Radna Fabias dichteres in de eenentwintigste eeuw
Leen Moelker
Het is me de laatste tijd opgevallen dat erg positief wordt geschreven over Radna Fabias, een dichteres afkomstig van Curaçao. Haar rake en treffende gedichten sprankelen van levenslust en zijn door de referentiële leesbaarheid voor veel mensen te begrijpen.
In het dagblad Trouw van 16 februari 2019 trof ik een gedicht van haar aan dat speciaal voor de Boekenweek 2019 is geschreven. Ik geef het hier alvast zonder bespreking weer omdat het me momenteel niet schikt een nadere analyse van dat gedicht op te stellen. Later kom ik daar op terug. Maar de lezer zal weinig moeite hebben met het betekenisproces want dit unieke gedicht laat zich in eerste instantie vlot lezen. Maar net als bij Esther Jansma, pas op voor de moeilijkheidsgraad ervan. Ik ben geneigd om niet zomaar aan te nemen wat voor de hand ligt. Of, of met Awater te spreken: "kijk maar, er staat niet wat er staat" Hier komt het.
POËZIE
DERDE OFFERGEBED (KNIELEND
VOOR HET GOUDEN TABERNAKEL)
(Radna Fabias)
is dit het dan ben jij hier
lichaamloos ongevaarlijk kuis brood
ben je nu brood ja in deze
tijd ben jij van alle dingen plat brood ja
ben ik hier weer weet jij wat
ik hier zoek is het gepast
iets achter te laten is dat
een mooi gebaar vaar mag dat en wat zal ik
eens achterlaten
de Roeping
de val
de anticonceptie
dat laatste is een grap lach
dan mee alwetende doe niet zo bedeesd man
vertel me anders waar ik
aanvang vaar
nu ik weiger het mysterie in
mij te laten rijpen ben ik dorheid nu ben ik ijdel vruchteloos
hoe neem ik deel nu ik De
Opdracht weiger
weet jij welke kant op
wat er om mijn naaktheid past
hoe hard mijn stem hoe groot
mijn kleed moet zijn
zacht en klein vermoed ik
maar mag het minder eng
dan De Rol die ik uitspuw
hier
is mijn schoot: zalig en vaar
wat doen we ermee nu ik
Moeder optil Haar vasthoud Haar leer wiegen met dit vlees dat reeds schuw reeds
zwak al rede moe is
zie je genadig neder, zak
door je almachtige knieën
kom alwetende
je weet dat Mama dat verdient
Radna Fabias
Gepubliceerd in het dagblad Trouw op 16 februari 2019