelton van de literaire canon.  Dat is een kenmerk van de auteur en heb ik al geconstateerd bij de bespreking van zijn roman La Superba.                                   
Hoewel de roman Grand Hotel Europa volstrekt origineel werk is, verwijzen sommige verhaalmotieven naar vaker gebruikte literaire kunstgrepen.  Ik som er een paar op. Het motief ‘Liefdesgeschiedenis’ (zie  Lodewijk van Deyssel Een Liefde), het motief ‘Reizen’ (zie Van Hulthemhandschrift Brandaan, Bertus Aafjes, Voetreis naar Rome, Vergilius’ Aeneis), motief ’Verloren document” ( zie Multatuli  Max Havelaar,  Umberto Eco In naam van de Roos), het motief ‘ Verblijf en gesprekken in een hotel’ ( zie Thomas Mann  Dood in Venetië, Agatha Christie, Ten little niggers), het motief ‘Journalistieke beschrijving’ (zie Stendhal Rood en Zwart), het motief ‘Europa’(Geert Mak Europa).
Samengevat gesteld kom ik tot het oordeel dat Ilja Pfeijffer met dit boek veel mensen een plezier heeft gedaan. Daar ben ik van overtuigd. De gekozen opzet zou moeiteloos dubbeldik kunnen zijn want over de Europese (culturele) ontwikkeling is al veel geschreven en zal nog veel worden gepubliceerd.
De verhaallijn over de documentairefilm draagt weinig bij aan het thema liefde in tijden van massatoerisme, Het autoreferentiële karakter ervan krijgt voor mij – ook al is het ironisch bedoeld - te veel accent.
Maar verder niets dan lof voor deze onderhoudende roman.

Middelburg, 28 maart 2020


[1] Bladzijde 56 “Ik wil niet net als het hotel waar ik verblijf en het continent waarnaar het is vernoemd tot de conclusie komen dat de beste tijd achter mij ligt en dat ik van de toekomst weinig meer te verwachten heb dan teren op mijn verleden.”
[2] Klaas van Berkel red., Amerika in Europese ogen; Facetten van de Europese beeldvorming van het moderne Amerika (Den Haag 2001).