zaterdag 20 juni 2020

Recensie over DE STAATSBANK ABNAMRO (Bökkerink en Couwenbergh 2020)


Recensie 




DE STAATSBANK ABNAMRO klem tussen ambtenaren en bankiers


Leen Moelker

Titel: De Staatsbank, ABNAMRO klem tussen ambtenaren en bankiers;
Auteurs: Ivo Bökkerink en Pieter Couwenbergh;
Uitgever: Prometheus Amsterdam;
Druk: 1e en 2e april 2020;
Aantal bladzijden: 348;
ISBN:978 90 4464 222 3;
Prijs: 24,99;
Beoordeeld: mei 2020.


Op 29 maart 1999 vierde ABNAMRO Bank N.V. het 175-jarige bestaan. Bij die gelegenheid werd een prachtig boek uitgegeven waarin de geschiedenis van Dé Bank tot op dat moment is samengevat. (Joh.de Vries, Wim Vroom, Ton de Graaf red., Wereldwijd bankieren ABN AMRO 1824-1999, AMSTERDAM 1999). ABNAMRO was van ver gekomen en concurreerde nu met de beste banken van de wereld om een plaats in de top vijftien. Er waren toen 115.098 werknemers in dienst van de bank verdeeld over 3679 vestigingen. Door een aantal beschermende preferente aandelen was de bank veilig voor vijandige overnames. Maar toen de bank dit schild in 2004 verwijderde, volgde een bloedige strijd om het bezit de bank. ABNAMRO BANK N.V. kwam voor ca. 70 miljard in handen van Fortis Bank N.V., Bank Santander SA en The Royal Bank of Scotland Group (PLC) gezamenlijk.  Hoe ging het verder met ABNAMRO? Dat wordt globaal verteld in het boek De Staatsbank. De auteurs hebben zich zo goed mogelijk aan de feiten gehouden. Maar ze hebben ook aan de sfeer gedacht. Kortom, een heel interessant boek.
 
1 Synopsis
De Staatsbank beschrijft het proces waarin de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur van de in 2008 nieuwgevormde ABNAMRO Bank N.V. hebben geprobeerd die bank een vorm en identiteit te geven. Daarbij werden ze geholpen maar ook afgeremd door het Ministerie van Financiën, De Nederlandse Bank en de Europese Centrale Bank.

2 Voorgeschiedenis

De eerste veertig bladzijden van het boek zijn gewijd aan de hectische periode van 2006 tot 2008 waarin ABNAMRO Bank N.V. in handen was gekomen van het consortium Royal Bank of Scotland, Fortis en Santander.[1] Bij de opsplitsing van de oude ABNAMRO Bank N.V. viel het Nederlandse deel toe aan de Belgische Fortis Bank. Omdat de financiering ervan niet lukte redde de Nederlandse Staat ABNAMRO en Fortis Nederland door op 3 oktober 2008 de beide banken te nationaliseren tegen betaling van 16,8 miljard euro.

3   Twaalf jaar in iets meer dan een notendop[2]

2008-2020 (voor de chronologie, zie punt 5)

Met de benoeming van Gerrit Zalm omstreeks 21 november 2008 begint dan de periode van wederopbouw waarbij de twee banken moesten worden geïntegreerd. Dat proces werd uiteindelijk op 2 april 2012 afgerond en ontstond de nieuwe ABNAMRO Bank N.V. De Staat had nog wel aanvullend eerst 4 miljard euro en later nog eens 6,68 miljard ter beschikking moeten stellen. Het was nu de opdracht ABNAMRO op te stuwen in de vaart der volken. Strategische voorzetten als de Houtskoolschets, A van Ambitie, Foresight en Connect2020 zagen het licht. ABNAMRO ging weer winst maken mede door het uit nutten van synergievoordelen. Maar de kosten/baten ratio bleef te hoog, de compliance werd een probleem en leidde tot een reeks onderzoeken van de AFM, De Nederlandse Bank en de Europese Centrale Bank. Het waren eigenlijk de bezwaren die ook al voor de oude ABNAMRO golden.
De op 1 april 2010 benoemde Raad van Commissarissen[3] kreeg echter onvoldoende medewerking van de nieuw aangetreden Raad van Bestuur[4] bij het doorvoeren van gewenste veranderingen onder andere in de governance. Er werd volgens de RvC geen samenhangend beleid geformuleerd, kwam een duidelijke strategie niet van de grond mede doordat de bestuursvoorzitter deze portefeuille aan zijn collega Reehoorn overliet en bleven de kosten te hoog.

De nieuwe bank werd bovendien geplaagd door tal van problemen. Voor de financiering was de bank aangewezen op de overheid en dus bemoeide die zich intensief met de business. Dat het met de compliance niet goed zat bewezen de affaires in Dubai, anonieme brieven van medewerkers, de bonusrel, lekken van bedrijfsinformatie naar de pers (via de projecten Radon en Green moesten de schuldigen bekend worden), de afschrijving van 100 miljoen op een Amerikaanse dochter, een onverwachte naheffingsaanslag van 140 miljoen (Lion King) en de kredietverliezen.
Toch maakte de bank in 2014 alweer een winst van 1,2 miljard en leek het de goede kant op te gaan. Op 29 augustus 2013 had Minister Dijsselbloem besloten dat ABNAMRO Bank N.V. in 2015 weer een notering op de Amsterdamse Effectenbeurs zou krijgen. Uiteindelijk werd op 20 november 2015 ca 30% van het staatsbezit aan aandelen ABNAMRO geplaatst tegen 17,75 euro p/a. Daardoor kon berekend worden dat de staat het in ABNAMRO geïnvesteerde vermogen van ca 21 miljard op dat moment weer tegen de historische aanschafprijs kon waarderen. De beschermingsconstructie met preferente aandelen werd opnieuw en nu versterkt ingevoerd. De bank en de overheid wensten geen herhaling van de problemen die ontstonden toen ABNAMRO op 28 april 2004 zijn toenmalige beschermingswal ontmantelde in de hoop dat de koers van het aandeel ABNAMRO sterk zou stijgen.
De beursgang zagen de commissarissen als een goed moment om sterker dan voorheen aan te sturen op een nieuwe strategie en ze vonden dat ook de bestuurslagen vernieuwd moesten worden. Ook de toezichthouders en de Staat drongen aan op een spoedige oplossing voor het gebrek aan richting, voortvarendheid en de compliance problemen.


Gerrit Zalm en zijn team stelden daarop een strategie update vast onder de titel Connect2020. Het Bestuur hield de regie en de uitvoering ervan stevig in handen en wel in de persoon van de Risk Manager Reehoorn, dit zeer tegen de zin van de commissarissen en de toezichthouders. Maar het team-Zalm had hierbij buiten de waard gerekend, in dit geval buiten de in februari 2014 aangetreden commissaris Olga Zoutendijk. Zij zag Connect2020 niet als de gewenste strategische wending, De RVC wees het plan dan ook af. Een andere Raad van Bestuur zou deze klus moeten opknappen en wel onder leiding van Zoutendijk.  Er volgde een periode van grote onrust die uitmondde in het vertrek van Gerrit Zalm in december 2016 en de benoeming van Kees van Dijkhuizen tot bestuursvoorzitter, die tot dan toe CFO en lid van de Raad van Bestuur ABNAMRO Bank N.V was.
Ingegeven door de RVC stelde Human Resource manager Meppelink een lijst samen met de namen van personen die moesten vertrekken bij de Bank.  Van de Raad van Bestuur bleef alleen Kees van Dijkhuizen over. Die gaf echter zijn medebestuursleden Reehoorn en Van Hall nog een jaar uitstel van ontslag wegens onmisbaarheid. Vervolgens ging de nieuwe CEO aan de slag om een geheel nieuwe Raad van Bestuur samen te stellen. Er kwam een managementlaag van 60 managers en 40 jonge talenten vormden een ondersteunende denktank. Er werd een Executive Board en een Executive Committee gevormd.[5]
Maar de keus van de CEO kon de goedkeuring van de ‘gouden driehoek’ (Zoutendijk, Leeflang en Ten Have) niet zomaar verwerven. Door de instelling van een Executive Board waren de leden van het Executive Committee niet meer rechtstreeks door de commissarissen te benaderen en dus niet te beïnvloeden.
Het was een complicerende factor dat bij de herinrichting van het bestuur mevrouw Olga Zoutendijk op 18 mei 2016 was benoemd tot president-commissaris. Vanuit die positie gaf zij gevraagd en ongevraagd haar oordeel over mensen en processen.  Er was nu wel een nieuwe Raad van Bestuur in de maak, maar die verzuimde door te pakken. Met de commissarissen Leeflang en Ten Have vormde zij een front dat wederom grote moeite had met de aanpak van de nu nieuwe Raad van Bestuur.  Volgens de regels van de governance  was het evenwel: Het bestuur leidt, commissarissen controleren maar hoe moet het dan als het Bestuur onwillig is te luisteren en te veranderen? De resultaten moeten beter en de risico’s moeten onder controle komen, vond de RVC. Ook de in mei 2016 aangetreden nieuwe commissarissen Dorland, Tiemstra en Stegman, en vooral zij, vonden dat de winst te danken was aan eenmalige meevallers en window dressing. De goede resultaten kwamen voort uit de economische groei en minder uit efficiency voordeel en toename van het zelf genererende verdienvermogen. Het bestuur diende te zorgen voor een nieuw verdienmodel en acht te slaan op de kansen die de energietransitie biedt (een wens van de Staat) en op verder gaande efficiency maatregelen via automatisering.
Dijkhuizens eerste jaar in 2017 was een roerige periode waarin het er soms heftig aan toe ging tussen bestuur en commissarissen. De affaire met voetbalkaartjes (bij de commissarissen) en de mislukte presentatie van de CEO Private Banking in de vergadering van de commissarissen dreef de spanning tussen RVB en RVC naar een toppunt. De commerciële resultaten van ABNAMRO over 2017 mochten er dan wel zijn, volgens de RVC met Zoutendijk aan de leiding heeft de RVB en vooral Dijkhuizen de processen niet onder controle.
Dijkhuizen zelf oriënteerde zich intussen op een mogelijk strategisch doel voor de bank. De unieke identiteit van ABNAMRO zou volgens hem gezocht moeten worden in een gebied waar de moderne, zelfbewuste en principiële consumenten te vinden zijn: het domein van het klimaat, de duurzaamheid, het milieu. De rol van de bank bij de financiering van duurzame projecten zou moeten worden versterkt en uitgebuit. Dit idee werd uitgewerkt tot een strategische beleidsnotitie onder de titel:
Banking for the better, for generations to come”
Het idee rijpte, om niet langer primair de groei van de bank te zoeken in de financiering van zaken die de natuurlijke hulpbronnen uitputten of in milieubelastende investeringen (in vooral fossiele brandstoffen), maar door de bank in te stellen op bevordering van de   duurzaamheid, circulaire economie en sociale impact. Duurzaamheid wordt de bestaansreden van ABNAMRO.

De spanningen tussen de RVC en de RVB kwamen tenslotte tot een uitbarsting toen steeds meer toezichthouders zich met de bestuurlijke ruzies gingen bemoeien en als klap op de vuurpijl Dijkhuizens secretaresse buiten hem om werd ontslagen (door Zoutendijk?) wegens belangenverstrengeling. Op 5 februari was voor Dijkhuizen de maat vol: Of hijzelf eruit, of mevrouw Zoutendijk eruit. Het werd Zoutendijk die haar biezen moest pakken.
Nu de weg vrij was voor een terugkeer naar normale verhoudingen werkte Dijkhuizen zijn plan verder uit. Gelukkig voor de CEO van ABNAMRO kreeg hij de bank achter zich. Maar tegelijk lagen er grote nieuwe uitdagingen te wachten om deze idee concreet te maken.
Een eerste poging om de financiering te stoppen van een oliepijpleiding die dwars door een Amerikaans Indianenreservaat liep, riep nog wel verzet op bij de zakenbank die immers langjarig middelen verstrekker was van de olie-industrie. Maar allengs begon het personeel in te zien dat ook de concurrenten ondanks hun relatieve voorsprong in de digitalisering of de agro-business, niet om de leefbaarheid van de aarde heen kunnen. Op dat terrein kan ABNAMRO een voorrangspositie opbouwen.
Maar Kees van Dijkhuizen kon op zijn beurt ook de klus niet afmaken (net als Gerrit Zalm zijn Connect2020 niet meer kon uitvoeren). Het was zijn taak geweest om de door het team-Zalm geïntegreerde ABNAMRO en FORTIS in de vaart der volken op te stuwen. De implementatie van de nieuwe strategie van duurzaamheid moest hij echter aan een opvolger overlaten. Op 22 april 2020 trad Robert Swaak aan. Voor Swaak ligt er een dubbele taak. Hij moet een balans zien te vinden in enerzijds de enorme kosten die gemaakt moeten worden om de cliëntendossiers witwas-proof te maken en anderzijds het verdienvermogen van de bank op te vijzelen.

4 TEKST ANALYSE
4.1 Auteurs van De Staatsbank
De auteurs Ivo Bökkerink en Pieter Couwenbergh zijn onderzoeksjournalisten in dienst van het Financieele Dagblad.
Ivo Bökkerink: Studeerde aan de VU (1999-2001); Betten Beurs Media News redacteur sector Technologie (2001-2005); Reed Elsevier redacteur Technologie (2005-2008); Financieele Dagblad 2008-heden redacteur banken, technologie, media telecom en energie; schrijver sinds 2020. (Bron: Linkedin.com  In 17 juni 2020).

Drs Pieter Couwenberg, Geschiedenis Universiteit Leiden (1979-1987); Regionale Pers Den Haag, reporter (1989-1991); Utrechts Nieuwsblad redacteur economie (1991-1996);  TV programma NOVA redacteur (1996-1999); Financieele Dagblad redacteur fast moving consumer goods and retail (1999- 2005); idem Senior Writer (2011); idem Deputy chief online news/ senior writer (2018-heden).
Couwenberg ontving in 2013 in gezamenlijkheid de Citi Journalistic Excellence award voor de beste berichtgeving op het terrein van financiën en economie. (Bron: Wikipedia 17 juni 2020).
Couwenberg publiceerde in 2007 het boek De regels en het spel (met Haenen). Bron: Linkedin 17 juni 2020.

4.2 De structuur van De Staatsbank

De 348 bladzijden zijn verdeeld in een inleiding, acht Aktes, een epiloog en een slotbeschouwing ‘Hoe het verder ging’. Elke akte is onderverdeeld in een aantal kerndelen met een titel. De titels wijzen vooruit naar de inhoud. Deze presentatie is bijzonder plezierig en omdat de hoofdstukken niet te lang zijn zit er vaart in het verhaal. Juist omdat dit chronologisch is opgezet wekt het bij lezers de nieuwsgierigheid op. Hoe gaat het verder?
4.3 De stijl van De Staatsbank
De tekst is heel feitelijk en heeft duidelijk als doel te informeren. Daarbij is de vertelling veelal gesteld in de onvoltooid tegenwoordige tijd. Het lijkt daardoor of de gebeurtenissen nu plaatsvinden (… “Leeflang is zich al enige tijd steeds meer zorgen gaan maken over president-commissaris Zoutendijk”). Dat Leeflang zich zorgen maakt kunnen de auteurs alleen maar weten als dat hun verteld is, of ze trekken deze conclusie uit de geraadpleegde correspondentie. Lezers beleven de ontwikkelingen intens mee doordat de auteurs moeiteloos overwegingen, argumenten en meningen uit de eerste hand hebben geregistreerd. Het betreft geen ambigu romantaal maar journalistieke nauwkeurigheid. Dat konden ze doen door middel van interviews met diverse betrokkenen. Als lezers zich afvragen hoe de handelingen van de echte personages zijn te verklaren, dan krijgen ze direct een antwoord. Aldus wordt twaalf jaar boeiende bankgeschiedenis in hoofdlijnen samengevat. Vrijwel nergens is vaktaal gebruikt. Een enkele maal zijn afkortingen (SIM, IPO) gebruikt die voor leken niet vlot te herleiden zijn. Maar verder niets dan lof voor de manier waarop de geschiedenis wordt verteld.

4.4 Vertelsituatie en perspectief

Een algemene verteller vertelt heel feitelijk wie binnen ABNAMRO Bank N.V. na 2008 in de hoogste bestuurslagen acteerden en hoe op dat niveau de onderlinge samenwerking verliep. De informatie is afkomstig van de deelnemers zelf of uit door hen gevoerde correspondentie. De verteller neemt de vrijheid soms onomwonden, afkeuring door de bron overnemend, de minder gewaardeerde persoonlijke eigenschappen van sommige actoren aan de orde te stellen ( …”Er moeten nog twee commissarissen het veld ruimen voordat de rust kan weerkeren. De twee handlangers van Zoutendijk: Frederieke Leeflang en Steven ten Have.”320/321). Of … “De topman raakt in paniek als hij (Zalm) van Ten Have en Slingelandt te horen krijgt dat zijn tijd echt zal komen”. (220)

4.5 Tijd en ruimte

De geschiedenis beloopt een tijd vanaf het jaar 2004 tot in 2020. De geografische ruimte betreft primair het hoofdkantoor van ABNAMRO in Amsterdam. Grootaandeelhouder de Nederlandse Staat zetelt in Den Haag en ook daar speelt zich het nodige af. Ook op andere locaties in Nederland kwamen de personages bijeen met een zakelijk doel.

4.6 Correctheid

Jammer dat het boek enkele onvolkomenheden bevat als data worden genoemd. Een verwijzing naar 31 november of naar dinsdag 6 januari 2018 (moet of februari zijn of zaterdag) doet minstens de vraag opkomen of er nog meer is dat niet geheel correct is.



5 Chronologisch overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen bij ABNAMRO 2008-2020
Datum/Jaar
Gebeurtenis
4. 10. 2008
Lehman Brothers INC failliet; Crisis in de financiële wereld; ABNAMRO Bank (Nederlandse belang) en Fortis Nederland genationaliseerd. 21.11.2008 G. Zalm ex-Min. v. Fin. directeur van ABNAMRO Holding N.V.
1.1. 2009
Raad van Bestuur ABNAMRO (Transitieteam) aan de slag: Zalm, v. Hall, v. Rutte, Reehoorn, Princen, Vogelzang, Wijn.
1.4.2010
Raad van Commissarissen ABNAMRO Bank N.V.  benoemd o. l. v. Hessel Lindenbergh.
2011
Strategienota Houtskoolschets wordt leidend. Griekse crisis. Knot volgt Wellink op als president van de Ned.Bank. Integratie ABNAMRO-FORTIS in volle gang. Financieel geen goed jaar. Beloning Raad van bestuur is een issue.
2012
2.4.2012 Integratie ABNAMRO/FORTIS afgerond. Strategienota “A van Ambitie”. Voorzieningen voor Griekse leningen en Madoff debacle. 1.5.2012 project “Foresight” dat richting moet geven aan de strategie.
2013
Jan van Rutte, ex Fortis vervangen door Kees van Dijkhuizen als CFO. 24.8.2013 Min. Dijsselbloem geeft toestemming voor een notering van ABNAMRO op de Effectenbeurs in 2015.
2014
7.2.2014 Olga Zoutendijk commissaris. Dubai affaire. Commerzbank wil fuseren. Private Bank moet worden doorgelicht, kosten 200 miljoen. Jaarwinst ABNAMRO 1,2 miljard.
2015
Grote ophef over de bonus aan RVB van 100.000,- Indirect reden voor ontslag commissaris Wakkie. 2.11.2015 weer beursnotering voor ABNAMRO. Eerste aanzet voor strategienota CONNECT2020.
2016
6.4.2016 Olga Zoutendijk pres. commissaris. 18 mei 2016 eerste aandeelhoudersvergadering. Drie nieuwe commissarissen. CEO Zalm onder vuur. 8.11.2016 Kees van Dijkhuizen volgt Gerrit Zalm op.
2017
Oude RVB ontslagen. Dijkhuizen benoemt nieuwe Raad van Bestuur Cuppen, v. d. Horst, De Kluis, Nouhuys, van Mierlo en Abrahams. Hij handhaaft v. Hall en Reehoorn tegen de zin van Zoutendijk c.s. Rel over voetbalkaartjes commissarissen. Leeflang en Ten Have onder vuur.
2018
Zoutendijk ? ontslaat secretaresse Van Dijkhuizen. 5.2.2018 confrontatie RVB-RVC. Zoutendijk krijgt ontslag. Bornfeld vervangt It-er van Hall. Dijkhuizen zoekt de unieke bestaansgrond van ABNAMRO. 18.7.2018 Tom de Swaan president-commissaris. Anonieme brieven van personeel.
2019
Kees van Dijkhuizen ziet DUURZAAMHEID als de ‘purpose’ van ABNAMRO. Strategie wordt samengevat in Banking for the better, for generations to come”. 27.9.2019 inval van FIOD en OM: mogelijk te zwakke cliëntendossiers met hoog witwasrisico.  RVC wil CEO Van Dijkhuizens contract niet verlengen.
2020
22.4.2020 Robert Swaak vervangt Kees van Dijkhuizen. Massale inzet voor grondige aanpak van de cliëntendossiers. ABNAMRO meldt eerste kwartaalverlies van 395 miljoen wegens extra kosten en afschrijving van 1,1 miljard op kredieten.


 
6 Slot en Conclusie

Bökkerink en Couwenberg hebben een vlot leesbaar boek geschreven. In de stijl van De Prooi vertellen ze over een bank die door de Nederlandse overheid in 2008 van de ondergang gered moest worden. Ze wijzen op de onnatuurlijke eigendomsverhouding die er bestaat tussen de Staat en een commercieel bankbedrijf. Een risicomijdende grootaandeelhouder die de overheid was, stond op gespannen voet met een bankbestuur dat door groeidrift aangespoord minder enthousiast toekwam aan de eisen van een behoorlijk nagekomen compliance.
In de twaalf jaar van haar bestaan heeft de ABNAMRO/FORTIS-combinatie een complete Raad van Bestuur vervangen en vier voorzitters van de Raad van Commissarissen versleten. Voeg daarbij nog dat in de RVC  voortdurend moest worden gemuteerd wegens interne conflicten en competentiekwesties. De bank werd gevangen in een web van oncontroleerbare processen, waardoor de toezichthouders kostbare onderzoeken van de bank gingen eisen.
 De overheid wenst zijn meerderheidsbelang nog niet op te geven (uitspraak Hoekstra) waardoor ABNAMRO en het Ministerie van Financiën hun moeizame samenwerking zullen moeten voortzetten.
Het lijkt erop dat anno 2020 de rust enigszins is weergekeerd al is over 2019 de kosten-baten verhouding nog steeds 61,2. De doelstelling voor 2020 is 56-58 en dat is behoorlijk ambitieus gezien de enorme kosten die zullen voortvloeien uit de verplichte customer due diligence en dossier screening.

Middelburg, 19 juni 2020

   


                           
           











[1] Jeroen Smit, De Prooi (Amsterdam 2009) zie 271-438 voor de details.
[2] De navolgende tekst is een samenvatting van het boek De Staatsbank. Geïnteresseerde lezers doen er goed aan dit boek onverwijld te kopen en zelf te lezen omdat het een boeiende gedetailleerde weergave bevat van de belangrijkste gebeurtenissen binnen ABNAMRO sinds 2008. Ik heb de tekst verder beperkt aangevuld met actuele gegevens van de website van ABNAMRO.
[3] Raad van Commissarissen Fase I: Hessel Lindenberg (vz, tot 10.4.2014), Wakkie (1.10.2010), Rik Baron Van Slingelandt (v.a.1.10.2010 en voorz. Vanaf 10.4.2014- 18.5.2016), De Haan (tot 18.5.2016), Mevrouw Oudeman (2009-30.9.2015), Meerstadt, Ten Have en mevrouw Roebeek, Olga Zoutendijk (v.a.  3.2.2014 en voorzitter.v.a.18.5.2016- 2.3.2018).
[4] Raad van Bestuur Fase I: Gerrit Zalm (vz.21.11.2008 tot 8.11.2016), Kees van Dijkhuizen (v.a. 16.4.2013 en vz. 8.11.2016-22 april 2020) Jan van Rutten (ex Fortis 1.1.2009 tot 8.11.2016), Wietse Reehoorn, Caroline Princen, Vogelenzang, Van Hall en Joop Wijn, allemaal benoemd per 1 januari 2009. Pas op 3 november 2009 stemde de ECB in met de benoeming.
[5] Fase II Executive Board: Kees van Dijkhuizen vz., Tanja Cuppen CRO, Clifford Abrahams CFO, na vertrek Van Hall: Christian Bornfeld Chief IT en Innovatie. En het Executive Committee: Gert Jan Meppelink Chief Human Resources tot 1.3.2019, Frans van der Horst CEO Retail, Daphne de Kluis CEO Commercial Banking, Rutger van Nouhuijs CEO Corporate en Institutional Banking, Pieter van Mierlo CEO Private Banking.
Op 15 juni 2020: Executive Board: Robert Swaak (vervangt Van Dijkhuizen als voorzitter Raad van Bestuur per 22.4.2020).
Fase II Raad van Commissarissen: Olga Zoutendijk (vz tot 2.3.2018), Frederieke Leeflang (18.5.2016-24.4.2019 vac. Wakkie, Steven ten Have (18.5.2016-24.4.2019), Annemieke Roobeek (1.4.2010-17.12.2019).
Op 15 juni 2020: Tom de Swaan vz. 12.7.2018, Arjen Dorland v.a. 18.5.2016 (vac. Oudeman), Laetitia Griffith v.a.17.12.2019, Michiel Lap v.a. 24.4.2019, Anna Storåkers v.a. 24.4.2019 (vac. Ten Have),) Tjalling Tiemstra v.a. 18.5.2016 (vac. De Haan), Jurgen Stegman (v.a.12.8.2016)

zondag 29 maart 2020

BEKNOPTE ANALYSE VAN GRAND HOTEL EUROPA (Pfeijffer 2018)


GRAND HOTEL EUROPA (Pfeijffer 2018) is onderhoudende literatuur

Leen Moelker 



Titel: Grand Hotel Europa;

Auteur: I. L. Pfeijffer;

Publicatie: 2018;
Druk: 16e druk november 2019;
Uitgever: Arbeiderspers Amsterdam;
Aantal bladzijden: 547;
ISBN: 9789029526227/nup301;
Prijs: 24,95;
  
Deze keer geen uitgebreide analyse van een boek dat in de publieke belangstelling staat. In de plaats daarvan komt een samenvattende bespreking.

Voor dit blog heb ik eerder werk van Pfeijffer behandeld. Hierin heb ik aandacht besteed aan zowel de literair-historische context als aan de eigenschappen van een werk. Wie daarover meer wil weten verwijs ik naar de bijdrage over La Superba (30.1.2014) en naar een bespreking van het toneelstuk Blauwdruk voor een nog beter leven (1.5.2015).
Op 16 oktober 2020 verscheen in de media een bericht dat Paola Marini ex directeur van de Galleria dell' Accademia in Venetië zich herkent in dit boek omdat haar naam is gebruikt en haar in een situatie is geplaatst die een negatief oordeel over haar als persoon suggereert. Een mogelijke rechtszaak volgt. (Telegraaf 16.10.2020)



1 Synopsis
Een mannelijk personage, Ilja Pfeijffer genaamd, heeft zich teruggetrokken in een verlopen hotel ergens in Europa. Hij wil de geschiedenis van een onlangs verloren liefdesbetrekking beschrijven. Via ontmoetingen met andere gasten en personeel van het hotel analyseert hij en passant het leven in hedendaags Europa.
2 De roman in vogelvlucht
Grand Hotel Europa is een onderhoudend boek omdat er een interessant tijdsbeeld in geschetst wordt. Dat gebeurt via talrijke dialogen tussen personages met een diverse achtergrond, afkomst en nationaliteit.
2a De rode draad
Ilja en zijn vriendin Clio (genoemd naar Kleio de inspirerende muze van de geschiedenis) zijn het er roerend over eens dat de in Italië aanwezige kunst wordt gecorrumpeerd door het massatoerisme. Zij spreken over Europa als een continent dat is verworden tot een recreatiegebied voor de rest van de wereld. En de Europeanen versterken dat beeld door te pas en te onpas op te scheppen over de authenticiteit en het belang voor de wereld van de eigen kunstvoorwerpen.
Zoals het oude Grand Hotel Europa zich nog voorstaat op zijn anachronistisch verleden, zo laat het oude Europa zich kennen door een hang naar vroeger. Azië, Amerika en India hebben de toekomst. Het is nog erger, de geschiedenis van het Avondland lijkt zich te herhalen in een nieuwe episode van neergang zoals beschreven in Untergang des Abendlandes (Oswald Sprenger 1918). Europeanen kunnen de eurocentrische cultuuropvatting met haar ongebreidelde geloof in de vooruitgang, niet langer volhouden. Er treedt verstarring van geest op, evenals een overdreven accent op het roemruchte verleden. Europa koerst zo af op het einde van haar geschiedenis of bestaan.[1]
2b Verhaallijnen
A Een liefdesgeschiedenis
Het belangrijkste verhaal betreft de liefdesrelatie tussen Clio en Ilja. Clio is een kunsthistorica (specialisatie Caravaggio) en Ilja is schrijver en dichter. Samen delen ze de liefde voor de Europese cultuur. Ze wonen respectievelijk in Genua, Venetië(Fig. 1) en elders en ervaren lijfelijk de gevolgen van het massatoerisme voor die steden. Via een zoektocht naar een verloren gewaand schilderij van Caravaggio belanden ze in archieven in Venetië en Malta. Clio’s succes – met dank aan Ilja – leidt echter een breuk tussen de geliefden in. Zij verruilt het zieltogende Europa voor een toekomstgerichte oliestaat in het Midden-Oosten en Ilja trekt zich teleurgesteld terug in Grand Hotel Europa.
Ilja wil het ontstaan, verloop en het einde van zijn relatie met Clio evalueren en herbeleven. Dat doet hij feitelijk in de hoofdstukken 2,4,8,16,23 en 25.
B Ilja als chroniqueur over stadsontwikkeling en toerisme
Daarbij geeft hij eigen ervaringen door met de stad Venetië en Genua die zijn te vinden in de hoofdstukken 6,17,19.
C Beschouwingen over de hedendaagse Europese Cultuur
Daarnaast doet hij verslag van gesprekken met collega’s, personeel en andere gasten die vanuit hun perspectief reageren op dichtkunst (3), Europa (7), immigratie (3,5,11,15), traditie en vernieuwing (1,9,13,18,22,26).
D Massatoerisme
Ilja wordt benaderd door een Europese filmploeg om zijn Venetiaanse ervaringen in te brengen in een documentairefilm. Het onderwerp zou uiteindelijk massatoerisme worden. En passant interviewt hij daarvoor ervaringsdeskundigen in Amsterdam, Giethoorn, Skopje en verzamelt zo materiaal om een boek over toerisme te schrijven. Deze verhaallijn is verweven met die van de vorige twee maar kan er ook los van staan.  Massatoerisme vooral te vinden in (10,12,14,20,21).
3 De taal van Grand Hotel Europa 
                                         Fig.1 Venetië met het Dogenpaleis (foto: Internet 28 maart 2020)
Evenals in zijn roman La Superba heeft de auteur zijn eigen naam gegeven aan zijn belangrijkste personage uit deze roman. Hij doet dat zo realistisch, dat het boek zelfs autoreferentiële trekken heeft. Zelfpromotie is een kenmerk van dit tijdsgewricht. Ik zie de verwijzing naar titels van eigen werk daarom maar als de literaire variant van de ik-gerichtheid in de sociale media.
Taal is een belangrijk instrument voor de auteur I. L. Pfeijffer. De sfeer van een stoffig verleden en hoofse omgangsvormen weet hij perfect op te roepen door middel van een archaïsch taalgebruik. Maar hij schakelt moeiteloos over naar een directe moderne stijl van schrijven en spreken. Daarbij varieert hij in taalexperimenten. Pfeijffer is een scherp waarnemer die zowel de zichtbare dingen als de psychologische gesteldheid van zijn personages gedetailleerd maar toch interessant kan beschrijven. Echter, hij kan ook gemakkelijk uitstijgen tot ver boven dit niveau en via slimme dialogen een universeel probleemveld aan de lezer voorschotelen.
Een sterk punt van het boek vind ik de talrijke vergelijkingen en metaforen. Deze stijlelementen moeten doorgaans een beschreven situatie of activiteit toegankelijker maken voor het begrip. Maar in dit boek versterken ze de toch al sterke uitspraken nog meer. “Venetië glimlachte naar mij als een geliefde die op mij had gewacht” (21), “Ik moest orde scheppen in de herinneringen die mij als een zwerm woedende bijen hadden opgejaagd…” (19), “…schimmig geschilderd, alsof het spoken waren uit een ver verleden, (102), …… terwijl ik als een drenkeling nergens anders oog voor had en niets in mijn leven inniger liefhad dan de zachtroze reddingsboei van haar lippen.”(104), …terwijl Europa…. zit vastgeklonken aan zijn verleden, als een sprinter die met een springveer vastzit aan het startblok…(536).
Wat verder opvalt is dat gesprekken vaak in de indirecte rede staan genoteerd in plaats van een dialoog in te lassen (hij vroeg of hij mij voor mocht gaan …14). Dit beïnvloedt de verteltijd nogal omdat in die stijlvorm ellipsen de vertelde tijd versnellen. Bij Pfeijffer is dat wel van belang want hij gebruikt soms lange zinnen, wat vermoeiend kan zijn.
Soms lijkt een gebeurtenis te ver gezocht, zoals het bezoek aan Skopje, maar in het totaal van het boek kunnen lezers dit uitstapje mogelijk interpreteren als een verwijzing naar wat er tegenwoordig ook speelt in Europa: het opkomende regionalisme en nationalisme.
Eén hoofdstuk uit het boek heet ‘Intertekstualiteit.’ Voor een classicus is het niet moeilijk een eenvoudige Afrikaanse immigrant/vluchteling met de dwaaltocht van de Griekse mythische held Aeneas te verbinden. Immers beiden dolen zonder duidelijke bestemming rond en hebben uiteindelijk als doel over te steken vanuit Afrika naar Italië.
Sommige lezers zullen zeker in de opzet van een ander boek – waarin de verteller verblijft in Grand Hotel des Bains, gesprekken aanknoopt met gasten, liefdes smart ondergaat, maar de cholera bedreigt Venetië – een verwantschap zien met Thomas Manns boek Der Tod in Venedig. Anderen herkennen zeker in de socratische gesprekken, de essayistische vertogen en de citaten uit rapporten de intertekstualiteit met de klassieke en hedendaagse sociologische vraagstukken.
4 Een korte tekstanalyse
Het thema Liefde betreft zowel de gevoelens tussen mensen als de sympathie voor het continent Europa dat dreigt te bezwijken onder het massatoerisme. Als vertelinstantie is gekozen voor een ik-verteller, Ilja Leonard Pfeijffer genaamd, die de geschiedenis voor ons beschrijft. De tijd en ruimte betreffen het hedendaagse Europa dat zich door de Aziatische en Amerikaanse dominantie verdrongen weet als leider van de wereld. De vertelling is opgedeeld in zesentwintig hoofdstukken met een titel, die elk weer onderverdeeld is in een variabel aantal genummerde delen. Dat zijn we van Pfeijffer gewend: korte hoofdstukken, wisselende zinslengte en gespreide aandacht voor tijd en ruimte.
 Het boek leest als een trein door de toegankelijke stijl waarin de tekst is geplaatst. De intertekstuele elementen – beeldende kunst, klassieke muziek, literatuur en poëzie, historische gebeurtenissen – verbinden de lezer met de hem of haar bekende wereld. Maar de lezer wordt ook meegenomen langs het vluchtelingenvraagstuk, de druk van het massatoerisme op de culturele verworvenheden en de politieke tendensen van het opkomende nationalisme, delend in de bezorgdheid van de auteur over de teloorgang en bedreigingen van de Europese waarden. “Niemand houdt van de Europese Unie, maar ik wel. “en “Ik heb Europa nodig om te kunnen bestaan” merkt de hoofdpersoon op (536).
5 Europa versus Amerika
Klaas van Berkel stelde bijvoorbeeld in zijn bundel Amerika in Europese ogen; Facetten van de Europese beeldvorming van het moderne Amerika dat ‘Amerika is wat Europa niet meer is.’[2] Waar Europa de oude starre levenswijze blijft koesteren, is Amerika levenskrachtig, vol initiatief, toekomstgericht en bereid om risico’s te nemen.
Ik vind dat Pfeijffer het beeld van Europa – de oude waarden dreigen te verdwijnen – negatiever aanzet dan nodig is. Europa is dan wel geen Amerika of China waar het de innovatiekracht betreft, door de globalisering leert Europa zich razendsnel aan te passen. Dat blijkt onder andere door de populariteit die Europa geniet onder de niet aangesloten Europese landen en de positie tussen de grootmachten. Europa is een machtsblok geworden. De Europese innovatiekracht blijkt duidelijk nu een Duits bedrijf CureVac GMBH mogelijk ver is gekomen in de ontwikkeling van een vaccin tegen COVID-19. Want de Amerikaanse regering (Trump) heeft geprobeerd die know how op te kopen, wat niet gelukt is.  Onverkort is geldig wat Ilja in Grand Hotel Europa aan zijn muze openbaart op bladzijde 535/536: Europa heeft tijdens zijn ontwikkeling van duizenden jaren ontelbare moeilijkheden overwonnen en zal daarin blijven geloven. Het Goede, het Ware en het Schone is in Europa te vinden en dat is de basis van Europa’s toekomst: ….”wortels zijn belangrijker dan bestemmingen..” (536).
6 Slot
Dat brengt ons op de vraag hoe realistisch deze roman is.  De populariteit van Grand Hotel Europa doet vermoeden dat lezers door het realisme van de illusie, code en kennis worden meegezogen in een wereld die de hunne is. Zelfs de statistieken lijken te kloppen. Wat daarbij helpt is dat de auteur voor de verhaalmotieven vrijelijk put uit de intertekstuele grabbelton van de literaire canon.  Dat is een kenmerk van de auteur en heb ik al geconstateerd bij de bespreking van zijn roman La Superba.                                   
Hoewel de roman Grand Hotel Europa volstrekt origineel werk is, verwijzen sommige verhaalmotieven naar vaker gebruikte literaire kunstgrepen.  Ik som er een paar op. Het motief ‘Liefdesgeschiedenis’ (zie  Lodewijk van Deyssel Een Liefde), het motief ‘Reizen’ (zie Van Hulthemhandschrift Brandaan, Bertus Aafjes, Voetreis naar Rome, Vergilius’ Aeneis), motief ’Verloren document” ( zie Multatuli  Max Havelaar,  Umberto Eco In naam van de Roos), het motief ‘ Verblijf en gesprekken in een hotel’ ( zie Thomas Mann  Dood in Venetië, Agatha Christie, Ten little niggers), het motief ‘Journalistieke beschrijving’ (zie Stendhal Rood en Zwart), het motief ‘Europa’(Geert Mak Europa).
Samengevat gesteld kom ik tot het oordeel dat Ilja Pfeijffer met dit boek veel mensen een plezier heeft gedaan. Daar ben ik van overtuigd. De gekozen opzet zou moeiteloos dubbeldik kunnen zijn want over de Europese (culturele) ontwikkeling is al veel geschreven en zal nog veel worden gepubliceerd.
De verhaallijn over de documentairefilm draagt weinig bij aan het thema liefde in tijden van massatoerisme, Het autoreferentiële karakter ervan krijgt voor mij – ook al is het ironisch bedoeld - te veel accent.
Maar verder niets dan lof voor deze onderhoudende roman.

Middelburg, 28 maart 2020


[1] Bladzijde 56 “Ik wil niet net als het hotel waar ik verblijf en het continent waarnaar het is vernoemd tot de conclusie komen dat de beste tijd achter mij ligt en dat ik van de toekomst weinig meer te verwachten heb dan teren op mijn verleden.”
[2] Klaas van Berkel red., Amerika in Europese ogen; Facetten van de Europese beeldvorming van het moderne Amerika (Den Haag 2001).