¢LITERATUUR
La Superba
een roman van Ilja Leonard Pfeijffer
Leen Moelker
Enkele jaren geleden waren wij op bezoek in Genua. Wij
bezochten onder andere het Palazzo Bianco aan de Via Garibaldi. We wilden daar
ons oriënteren op het naoorlogse renovatiewerk van de architect Albini en op de
verschillende daar aanwezige beroemde kunstobjecten.
Het bleek een echte aanrader te zijn, hoewel het
palazzo voor de presentatie van een museumcollectie toch wat minder geschikt
is. Onze indrukken van toen van Genua werden door het boek La Superba geactualiseerd. Daarom
heb ik deze roman met verscherpte aandacht gelezen. Hier volgt mijn analyse.
1 Korte Inhoud
Leonardo, schrijver van beroep, woont in Genua.
Eigenlijk heet hij Ilja Leonard Pfeijffer zo genoemd naar de Nederlandse schrijver
met die naam. Leonardo wil inspiratie opdoen voor een nieuw te schrijven roman
over de (discriminatie van) Afrikaanse immigranten en begeeft zich daarom onder
de Genuezen. Gaandeweg zijn verblijf ontmoet hij allerlei bijzondere mensen
zoals Rashid, een Marokkaanse ingenieur die op zoek naar werk is. De Schotse immigrant Don ontvouwt hem zijn
grote liefde voor Genua, maar of zijn verhaal klopt? En van de gevluchte
Senegalees, voluit Djiby P. Souley, verneemt hij hoe Afrikanen proberen Europa
te bereiken. Het naamloze meisje uit de ‘Bar met de spiegels’ brengt hem tot
petrarkiaanse ontboezemingen over de Italiaanse vrouwen. Een geheel andere type
vrouw is de uit de ‘hogere kringen’ stammende vijftigplusser Monia, een seks
beluste alcoholiste die hem tot een vernederend gedrag dwingt. Verder zijn er
nog karakteristiek Genuese personages als de jonge Cinzia, de Scandinavische
theaterproducent Walter, de slinkse onroerend goedverkoper Pierluigi Parodi en
zijn vader, en de travestiet Ornella die hem brengen tot in de krochten van
Genua. Hun geschiedenissen leveren de ingrediënten voor het verhaal over Genua.
Met Nederland onderhoudt Leonardo
contacten via ‘zijn vriend’ – voor financiële hulp, om zijn roman te adresseren
– en via de uitgever Inge die zich aan hem opdringt.
In drie delen en twee
intermezzo’s vertelt Leonardo over wat hij in Genua meemaakt. Het verhaal is
evenwel geen reisverslag maar veeleer een beschrijving van de spanning tussen
nationaliteiten. Dat brengt immers het kosmopolitische karakter van de stad
Genua met zich. Bovendien is het een spel met de taal. De pfeijferiaanse stijl
kenmerkt zich door korte hoofdstukken en door de afwisseling tussen lange en
korte zinnen. Soms hebben die een
reviaanse lengte maar ze lopen nergens vast. De dichterlijke detaillering van
een waargenomen bijzonderheid helpt lezers om door te dringen naar de diepste
roerselen van de menselijke ziel en naar de achtergronden van het waargenomen
gedrag.
2 Analyse
2.1 De schrijver
Ilja Leonard Pfeijffer werd
geboren op 17 januari 1968 (48) in Rijswijk. Hij studeerde Griekse Talen en
promoveerde in 1996 op de klassiek Griekse dichter Pindarus: Three Aegineatan Odes of Pindar. Pfeijffer
vestigde in 1998 zijn debuut als dichter met De vierkante man. Het ‘Vierkant’ is de ideaalvorm van de
volmaaktheid, vooral bij Xenofon, Pfeijffers klassieke lievelingsdichter.
Vervolgens publiceerde hij in 2002 zijn eerste roman Rupert (Anton Wachterprijs) en daarna volgden meer gedichtenbundels
en romans waarvan La Superba in 2013
is verschenen.
Hij was tot 2004 een periode
als ‘graecus’ aan de Universiteit Leiden verbonden. In 2008 besloot hij met
zijn Russische vriendin, fotografe, tot een fietstocht naar Rome. Op die tocht
passeerden zij Genua en nadat zij Rome hadden bereikt keerden ze prompt naar
Genua terug om zich daar voor goed te vestigen.
2.2 Mens- werk- en levensbeschouwing
Pfeijffer maakt er geen
geheim van dat hij wars is van routines. Zijn uitspraak “Ik hoef niet meer te
dichten om als dichter bekend te zijn” dreef hem er toe het voorspelbare leven
op te geven. Inmiddels had hij van zich doen spreken door de contemporaine
dichters te bekritiseren omdat zij zich naar zijn oordeel teveel aan de
conventionele regels van de dichtkunst vast hielden.
Pfeijffer zag daarom in de benadering van de COBRA-dichter Lucebert (1924-1994)
een na te volgen poëtica. Lucebert op zijn beurt verwees in een gedichtenbundel
naar de Duitse schrijver/dichter J. C. F. Hölderlin (1770-1843). Pfeijffer,
Lucebert en Hölderlin hebben hun liefde voor het experimentele werk van de
Griekse dichter Pindarus (522-443 v.Chr.) gemeen. Niet de
plat getreden paden bewandelen, maar nieuwe wegen zoeken in je leven en in je
werk, dat werd zijn uitgangspunt. In een tv interview zegt hij daarover dat hij
veel van reizen houdt om zich te verbreden, maar dat hij nu in een stadium zit
om zich te verdiepen. De stad Genua is daar zeer geschikt voor. Pfeijffers
gedichten kenmerken zich dan ook door neologismen, stijlbreuken en onverholen
kritiek op andermans werk. Pfeiffer put vrijelijk uit alles wat hem uit de
samenleving bereikt – de kunst, de sport, het dagelijkse leven – en maakt zo
toegankelijk proza.
Door zijn verblijf in Genua
kwam hij in aanraking met immigranten uit Afrika en dat bracht hem ertoe te
onderzoeken hoe de werkelijkheid en de fantasie – over een gedroomde wereld –
zich tot elkaar verhouden.
2.3 De
literair-historische context
De eenentwintigste eeuw is in
literair opzicht een vervolg op de late twintigste eeuw, waarin het einde van
de Grote Verhalen werd aangekondigd door filosofen als Jean-Francois Lyotard
(1924-1998) en Jacques Derrida (1934-2004). In de praktijk kwam dit neer op een
absolute blijvende twijfel aan overtuigingen, meningen en opinies. Elke
betekenis wordt door de betekenisgever bepaald en op anderen overgedragen en zij vonden dat
die moet worden gedeconstrueerd. Een betekenisanalyse betreft de ontrafeling van teksten die
bestaan uit tekens met betekenaars. Door alles tot tekst te verklaren, (schilderijen, gedichten, beelden, ons bestaan) kan het leven zelf ondervraagd worden.Ieder individu kan immers een
eigen betekenis aan een tekst verbinden. Kunstuitingen bijvoorbeeld zijn zelfstandige tekens waaraan
ieder naar believen betekenis kan hechten. Er is niet één zaligmakende interpretatie mogelijk maar vele. Hieruit volgde de opkomst van een krachtig
relativisme gericht op de vaste waarden en opinies. Vooral het christendom, het marxisme en het socialisme ( en in
de cultuur het modernisme) moesten het ontgelden omdat die immers zo precies wisten hoe de wereld in elkaar
zit.
Ook in de historiografie brak
dit inzicht door. Historici hadden hun verklaringskaders altijd gebaseerd op
zingevende systemen en de politiek-morele consensus in de samenleving. Nu werd
de vraag naar goed en kwaad gesteld. Wat is goed? Wat is fout? Is het Verzet in
WOII per definitie goed of kan het ook fout zijn?
Dit postmoderne denken werd
nog versterkt door een tomeloze versnelling van de technologische processen in
de samenleving. Door internet werd het mogelijk a la minute alle mogelijke
standpunten te vergelijken, waardoor de eigen mening werd ondergraven of in elk
geval bijgesteld en genuanceerd. Die enorme informatiestroom leidde weer tot
gevoelens van onmacht omdat het voor een persoon onmogelijk is uit die
wereldomspannende structuren heldere oordelen te vormen.
Dus in de postmoderne tijd
zijn twee oriëntaties van belang namelijk die van de globalisering en van de
fragmentatie.
De literatuur volgt die
beweging op de voet door de aandacht te vestigen op de ontheemding,
identiteitsverlies en vervreemding, maar ook op het wereldburgerschap,
onbegrensde communicatie en cultuuruitwisseling.
2.4 Het werk van Ilja Leonard Pfeijffer
Poëzie
- Van de vierkante man (1998) C. Budding’prijs 1999.
- Het glimpen van de welkwiek (2001)
- Dolores (2002)
- In de naam van de hond (2005)
- De man van vele manieren. Verzamelde gedichten
1998-2008 (2008)
- Idyllen (2015) VSB Poëzieprijs 2016 en Jan Campertprijs
Proza
- Het geheim van het vermoorde geneuzel: een
poëtica
(essays) (2003)
- Het grote baggerboek (roman) (2004), genomineerd
voor de Gouden Doerian), bekroond met de Tzumprijs voor de beste literaire zin 2005
- Het ware leven. Een roman (roman) (2006)
- Second Life. Verhalen en reportages uit een
tweede leven
(essays) (2007)
- De filosofie van de heuvel. Op de fiets naar Rome (reisverslag, met Gelya Bogatishcheva)
(2009)
- Het ministerie van Specifieke Zaken (bundeling politieke columns
uit NRC Next) (2011)
- Hoe word ik een beroemd schrijver? (2012)
- La Superba (roman) (2013) 1. Genomineerd voor de AKO
literatuurprijs 2013;
2. Winnaar van de Libris Literatuurprijs 2014.
Toneel De eeuw van mijn dochter (2007)
- Malpensa (2008)
- Blauwdruk voor een nog beter leven (2014)> Nationale Toneel
Muziektheater Trapeze op nieuwe muziek van verschillende Nederlandse
componisten
Wetenschap
Three Aeginetan odes of Pindar: a commentary on Nemean
V, Nemean III, & Pythian VIII (1996) (proefschrift Rijksuniversiteit Leiden)
- De Antieken. Een korte literatuurgeschiedenis (2000)
2.5 Genre
La Superba
is een TIJDROMAN met meerdere betekenislagen. Lezers kunnen er een ode aan het
HUIDIGE historische centrum van de stad Genua in zien. Op psychologisch niveau gaat
de roman in op het karakter van de stad als smeltkroes van immigranten,
toeristen en nationaliteiten. Hoewel de autochtone Italiaanse bevolking
schijnbaar onberoerd blijft voor die vreemdelingen, lijkt de sfeer in de stad
wel degelijk door de aanwezigheid van al die buitenlanders bepaald te worden.
Daardoor ontstaan spanningen.
Pfeijffers roman is ook een
liefdesverhaal en een geschiedenis over hoe mensen ‘verdwalen in hun fantasie
over een betere toekomst’ in confrontatie met de harde realiteit.
2.6 Structuur
De roman heeft 348
bladzijden. Verder bestaat het boek uit de volgende delen:
EERSTE DEEL ‘Het mooiste meisje van Genua’ 11
- 109 met 42 hoofdstukken
Eerste intermezzo ‘We all live in a yellow submarine’ 111
- 149 met 18 hoofdstukken
TWEEDE DEEL ‘ Het theater elders’ 151 -
232 met 31 hoofdstukken
Tweede intermezzo ‘Fatou you’ 233
- 271 met 20 hoofdstukken
DERDE DEEL ‘Het mooiste meisje van Genua
(reprise)’273 - 348 met 40 hoofdstukken
Er is dus een verschil tussen
de omvang van de DELEN en de INTERMEZZO’S. In de kortere intermezzo’s worden de
verhalen verteld van exemplarische immigranten als Don en Djiby.
Het boek is opgebouwd als in een
filmstructuur waarin de sequenties (delen)
bestaan uit chronologisch geordende filmshots (hoofdstukken). Maar met
evenveel recht zou men La Superba kunnen
een soort brievenroman kunnen noemen, zij het dat er maar één auteur
optreedt.
Elk deel heeft een eigen
hoofdonderwerp – het mooiste meisje van Genua, de aankoop van een theater en
een reprise – maar daaromheen lezen we over de eigenaardigheden van Genua.
Het valt op dat Pfeijffer al
eerder in boeken dezelfde structuur heeft gebruikt zoals in Harde feiten. Deze vorm leent zich goed
voor een caleidoscopische en narratieve behandeling van indrukken. Zo gaat het
er in een stad toe: je ontmoet mensen van allerlei slag met een eigen verhaal
en geschiedenis. Pfeiffer heeft wel een keus gemaakt voor het
immigratievraagstuk als leidend beginsel voor zijn roman. De twee intermezzo’s
gaan daarover.
2.6 Vertelsituatie en perspectief
Het verhaal wordt verteld
door een IK-verteller vanuit een bijzonder perspectief. De ‘IK’ is het
personage Ilja Leonard Pfeijffer en draagt de naam van de schrijver. Gaandeweg
leren wij dat hij notities over de stad Genua maakt waaruit later een boek moet
ontstaan. Die notities adresseert hij in het boek aan een vriend. Hierdoor
lijken sommige onderdelen op een briefinhoud met de bedoeling later te bepalen
op ze gebruikt worden of niet.
De focalisatie wordt vrijwel
nimmer afgestaan. Dialogen worden soms onderbroken door gedachtestromen en
fantaseer sessies waardoor de verteller de macht heeft.
In de hoofdstukken 10-13 van het laatste deel focaliseert
de ik-verteller via een jonge
kruisvaarder. Maar de jongeman vertelt zijn ervaringen niet zelf, dat laat hij
de algemene verteller doen. In een soort monologue interieur in de jij-vorm
vernemen we over zijn kruistocht naar Jeruzalem. Zo werkt fantasie.
2.7 Stijl
In de stijl vallen vele
bijzonderheden te noteren. Natuurlijk zijn daar de metaforen waarin de
schrijver excelleert. Soms worden ze uitgebreid tot een kleine allegorie. Dat
is bijvoorbeeld het geval als de stad met een vrouw wordt vergeleken (bladz 54).
Verder vallen de soms letterlijke tekstherhalingen (‘Ik kende alles al’) op.
Zij vragen erom te worden herkend als woorden met een bijzondere betekenis.
Soms hebben zinnen een dichterlijke structuur zoals “(ik wil dat ze mij)
bewonderen, liefhebben, vereren, liefhebben en vereren, bewonderen” (bl.275)
wat lijkt op het stijlinstrument epanodos. De zin “Zoals liefde een vorm van dwang
kan zijn, zo kan dwang een vorm van liefde zijn” verwijst als stijlelement naar
de ‘strofe en antistrofe’ van de klassieke dichters. Het gebruik van
praeteritio treffen we aan in de hoofdstukken waarin Leonardo aan zijn vriend
schrijft waarover zijn roman niet
zal gaan. Mede hierdoor zijn we bereid de werkelijkheidsbeleving en de
identificatie op te schorten.
De lengte van de zinnen is
erg wisselend met soms reviaans lange zinnen en dan weer ultra korte
zinslengte. Nergens stoort dat, het leest zelfs erg prettig al moeten lezers
wel eens halt houden bij een bepaalde beschrijving, bijvoorbeeld van het metrum en de assonanties in de
naam 'Campo Pisano.'
Er komt nogal eens een
Italiaans woord in de tekst voor dat echter doorgaans wel vertaald wordt. Dat
is begrijpelijk aangezien de schrijver inmiddels gedichten maakt in het
Italiaans en dus taalvaardig moet zijn in het Italiaans. Engelse woorden en
uitdrukkingen als ‘Cheers big-ears’ blijven onvertaald.
Termen uit de filmwereld
duiken ook op ‘een hard cut,’ fact-sheets, storybord, cameraman.
Pfeijffer strooit kwistig in
de tekst met citaten waarvan de herkomst varieert. Ze komen onder anderen van
Willem Kloos, Quentin Tarantino, J. K. Rowling, Louis van Gaal en uit het
Italiaanse taalgebied en literatuur (Boccacio). Traditie en vernieuwing zijn zo op een
interessante wijze bij elkaar gebracht.
2.8 Ruimte en Tijd
Het verhaal speelt zich af in
de stad Genua. Enkele keren is er een flash back naar Nederland, het
herkomstland van Pfeijffer, en consequent ‘het vaderland’ genoemd. Enkele
hoofdstukken gaan over de ‘Zwarte Dood” uit 1348 waarin de herkomst uit Rusland
van de pestepidemie wordt verklaard.
Gezien het migrantenvraagstuk
dat in de intermezzo’s wordt behandeld en de locatie van Lampedusa daarin,
mogen we aannemen dat de roman speelt in het heden.
De verteltijd per hoofdstuk
is aangenaam kort. Soms loopt de vertelde tijd door in het volgende hoofdstuk,
soms niet en dan is het slechts een klein intermezzo binnen een kaderverhaal
(hoofdstuk 30).
Door ingrepen in de vertelde
tijd door middel van flash forwards (hoofdstuk 39 slotzin) en flash backs (deel
3 : deel 1) ontstaat een aangename spanning tussen vragen en verklaren.
De psychologische ruimte
lijkt voor de personages niet groot. Ze bewegen zich binnen het Centro Storico
van Genua en bemoeien zich niet met Genuezen daarbuiten. Iedereen lijkt
opgesloten binnen de grenzen van de stad, de kerk, de familie. Het dagelijks
leven verloopt volgens het adagium “Come si deve” (alles verloopt zoals het
moet). Als een buitenstaander zich niet aanpast heeft hij een probleem want
“Zena prende e non rende.”
2.9 Thema
Het boek is een verkenning
van het immigrantenvraagstuk. Andere thema’s zijn in willekeurige volgorde:
·
Liefde
·
Illusie en
desillusie
·
De stad
·
Het schrijfproces
·
Fantasie
·
Vrouwen
·
Overleven
2.10 Personages
In deze geschiedenis treden
vele personages op die samen de inwoners van Genua vertegenwoordigen. De
belangrijkste zijn
·
Leonardo of Ilja
Leonard Pfeijffer, hoofdpersoon en ik-verteller
·
Het mooiste
meisje van Genua, object van Leonardo’s liefde
·
Rashid, een
Marokkaanse ingenieur, staat voor de naar Genua geëmigreerde Marokkanen
·
Donald Perrygrove
Sinclair (Don) een ‘gepensioneerd antropoloog’ en Il Professore Inglesi genoemd
die de Noordelijke immigranten representeert
·
Franca Mancini,
vertegenwoordigt de verlopen hogere kringen
·
Monia, idem
·
Djiby P. Souley,
is model voor de Senegalezen, zagen Genua als het paradijs
·
Cinzia, een jonge
Genuese
·
Ornella, een
travestiet die Leonardo het leven van de Genuese travestieten leert
2.11 Motto en Titelverklaring
Het motto luidt “A Zena a prende ma a non rende”
Het is een oud Ligurisch
gezegde in de streektaal en betekent: ‘Genua neemt maar geeft niets terug.’
Het motto werpt zo een blik
vooruit op de roman waarin de stad Genua met haar inwoners centraal staat. Wie
naar Genua komt kan zijn capaciteiten aan de stad wijden, maar op dankbare
wederkerigheid hoeft hij niet te rekenen.
De titel La Superba is de bijnaam van Genua en betekent ‘De hoogmoedige.’
Wellicht een verwijzing naar de honderden jaren van lokale hegemonie, economische voorspoed en internationale
betekenis. De kooplieden maakten de stad tot een wereldhandelscentrum.
2.12 Intertekstualiteit
Een kenmerk van deze roman is
dat er vele verbindingen met andere teksten zijn. Dat is ook al bij “STIJL”
opgemerkt.
Pfeijffer versterkt zijn
romantekst door beroemde teksten uit de literaire canon en conventies te
herhalen en in zijn roman in te passen. Oude en nieuwere teksten afkomstig uit
de samenleving worden zo verbonden tot een nieuw betekeniscomplex.
Bovendien hebben we al gezien
onder 2.2 dat het werk een relatie heeft met de Griekse dichter Pindarus – de
minder gemakkelijk te interpreteren gedichten – en natuurlijk met de romanticus
en idealist Hölderlin waar het de briefvorm van het werk en de fantasie
betreft.
Ook achter de slogan “Utinam
ne in nemore” (bladz. 327) gaan de klassieken schuil want hij stamt uit
vertaald dichtwerk Medea van de Siciliaanse
dichter Quintus Ennius (239-169 v.Chr) en betekent zoveel als ' dat ik zou willen dat het bos'. Zie verder de tekst van het boek.
2.13 Receptie
Het boek is in zijn
algemeenheid goed ontvangen. Maarten ’t Hart vindt het zelfs het mooiste boek
dat in 2013 is verschenen. Hij zei onder andere dat het een nieuw soort roman
is, het is geestig, geeft een goed beeld van Genua, hoe je omgaat met
allochtonen enz.
De landelijke dagbladen en
literatuur weblogs hebben aandacht besteed aan La Superba wat niet vreemd is omdat Pfeijffer een bekend dichter en
schrijver is.
Het boek is genomineerd voor
de AKO literatuur prijs 2013.
2.14 Interpretatie
Zie deel II mijn recensie
Boek: La Superba
Auteur: Ilja
L. Pfeijffer
Jaar: 2013
Genre: Roman
Aantal bladzijde: 348
Druk: Eerste
druk
Uitgever: Arbeiderspers
Prijs: Euro
19,95
E-book: Euro
10,--
Analyse: Leen Moelker
Datum: 27 januari 2014
ISBN: 978 90 295 87273/NUR 301