donderdag 22 juli 2021

DE WESTGEVEL VAN DE KATHEDRAAL VAN STRAATSBURG

 

DE WESTFAÇADE VAN DE KATHEDRAAL VAN STRAATSBURG

 

Leen Moelker

 

1 Inleiding

In vorige bijdragen aan mijn weblog over de kathedraal van Straatsburg heb ik een verkenning uitgevoerd naar de achtergronden van de gotische kathedraalbouw in de twaalfde eeuw en voorliggende eeuwen. Het werd duidelijk dat de bouw van een godshuis een lange traditie heeft. In het vierde millennium voor Christus ontwikkelden de Sumeriërs het idee van de scheppende God/Koning wiens tempel (ziggoerat) zijn bijzondere status moest uitdrukken. Ook de latere Egyptenaren vereerden hun farao als een goddelijke voorzienigheid en bouwden vooral enorme graftempels. Door de interactie tussen het Midden-Oosten en Egypte met Griekenland ontstond cultuurvermenging. Koningen in Mycene bestreken een groot territoir en zetelden op hoger gelegen heuvels burchten (Akropolis) van waaruit de koning (basileus) van een nederzetting (astu) de samenleving (polis) bestuurde. In het eerste millennium voor Christus democratiseerden de Griekse (oligarchisch bestuurde) stadstaten en namen ze een polytheïstische religie aan.

Door tempelbouw en speciale feesten werden de geesten verenigd. Alexander de Grote bracht deze structuur naar ver buiten de Griekse grenzen waardoor van oosterse culturen de monotheïstische ideeën over de vergoddelijking van de heerser weer werden opgenomen in de eigen religie. Onder de Romeinen werd echter de polytheïstische religie een staatszaak en uiteindelijk werd de keizer als pontifex maximus(opperpriester/koning) belast met de handhaving van de ‘vrede met de goden’ (pax deorum). De goden kregen eigen tempels (Vestatempel in Rome). Toen het monotheïstische christendom voet aan de grond had gekregen als tegenhanger van de polytheïstische religie werden tempels basilieken en later kathedralen.

 

 

 


Foto1 Westgevel kathedraal van Straatsburg (foto: By Chabe01 - Own work, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=82044520 21.7.2021).

In het tweede millennium na Christus groeide de Europese bevolking sterk en de samenhangende economische vooruitgang bracht een ontwikkeling voort in de stedenbouw en in het religieuze leven. Eén exponent daarvan was de gotische kathedraalbouw vanaf het jaar 1000 n. Chr.

Een belangrijke kathedraal uit die tijd is die van Straatsburg. De geschiedenis ervan is eerder beschreven en daarom zet ik nu de schijnwerper op een onderdeel ervan: de west façade. 

2 West façade, de bouwgeschiedenis( foto 1)

Ter herinnering eerst een korte terugblik op de bouw van de westgevel.

1275 Het schip is klaar op de twee laatste traveeën na, die in 1298 worden voltooid. Het middenschip zou 63 meter lang, 32 meter hoog en 16 meter breed worden. Begin van de bouw van het westfront met torens.

1298 Brand. De iconografische opbouw van de west façade begint.

1310-1320 Het roosvenster wordt door meester Erwin ontworpen en geplaatst.

1390 Het iconografische programma van de west façade is uitgevoerd.

1399 Plannen voor een torenspits – het laatste deel van de bouw – op het westwerk worden bezien. Komt er een enkelvoudige centrale toren of een campanile of misschien bovenop de beltoren twee symmetrische torens?

Het werd één centrale achthoekige toren bovenop de noord toren van het westwerk omdat de fundering van het westwerk dat de basis voor de toren moest vormen geen andere keus liet.

1792 De koning wordt afgezet. Oorlog met Oostenrijk. In Straatsburg wordt de kathedraal geplunderd. De kronen en scepters van de beelden van Clovis, Rudolph van Habsburg en Dagobert moeten verwijderd worden uit de westgevel, Bronzen deurbeslagen uit het centrale portaal uit de 14e eeuw gaan naar de Munt, alle koperwerk als kandelaren en crucifixen wordt geconfisqueerd. Van de klokken worden kanonnen gemaakt. Op de torentrans wordt een semafoor geplaatst volgens het idee van Chappe. Straatsburg wordt de laatste stad in de keten van blote-oog-semaforen tussen Parijs en Straatsburg om de communicatie met Parijs te versnellen.

1794 Op de torenspits van de kathedraal komt een rood geschilderde ijzeren Frygische Muts van 10 meter hoogte (tot 1802). De sculpturen aan de west-façade en de zuidelijke transeptingang worden door een houten paneelconstructie – met revolutionaire teksten op – uit het zicht geplaatst. Professor J.F. Hermann redt 80 van de mooiere sculpturen afkomstig van de kathedraal door ze in de Botanische Tuin te plaatsen. Met de resten van alle andere beelden worden de straten Rue des Poules en Rue des Planches geplaveid.

1811 Begin van een grootschalig herstelprogramma. Étienne Malade, beeldhouwer, vernieuwt twee lijsten aan de zuidelijke transeptingang en vernieuwt het beeld van koning Salomo boven de centrale ingang aan de west-façade.(origineel nu in het Fabriek-museum).

1841-1844 Klotz stelt een algehele renovatie van het koorgebied voor maar wil eerst archeologisch onderzoek doen. Tijdens het tiende Wetenschappelijke Congres in Straatsburg wordt zijn plan door experts beoordeeld.  Onder behoud van bestaande elementen moet het koor de Romaans-Byzantijnse sfeer krijgen. Klotz maakt een lange reis door het Nabije-Oosten om ideeën op te doen.

 1849 Philippe Grass vervaardigt de twaalf apostelen voor een plek net boven het roosvenster in de west-façade en onder de mandorla met Christus en plaatst een groep figuren rondom het Laatste Oordeel op de beltoren. Voor het centrale portaal maakt hij een Madonna met Kind. De laatste zijn door beeldhouwer Riedel in 1911 vervangen.

1867 De Fundatie voert een actief beleid om de kathedraal te verfraaien met beelden. Acht bisschoppen en vier ridders krijgen een plek aan de west-façade bovenop de reeds aanwezige beelden van Dagobert, Clovis, Rudolf van Habsburg en Lodewijk XIV.

1904 Arntz komt met het kapittel in aanvaring over zijn voorstel de kathedraal te verwarmen. Het kapittel wil per sé een Franse onderneming die het systeem Perret levert. De Duitser Johann Knauth volgt hem in 1905 op. Hij is dan al in dienst van de Fabriek sinds1891 onder Schmitz. Knauth voltooit de herstelwerkzaamheden aan de west-façade (ingezet door Arntz), waar onder het roosvenster, het timpaan met de Maagd en koning Salomo en de leeuwen. Verder vergroot hij de kathedraal door aan de noordzijde van het schip een technische ruimte voor de verwarming van de kathedraal te bouwen in neogotische stijl.

1940 Op 19 juni vallen de Duitsers binnen en hijsen de hakenkruisvlag op de torenspits. Negen dagen later komt Adolf Hitler de kathedraal bezoeken en wenst het beeld van Lodewijk XIV (Vallastre 1829) weg te halen. Na de bestuurswisseling bij Monumentenzorg (nu Duits) wordt een maquette gemaakt van Frederik van Barbarossa ter vervanging van Lodewijk XIV aan de west-façade, maar het blijft bij een plan. Lodewijk XIV wordt zo goed verborgen dat men pas in 1946 zijn beeltenis weer terugvond. De kathedraal mag van Hitler niet meer religieus gebruikt worden.

1980 Het roosvenster wordt hersteld en op de west façade worden kopieën van de beelden geplaatst, de winkeltjes van Goetz, en de vensters van de apsis, maar ook het noordelijke transept worden gerestaureerd.

3 West façade, indeling en structuur[1]

3.1 De voorfase

Tijdens de bouw van de zuid- en noordgevel waren er al ideeën over de opbouw van de westgevel. Zij waren gebaseerd op de structuur van de Notre Dame de Paris en inspireerden tot het tonen van elegantie, slankheid en harmonie. De westgevel moest echter deels rusten op de bestaande ottoonse zwakke fundering. Dat gaf problemen in de uitvoering van een plan met twee torens.   In 1275 bereikte de bouw van het nieuwe schip met de gewelven de oude ottoonse westgevel. Daarover is verder niets bekend. In elk geval was het plan een west façade op te trekken naar het Parijse voorbeeld,  om vooral de verticaliteit te benadrukken. Dat zou moeten leiden tot een bouwwerk van 142 meter hoogte. Het plan voor een klokkentoren en een tweede toren werd in portefeuille gehouden terwijl de opbouw van de westgevel met drie portalen snel kon aanvangen omdat die aansloten op de drie beuken van het schip. Zo werd het westmassief simpel rechthoekig omhoog ingepland. Daartegenaan zouden de decoratieve elementen worden bevestigd.

3.2 Hoofdkenmerken

De buitenkant van de westgevel valt op door een netwerk van decoratieve kantstenen[2] en puntgevels. We zien een dicht opeengepakt stelsel van versieringen dat naar boven toe steeds ijler wordt. Bovendien wijken sommige delen van de gevel iets terug waardoor de verticaliteit wordt onderbroken. Bovenop de lagere torens waaronder de beltoren is een rijkversierde galerij aangebracht die de verticaliteit horizontaal onderbreekt.

De verticaliteit wordt bevorderd door een afwisselend patroon van lancetvensters gegroepeerd in dubbel en driedubbele lancetten. Bovendien prijken in een klimmende formatie boven de spitsbogen in de gevel driepassen vierpassen en vijfpassen, wat de verticale zichtlijn ook versterkt. Nabij de spitsbogen van de portalen zien we verschillende uitwerking van die verticaliteit. Boven het middenportaal is een roosvenster te zien met daar weer boven de horizontale galerij van de twaalf apostelen. Maar juist de langgerekte gotische vensters daar weer boven stimuleren de verticale kijkrichting. Merk op dat zowel in verticale richting als in horizontaal opzicht steeds sprake is van drie geledingen.

De klokkentoren in het midden van het westfront staat los van de beide zijtorens (Rumeau, bladz.181). In 1360 is pas besloten een klokkentoren in het westfront op te nemen (maître Gerlach). Hij heeft twee vierdelige lancetvensters met daarachter klankborden. De open achterzijde – om het carillon te kunnen horen – heeft geen decoratie. De noord en zuidkant van het massief – tevens een zijde van respectievelijk de noordtoren en de zuidtoren – beantwoordt aan dezelfde uitgangspunten als de west façade. Maar ze zijn door hun ‘tweede rangs’ positie toch wel verschillend behandeld. Immers, onttrokken aan het zicht bevinden zich daar de ingang van een wenteltrap die naar het platform leidt en dat die zijde geen andere decoratie heeft dan een eenvoudige fries. De aanwezige openingen zijn vernuftig aangebracht zodat geen zwart gat ontstaat maar ze laten licht toe in de narthex. De grote vensteropeningen noord en zuid van de eerste etage hebben geen negblokken (kantstenen) verankering De zuidelijke ruimte heeft een eenvoudig vlak plafond terwijl de noordelijke pendant een gewelf heeft.

De westgevel draagt de sporen van een contemporaine discussie over de vraag of de Parijse invloed op de bouw (Notre Dame de Paris) niet te groot was en dat een terugkeer naar de ottoonse historische uitgangspunten (robuuste afmetingen) wenselijk was. Dat hing samen met de hechte betrekkingen tussen de Heilige Roomse Rijk en Straatsburg. Daarbij beïnvloedde de keizerlijke familie Luxembourg (Karel IV,Sigismund) vanuit Praag de opvatting over de eigenheid van Bohemen en de Rijnvallei. De westgevel werd door drie generaties architecten gerealiseerd (Erwin, Gerlach, Fribourg) waarbij zij steeds de voortschrijdende technische ontwikkeling in het ontwerp toepasten. Zo werd de tweede spits niet uitgevoerd maar wel een klokkentoren toegevoegd.

 

3.3 Het decor van de westgevel

De west façade werd tussen 1275 en 1390 gebouwd. Volgens de gotische traditie bevat het front verschillende iconografische programma’s:

·         Drie portalen met een timpaan;

·         Standbeelden in de boogrondingen of archivolten;

·         Boven het centrale timpaan een decoratieve spitse daklijst met erboven een voorstelling over de Hemelvaart van Christus;

·         Op de klokkentoren een voorstelling met Het Laatste Oordeel;

·         Op de zijfronten van de buitenste torens een fries tussen de niveaus een en twee;

·         In de steunberen staan in nissen beelden onder een baldakijn dat versierd is met een vogel(ooievaar of kraanvogel);

·         Op het hoogste niveau pinakels.

In het algemeen gezegd, reflecteert de decoratie op – theologisch gezien – belangrijke gebeurtenissen. De bouw van een kathedraal in de 13e eeuw was minstens een zaak van de koning, de stad en de kerk. Daarom prijken aan de westgevel beelden van Clovis, Lodewijk XIV en de koningen Dagobert en Rudolf van Habsburg. Helemaal origineel is de westgevel niet meer. De Franse Revolutie, diverse ernstige branden en oorlogen noopten tot herstel van aanzienlijke schades. Vooral de personages in het timpaan-noord zijn modern. Gelukkig zijn de meeste van het centrale portaal nog origineel.

3.4 De sculpturen in de drie portalen (samengevat)

Ik geef eerst een aanwijzing voor de leesrichting van de portalen. Staande voor de westgevel lezen we van links (het noordportaal met een voorstelling van Christus als kind) naar midden(centrale portaal met de voorstellingen over Jezus’ lijden, opstanding en hemelvaart) naar rechts(zuidportaal met een voorstelling over levenswijzen in relatie tot het Laatste Oordeel).

Ieder timpaan is onderverdeeld in registers met kleine scènes die van links naar rechts en van beneden naar boven gelezen worden. Alleen het zuid-timpaan is geheel gevuld met een voorstelling over het Laatste Oordeel. Verder zijn in de portalen ook beelden te zien met een symbolische lading, nader te beschrijven als

Archivolten: De beelden zijn gemaakt door Vallastre en Malade in de negentiende eeuw nadat de originelen tijdens de Franse Revolutie waren gesloopt. Ze gebruikten hiervoor een vrij interpretatie van de gravure van Johann Arnhardt uit de zeventiende eeuw. Ze verwijzen naar scènes uit de levens en geschiedenis van heiligen en naar het fenomeen “Engelen”- hun activiteit, functies en toegedachte rollen – maar de authenticiteit ervan is twijfelachtig.

Samengevat: Centraal staat de Heilsgeschiedenis met Maria en Kind in het middenportaal. We zien Maria met haar pas geboren kind in het middenportaal, horizontaal geflankeerd door twee rijen profeten. In het timpaan erboven zien we sculpturen die het lijden, sterven en verheffing van Christus verbeelden, maar ook tafereel uit de hel. In de archivolt van links naar rechts beelden met een voorstelling over de Schepping, de geschiedenis van Mozes, martelaren en de eerste Christenen, kerkvaders en episodes uit de Evangeliën.

3.5 Leesrichting van de sculpturen

De horizontale leesrichting gaat van links naar rechts en begint in het Noordportaal. Daar kunnen toeschouwers zich spiegelen aan de strijd tussen het Goede en het Kwade en zich daardoor laten inspireren de kant van het Goede te kiezen. Een statisch opgestelde baardeloze profeet gebaart naar de anderen onder een baldakijn die er met de uitstekende jukbeenderen uitgemergeld uitzien kennelijk ascese betrachtend. In tegenstelling deze groep is de groep met de Deugd veel dynamische weergegeven.

 Je kunt in het leven ook kiezen voor de gemakkelijkste weg en wat er dan kan gebeuren toont de voorstelling van de Dwaze en Wijze maagden in het Zuidportaal *foto 2 en 3. Links staat de Grote Verleider, Satan, vrolijk lachend als een luie saletjonker, terwijl de Dwaze maagden schuldbewust naar hem opzien. Een van hen probeert zijn aandacht te trekken. De anderen kijken teleurgesteld naar hun lampen. Rechts staat de Bruidegom die de Wijze maagden zegent.  Dus ook daar een oproep ondanks alles Christus te volgen. De figuren staan op diagonaal geplaatste sokkels waardoor twee zijden zichtbaar zijn. De decoraties betreffen links de twaalf maanden van het jaar en de seizoenmatige menselijke arbeid. Rechts zijn ook in een vierpas in laagreliëf de tekens van de dierenriem gebeeldhouwd. Zo is daar verbeeld dat de tijd zich aanhoudend vernieuwt en verbindt met het menselijk bestaan.


                                                                            Foto 2, De dwaze maagden, (kathedraal Straatsburg                                                                                                                                         Foto: https://images.squarespace-cdn.com 21.7.2021

 


Foto3 De wijze maagden (kathedraal Straatsburg); Foto: https://religion.wikia.org/wiki/Parable_of_the_Ten_Virgins 21.7.2021.

 

 


 

De verticale leesrichting begint vanuit het centrale portaal waar Maria met haar Kind een centrumpositie inneemt. Om haar heen in de archivolt koningen (Salomo), apostelen, profeten, Evangelisten, martelaren en kruisridders, allen betrokken bij de verdediging van het geloof. Aansluitend aan de archivolten in opwaartse richting rijst een dubbele stenen driehoek op. Deze timpaancombinatie reikt tot aan het roosvenster en met zijn pinakels die kaarsen lijken verbergt de sculptuur de daar aanwezige galerij. In plaats van een pumeel, of kruisbloem staat een figuurtje ter afsluiting van het grote timpaan. De voorstelling erop betreft het vervolg op de aanwezigheid van Maria met Kind daaronder. Het Bijbelse thema binnen het grote timpaan stamt uit 1 Koning 10:18-20 waar de troon van Salomo wordt beschreven. In de middeleeuwen werd Maria en haar Kind vooral verbonden met de Troon van David/Salomo. In Jesaja 9:6,7 staat een messiaans visioen waarin Maria’s Kind wordt vereenzelvigd met de Troon van David/Salomo. Welnu, het kleine timpaan is een mooi voorbeeld van de toenmalige christelijke traditie waarin Maria met het koningschap (Salomo) en de Kerk met de troon wordt verbonden. We zien dan ook de Bijbelse (hier twaalf) leeuwen zitten in allerlei strijdbare houdingen op de twee trappen langszij de rechtsprekende Salomo op zijn troon. Salomo houdt het zwaard al in zijn handen terwijl de twistende vrouwen bij hem zijn oordeel afwachten. De koning der wildernis regeert over de andere dieren die deels in laagreliëf zichtbaar zijn gebeeldhouwd op elke traptrede. De leeuwen symboliseren de twaalf apostelen. Dit sluit goed aan bij de profeten in de archivolten die de heilsgeschiedenis voorzeggen met de komst van Maria’s kind en diens dood.  Op straatniveau hebben de twee zijportalen ook een timpaan maar dan zonder versiering en zijn dus hiërarchisch ondergeschikt. Dat Maria belangrijker is dan Salomo blijkt uit haar positie in het timpaan die immers op het hoogste niveau is gebracht. Maar het is uiteindelijk de Hemelse Vader die de meeste almacht heeft en Hem zien we dan ook in de wimperg op het allerhoogste niveau gebeeldhouwd. Er is een discussie geweest over welke symboliek moet worden toegekend aan de twee leeuwen onder de zetel van Maria. Naast haar staan twee figuren in gewaden met een rijke plooival.   Eén mening is dat de leeuwen synoniem zijn voor de Twee Stenen Tafelen[3]. De Maria verheffing wordt versterkt door de twee beelden van de Deugd naast haar en door de aanwezigheid van profeten op de buitenkant van de timpaanlijst.

De leesrichting vervolgend beschouwen we de overgang van het tweede niveau met het roosvenster naar niveau drie, de klokkentoren.(Fig.4) Die bestaat uit een horizontaal geschikte galerij met dertien beelden. Maria met de twaalf apostelen. 11 figuren zijn frontaal naast elkaar geplaatst in een kleine wimperg met driepas, twee bevinden zich aan weerszijden ervan. Bovenop de punt van de wimpergdriehoeken staan twee keer vijf engelen met uitgestrekte vleugels. Hun aanwezigheid bij Christus’ hemelvaart, die in een mandorla[4] staat weergegeven, symboliseert de plechtigheid van deze gebeurtenis.





 

Fig.4 Kathedraal van Straatsburg, roosvenster met klokkentoren (foto Internet 15 juli 2021)

 

Deze laatste sculpturen – mandorla en engelen – zijn evenals het nog te bespreken Laatste Oordeel op de klokkentoren pas aangebracht toen de klokkentoren klaar was. Daarom lijken ze geen onderdeel van de architectuur maar meer esthetische toevoegingen.

Veel eerder is aan te nemen dat de tijdgeest een rol heeft gespeeld bij de keus van het thema. Immers al in 1230 bij de Engelenpijler en eerder in het zuidtransept portaal (met de troon van Salomo) was het dragende  motief Het Laatste Oordeel geweest. Kennelijk wilde men nog eens wijzen op wat er later staat te gebeuren: een laatste oordeel over mensen.

De waarneming van de groep vanaf de straat wordt bemoeilijkt door de grote afstand en door kleine afmetingen ervan. We proberen daarom via een beschrijving van deze groep de aanwijzingen op de west façade te completeren (bladz 189).

We zien gemakkelijk de beide lancettenvensters met een wimperg opdoemen. Tussen de spitsen is Christus geplaatst, hij zit op een console. In de ruimte binnen die wimpergen van de vensters knielen respectievelijk Maria en Johannes. Hierom heen blazen engelen op trompetten terwijl andere engelen langs de buitenste kolommen van de lancettenvensters vanaf het voetstuk naar boven klimmen met de Passiewerktuigen – doornenkroon, gesel, spons, rietstok enz. – van beneden naar boven. De echte boodschap kunnen we aflezen van de groep op de top van het timpaan. De voorstelling links, de kleine figuurtjes, betreft het domein van de uitverkorenen met de aartsengel Michael die een geredde in witte kleren aan zijn borst drukt. Rechts het domein van Satan, die zich juist verwijdert met een vervloekte onder zijn arm.

Aldus is de waarschuwing dat wie Christus volgt, die zal voor altijd gelukkig zijn, maar wie zijn boodschap niet aanneemt die gaat naar het rijk der duisternis.

Het geheel van het westfront overziende wordt ons medegedeeld dat

a. het Goede het Kwade uiteindelijk overwint (linker portaal);

b. In het centrale portaal wordt de Bijbelse heilsgeschiedenis verteld met een centrale plaats voor de geboorte van Christus (eerste niveau). Christus’ lijden, sterven en opstanding met hemelvaart(tweede niveau). Het Laatste Oordeel (derde niveau);

c. De keus voor een juiste levensrichting met het oog op het Laatste Oordeel (rechterportaal).

Het is interessant om even naar het timpaan onder de centrale archivolt te kijken; juist boven Maria met kind is daar een vierdelig verhaal te lezen van beneden naar boven

Niveau 1. Het Laatste Avondmaal links en de gevangenneming van Christus rechts;

Niveau 2. Links naar rechts Jezus veroordeeld, gekruisigd en begraven;

Niveau 3.Links de hel met alle verdoemden (foto 5). Judas is aanwezig  links, hij staat er met een strop om zijn hals. Een schaap trekt de strop aan. De monsters behoren alle tot de helbewoners. De anus was vroeger een symbool van de duivel. Er wordt volgens Laurent Ridel beweerd dat de betreffende monsters verwijzen naar een pedofiele prelaat en vandaar erover geplast wordt; rechts een tafereel uit het verhaal van de opstanding;

Niveau 4 de hemelvaart van Christus.

 


Fig.5 De Hel, detail van het timpaan in de centrale ingang westgevel van de kathedraal van Straatsburg, 1380-1399, plm 100x40cm,zandsteen, (Foto: videostill uit Laurent Ridel,, https://youtu.be/MxUK1C_gSBE, 11 oktober 2020).

3.6 De fries op de noord-en zuidtoren

De westgevel van de kathedraal heeft dus een overvloed aan sculpturen. Zo is er ook een fries met 54 voorstellingen (waarschuwingen) op te zien op het niveau van de onderkant van het roosvenster. Op de noordtoren is daar een 24-delige fries aangebracht. De kleine figuren in laagreliëf reflecteren de symbolen die men in de Middeleeuwen zag als prefiguraties van de Opstanding der doden. Christus wordt hier symbolisch afgebeeld als een eenhoorn en er wordt naar hem verwezen door de pelikaan die zijn jongen voedt. Op de zuidtoren komt een moraliserende dertigdelige fries voor met fantasiefiguren, zoals centaurs. Daarin wordt de spanning tussen een losbandig leven nastreven en kuis leven verbeeld. Het lijkt een herhaling van de boodschap van de strijd tussen de Deugd en Ondeugd en het verhaal van de tien dwaze en wijze maagden die we al in het noorder-en zuiderportaal aantroffen. De bron van deze beelden is mogelijk onder andere Voragine’s Gouden Legenda.

3.6 De sculpturen in de nissen

Het westfront dat er homogeen uitziet bestaat feitelijk uit drie losstaande torens. De klokkentoren met zijn zware bourdonklok zou anders de stabiliteit van het massief kunnen ondermijnen.

Dat betekent dat in de architectuur steunberen moesten worden toegevoegd. Door die contreforts slim in de versieringen te verwerken hebben de architecten gestreefd naar een eenheid van structuur. In totaal zien we vier steunberen. Ze hebben op verschillende niveaus nissen waarin beelden kunnen worden geplaatst. Lange tijd zijn maar drie nissen op het niveau van het roosvenster benut maar in de zeventiende eeuw is ook in de vierde nis gevuld. Deze beelden betreffen van links naar rechts de ruiterstandbeelden van

A Koning Clovis (466-511) Hij wordt hier geëerd met het beeld uiterst links. Hij was de eerste koning van Frankrijk die het christelijk geloof aannam en dat in zijn rijk bevorderde.

B Koning Dagobert I (603-609) Hij staat in de nis links naast het roosvenster. Dagobert was de oprichter van het diocees en staat bekend als de weldoener van het bisdom in de tijd dat de institutionalisering van het geloof plaats vond.

C Koning Rudolf van Habsburg (1218-1291) Hij staat in de nis rechts naast het roosvenster. Rudolf hielp de stad Straatsburg in de strijd tegen de in 1260 nieuwbenoemde schatrijke bisschop Walter van Geroldseck die de stad wilde vrijmaken van het Heilig Roomse Rijk.

D Koning Lodewijk XIV (1638-1715) Hij staat in de nis van laatste steunbeer rechts. Hij wordt hier getoond wegens zijn verdienste voor het bisdom bij het herstel van Straatsburg als katholieke stad. Het beeld van de kunstenaar Vallastre is tijdens de Franse Revolutie beschadigd geraakt en verwijderd. Étienne Malade maakte in 1811 een nieuw beeld van de koning dat pas in 1824 teruggezet werd omdat er in een revolutionaire tijd weinig motivatie was die koning te verheffen. Ook in 1941 verdween dit beeld tijdens de WOII en is na de oorlog weer teruggezet.

In de nissen boven Clovis staat een beeld van de heilige Remigius van Reims en boven Dagobert is het beeld van de Heilige Florent. Boven Rudolf I staat een beeld van een bisschop uit diens tijd, waarschijnlijk Conrad van Lichtenberg (†1299). Ten slotte staan in de bovenste nissen nog twee beelden van respectievelijk van Adolphe Fritzen en van Msgr Zorn de Bulach die begin twintigste eeuw actief waren.

3.7 De toren met spits

Hoewel de ‘boodschap’ van het westfront hiermee is verteld rest nog een korte uiteenzetting over de verlengde noordtoren met de spits.

In 1399 was de westfaçade klaar en werd het tijd te beslissen over de bekroning ervan. Men overwoog onder andere een aparte campanile, een dubbele toren of een enkele toren in verband met de stabiliteit van de basis. Het werd het laatste idee, zoals begin 1300 ook al was geopperd.

3.7.1. Beschrijving van de (toren)spits.

De architecten zorgden eerst voor een stabiele basis in de vorm van een iets terugwijkend platform bovenop de noordtoren. Het ontwerp voorziet verder in een ca 20 meter hoge achthoekige spits. In vier hoeken van de octogoon is een trap naar de top opgenomen. Een ervan is zelfs een dubbele wenteltrap terwijl de andere hun eigen structuur hebben. De pijlers van de achthoek rusten iets naar binnen gericht op de onderliggende muren van westmassief. De vier aanhangende trappen dragen hun eigen gewicht tot op het hoogste punt. Daar verbindt een versierde brug elke trap met het hoofdwerk van de spits en de lantaarn. Holle ruimten en een ijzerconstructie bevorderen dat de spits zo weinig mogelijk  eigen gewicht heeft.

Voor wat betreft de versiering, die is beperkt tot de plaats juist boven elk van de hoge boogvensters. Gekozen is voor een geometrisch model en wel vervaardigd van stenen lijsten als omgekeerde spitsbogen tegen elkaar in geplaatst en ingeschreven in een stenen accolade met de punt omhoog. De omgekeerde spitsboog eindigt met zijn tentakels in de twee pinakels van de naastliggende hoekpijlers.

Boven de spitsbogen van de acht vensters is een kleine overwelfde verdieping opgenomen  die op een buitengewone manier is versierd. Weelderige festoenen en een open  netwerk van drie- en vierpassen omgeven de binnenin gelegen spitsbogen van het gewelf, maar ze zijn niet zichtbaar van buitenaf.

Het exterieur van de spits is zeker ook interessant te noemen. Op het uiterste puntje van de spitsconstructie staat een lantaarn op een kleine bol Het laatste hoogste onderdeel betreft een vierarmig kruis. Aan de westelijke voet van het kruis is een inscriptie aangebracht van Osé Schad: GOTT BEHUTT MICH HINFURTER/ FÜR DONDER, HAGEL, UNGEWITTER 1568.

De spits is vaak getroffen door blikseminslag. Pas in de negentiende eeuw werd een bliksemafleider geplaatst. Andere inscripties op midden- en tophoogte zijn een acclamatie die de macht van het Woord (Johannes 1) en Gods grootheid bevestigen.

De buitenkant van de spits is voorzien van kleine stenen piramides die oprijzen vanaf de top van de spitstoren en dan laag voor laag terugwijken tot de breedte van de lantaarnbasis. Deze constructie versterkt de verticaliteit van het gehele westmassief.

 

3.7 Slot opmerkingen

Daarmee zijn de belangrijkste details uit de aankleding van de westgevel aan de orde geweest. Enkele elementen, zoals  de iconografie van sommige onderdelen zoals van de fries op de buitenste torens zijn onbesproken gebleven. In de loop van de tijd zijn originele onderdelen verloren gegaan, zoals bij diverse branden. Het is aan de architect Klotz (1840-1880) te danken (zie hoofdstuk 2 bouwgeschiedenis) dat we heden een zo oorspronkelijk mogelijke verschijning van de kathedraal kunnen waarnemen.

We constateren dat de overvloed aan beeldmateriaal geheel in dienst staat van de vertelling over de heilsgeschiedenis. Het is driedelig geschikt zowel in horizontale als verticale richting. Wereldlijke machthebbers en kerkprelaten ontbreken echter niet in het decorum: zij maakten mogelijk dat het verhaal op deze wijze verteld kon worden.

In de zuidtoren, die een eenvoudig plat dak heeft, is een wenteltrap opgenomen die vanaf de begane grond naar het iets terugwijkende platform boven de noordtoren leidt. Van daaruit rijst de 20 meter hoge spits op.

De noordtoren is de basis voor de torenspits. Hij bevat de klokken van het uurwerk.[5] Twee kleine slaan de kwartieren, een andere enkele tonnenzwaar, slaat de uren. Ze zijn aan de westzijde zichtbaar. De vierde klok luidt de voorslag van elk uur en is zichtbaar aan de noordzijde.

De klokkentoren bevat tien klokken die alle een bijzondere functie hebben bij de aankondiging van belangrijke momenten zoals bij het stadsalarm, catastrofes en  feesten.

 

Middelburg,19 juli 2021.



[1] Benoît Jordan. Roger Lehni, ‘Le massif occidental’, in: Bernard Reumaux red., La grâce d’une cathédrale STRASBOURG (5e druk 2015 Straatsburg) 175-190.

[2] Kantstenen omkragen arcades of rondbogen waarbij de stenen om en om dieper of lager met het muurvlak verbonden zijn. Zij dienen een goede verankering van een venster of blindnis en hebben soms een decoratieve functie.

[3] Benoît, Lehni, La grâce d’une cathédrale, 187.

[4] Een mandorla (It.amandel) symboliseert de samenvoeging van twee werelden, hier de hemel en de aarde

[5] Olivier Tarozzi, ‘Les cloches:la voix de la cathédrale’in: : Bernard Reumaux red., La grâce d’une cathédrale STRASBOURG (5e druk 2015 Straatsburg) 311-323.

vrijdag 4 juni 2021

DE GOTISCHE KATHEDRAAL VAN STRAATSBURG VAN IDEE TOT MONUMENT

 

        EEN KLEINE GESCHIEDENIS VAN DE 

        KATHEDRAAL VAN STRAATSBURG

 


Fig.1 Kathedraal van Straatsburg  Foto: (Door Jonathan Martz - Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=4512763 30.4.2021).

 

 

 

 

 

 

 

 

Auteur: Leen Moelker

Datum: mei/juni 2021

 

 

 

Inhoud

1 Inleiding

2 Probleemstelling, wat wel en wat niet besproken wordt

3 Historiografie

3.1 De samenhang tussen de blogartikelen De Kathedraal van Straatsburg 1-2

4 De bouwgeschiedenis van de kathedraal van Straatsburg in een chronologisch overzicht 

4.1 Begrippen, een korte beschrijving van de rolverdeling tussen betrokken instanties en functionarissen tijdens de bouw

4.2 Globale chronologie van het bouwproces tot 1439

4.3 Hoe het de kathedraal na 1439 verging

4.4 Weer Katholiek

4.5 Revolutionaire tijden 1789-1837 

4.6 Terug naar vroeger met Gustav Klotz 1837-1870

4.7 Oorlogsschade herstellen in welke stijl? 1870-1919

4.8 De kathedraal als nationaal erfgoed

4.9 Samenvatting en slot

 

1 Inleiding

De kathedraal Notre-Dame de Paris werd op 15 april 2019 deels verwoest door een grote brand die was ontstaan tijdens herstelwerkzaamheden. Twee jaar later toonden tv-beelden dat de grootschalige restauratie in volle gang was. De kathedraal kon en moest herbouwd worden ter onderstreping van het enorme belang dat dit historische godshuis voor de geschiedenis van de westerse wereld heeft.

Diezelfde motivatie – om het nationale erfgoed te bewaren voor toekomstige generaties – zat in het verleden achter het herstel van de schade aan talloze andere kathedralen zoals blijkt uit de geschiedenis van de kathedraal van Straatsburg.

Gelukkig zijn we daardoor anno 2021 in staat iets te begrijpen van wat onze voorouders heeft bezield om mede in ontzag voor God zoveel energie te steken in een monumentale vierplaats voor de gemeenschap. Toch is het werk van de middeleeuwse kathedraalbouwers geen unieke prestatie geweest. Want al in 4000 v. Chr., in de torenhoge ziggoerats van Mesopotamië ontdekten we een eerbetoon aan de lokale god/koning. Tempelbouw hoort bij de mensensoort. In ontzag over de onverklaarbaarheid der dingen, werd een gebouw opgericht voor één of meerdere zichtbare en onzichtbare beheersers van de wereld.

De kathedraal van Straatsburg in zijn huidige vorm past in die traditie. In dit essay willen we kijken naar de omstandigheden waaronder en de bezieling waarmee deze kathedraal is gebouwd. Om zo doende de betekenis van de kathedraal voor de wereld te achterhalen en tevens enkele (kunst)historische fenomenen te ontdekken.   

 

2 Probleemstelling, wat wel en wat niet wordt besproken

 

In dit essay is het hoofddoel om de bouw- en inrichtingsgeschiedenis van de kathedraal van Straatsburg globaal te beschrijven. In een volgende bijdrage zal onder anderen aandacht besteed worden aan de iconografie van de westgevel. Bescheidenheid past, want duizend jaar ontwikkeling is niet in een paar woorden samen te vatten. Immers, als geïnteresseerden deze kathedraal bezoeken, dan willen ze – afgezien van het religieuze aspect – iets van de sfeer ondergaan die de bouwers en vroegere gebruikers/financiers tot de bouw van dit enorme complex heeft aangezet. Welk idee stak er achter een plan dat tweehonderd jaar lang op voltooiing moest wachten? Waarom toch die buitengewone proporties? Maar meer in praktische zin hopen ze zeker ook meer inzicht te krijgen in sommige vragen waarvoor de bouwers zich in het verleden gesteld zagen. Bij de technici/bouwers doemden immers vragen op als Hoe kunnen de spatkrachten van een gewelf anders dan door dikke muren worden opgevangen? Hoe kan meer licht in de kathedraal worden toegelaten?

In het bestek van dit essay kunnen de vragen over de iconografische afwerking van de kathedraal niet of maar beperkt behandeld worden. Dus daarover later meer.

In het kader van de chronologische ordening komt wel globaal de datering van belangrijke omgevingsfactoren en de bouwfasen maar ook belangrijke aankoopdata van interieurelementen naar voren; maar ik laat de aanwezige kerkelijke kunstschatten – monstransen, kelken, reliekhouders, habijten - onbesproken. Ook de geschiedenis van de parochie en de geestelijkheid in Straatsburg komen niet aan de orde.

Wie de kathedraal (vluchtig) bezoekt zal zich veelal oriënteren op wat er direct waarneembaar is. Wat is zoal interessant aan de kathedraal van Straatsburg? Het antwoord vergt een dik boek aan tekst en is te breed voor dit essay. De vraag wat interessant is steekt echter wel achter de volgende probleemstelling.

“Hoe kan globaal de ontwikkelingsgeschiedenis van de kathedraal van Straatsburg geduid worden aan de hand van gegevens over bouwplan en (her) inrichting van de kathedraal gedurende jaren 1000 tot 2007 ?”

Het woord ‘globaal’ is hier te verstaan dat uit de gebeurtenissen uit het verleden een keus is gemaakt, zonder daarbij te streven naar volledigheid van de feiten. Soms is dat terug te zien aan de weergave van een periode (1100-1120) – realisatie vergde dan meerdere jaren – waarin bepaalde zaken hun beslag kregen.

3 Historiografie

Over deze kathedraal is een groot redelijk compleet archief beschikbaar en daarnaast is er enorm veel over gepubliceerd. Dat blijkt uit de bibliografie in de sleutelpublicatie die ik voor dit essay heb gebruikt: Bernard Reumaux red.,La grâce d’une cathédrale STRASBOURG (5e druk 2015 Straatsburg).  In een aantal essays wordt aan diverse aspecten van de kathedraal – de politieke omgeving, de werking van de bouwfabriek, de rol van de stad als toezichthouder op een particulier project,  de architect en de bisschoppen – aandacht besteed. Uit de genoemde interpretatieverschillen blijkt dat nog niet alle gegevens over de kathedraal helder zijn. Sommige interpretaties zijn in de loop van de tijd als achterhaald terzijde gelegd. Soms blijkt dat een deelarchief vernietigd is door brand. Dan weer blijkt dat nauwelijks gegevens zijn vastgelegd, of althans ontbreken,  zoals van de eerste honderd jaar van de bouw van de kathedraal. Als in documenten uit 1224 voor de eerste keer naar voren komt dat er een bouwfabriek actief is, wordt de naam van de architect niet genoemd. Dat gebeurt pas in 1284 en volgende jaren.

De sleutelpublicatie is een breed opgezet boekwerk, waardoor we voor gedetailleerde gegevens moeten uitwijken naar deelstudies. Dat heb ik in deze bijdrage niet gedaan omdat ik in het bestek van dit essay nadruk wil leggen op het voortgangsproces tijdens de hele ontwikkelingsperiode van duizend jaar.

Ik heb het verslag in de onvoltooid tegenwoordige tijd gesteld waardoor de tekst voor de lezer meer een actuele belevenis wordt.

3.1 De samenhang tussen de blogartikelen De Kathedraal van Straatsburg 1-2

Ter nadere positiebepaling van het fenomeen ‘kathedraal’ heb ik de omstandigheden beschreven waaronder een kathedraal, als godshuis voor een gelovige gemeenschap, tot ontwikkeling is gekomen.

Blog 1 VAN ZIGGOERAT TOT KATHEDRAAL 3000 v.Chr.–1500 n. Chr vertelt hoe de mensengemeenschappen vanaf het vijfde millennium voor Christus begonnen met de verering van een koning/god en voor die alles overheersende macht een onderkomen bouwden. En u vindt er tevens een overzicht waarin de ontwikkeling tot een Romeinse Basilica wordt geschetst.

Blog 2 OPMAAT NAAR EEN GOTISCHE KATHEDRAAL,  kleine historische schets van de achtergronden

Via dit aansluitende blog is het mogelijk om kennis te nemen van enkele belangrijke politieke omgevingsfactoren vanaf de Romeinse tijd, die de latere kathedraalbouw in Noord-Europa hebben beïnvloed en bevorderd. We zien dat de geschiedenis van vorige millennia zich herhaalt waarbij de keizer met de religie wordt verbonden om de macht te legitimeren. Dat was terug te voeren op een krachtige groei van de Europese bevolking waardoor bestuurlijke ingrepen nodig waren gericht op een ordelijke structuur.

 

4 De bouwgeschiedenis van de kathedraal van Straatsburg in een chronologisch overzicht  

4.1 Begrippen[1]

Gedurende de bouw van de kathedraal zijn diverse rechtspositionele instanties actief. Hun rol komt eerst aan de orde.

Bisdom            Eigenaar en gebruiker van de kerk tot de staat deze in 1789 overnam. De operationele en religieuze taken worden uitgevoerd door kanunniken binnen het verband van het domkapittel.

De stad           Aanvankelijk houdt de stedelijke overheid van Straatsburg zich op afstand. Omdat er steeds meer financiële en stedenbouwkundige risico’s worden gesignaleerd trekt de stad in 1286 de verantwoordelijkheid naar zich toe (vastgelegd in 1294). Vanaf die tijd lopen er discussies over competenties. De stad wenst jaarlijks een compleet financieel verslag

De Staat Frankrijk Deze komt pas in 1789 in beeld. Alle kerkelijke goederen in Frankrijk worden tot staatseigendom verklaard. Tijdens het Ancient Régime is er steeds een hechte band tussen de monarchie en het bisdom ook in de tijd van de Reformatie 1520—1682.

De Fabriek/Fundatie   Dit is de instantie l’Œuvre Notre Dame, de bouwfabriek van de kathedraal. Zijn primaire functie was bouwplannen maken, gelden verzamelen, een werkplaats inrichten en alles te administreren en te beheren, kortom hij is belast met het projectbestuur namens het bisdom en later namens het stadsbestuur. Het spreekt voor zich dat de Fundatie ook het enorme archief beheert ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek.

Werkmeester Hij wordt door de stad aangesteld. Deze functie (maître d’œuvre) behelst de coördinatie binnen het bouwteam inclusief personeelszorg waarbij deze zelf als kunstenaar of als werkmeester elders ervaring heeft opgedaan. De functionaris moet een eigen vaardigheid hebben – beeldhouwer, bouwdeskundige – om te kunnen functioneren. Later wordt deze architect genoemd die ideeën of het ontwerp voor de kathedraal levert (blijven zijn eigendom) en instaat voor de technische uitvoering van de kathedraal. Hij is het hoofd van de werkplaats. Maître Erwin van Steinbach wordt als eerste genoemd als architect (1282), maar dan is de bouw al zestig jaar aan de gang.

Werkplaats      (chantier) Dit is de feitelijke bouwplaats die bezet is door timmerlieden, steenhouwers, schilders, metselaars, glasschilders, beeldhouwers, smeden, enzovoorts.

Onder-werkmeester  (parlier). Hij is de Meesterknecht/uitvoerder, vaak een steenhouwer met veel materiaalkennis, de vervanger en de rechterhand van de architect. De steenhouwers (appareilleurs) kunnen kritisch complexe bouwsteenformaties in elkaar zetten en hebben daarom hun atelier tegen de zuidflank van de kathedraal. Hun werk kent veel afbreukrisico door de experimentele aard van de nieuwbouw.

Materialen Voor de bouw gebruikte men hout, lood en ijzer en bouwstenen uit de Vogezen

Geldmiddelen Die bestaan uit giften in geld, grond en goederen, collecten en erfenissen maar ook uit schenkingen van de bisschop. Later gaat de stad Straatsburg ook doneren. De Fundatie administreert de inkomsten en uitgaven.

4.2 Globale chronologie van het bouwproces tot 1439[2]

Tot 1000 n. Chr. Er is een bestaande (pre)romaanse kathedraal in Straatsburg met twee torens gebouwd onder Karolingische en Ottoonse invloed (lisenen, westwerk met twee torens). In de Romeinse basilica is er aanvankelijk een gelijkwaardige westelijke en de oostelijke apsis. In de loop van de tijd volgt een invulling met een westwerk met twee torens en vinden de rituelen plaats in de oostzijde van de basiliek.

 1001 Bisschop Werner van Straatsburg kiest voor Hendrik II als koning/keizer van het Oost-Frankische Rijk tegen de zin van de Elzasser hertog Hermann. De kathedraal raakt in een strijd tussen die twee zwaar beschadigd;

1015 Bisschop Werner, een wetenschapper, renoveert de romaanse kathedraal dankzij financiële hulp van de keizer. Voor de architectuur wordt onder andere gekeken naar de keizersdomkerk van Mainz ( ingewijd 1009).(fig.2) Daarmee wordt een enorme schaalvergroting doorgevoerd. De werkzaamheden sluiten goed aan bij de vergroting van de crypte.

Fig.2 De Dom van Mainz (Foto https://www.katholisch.de/artikel/27589-mainzer-dom-kaiserdom-und-kathedrale-fuer-das-zweite-rom) 2 juni 2021.

1110-1120 en 1150 en 1170 De crypte wordt nieuw ingericht met twee zalen: één onder de vieringkruising en één onder het koor. In het romaanse schip worden gebrandschilderde ramen aangebracht met een voorstelling van ridders uit het Thebaanse legioen die voortleven als heiligen en martelaren. Ze zijn nu te zien achter het Astronomisch uurwerk in de zuidelijke transeptarm.[3]

In 1136, 1140, 1150 wordt de kathedraal gedeeltelijk door brand verwoest, waarna men probeert om bij de wederopbouw het concept van bisschop Werner te volgen. In 1176 is er weer een grote brand te betreuren. Het herstel stagneert echter wegens geldgebrek en ruzies tussen rivaliserende kandidaat/bisschoppen.

1170 Bouw van de Laurentiuskapel met altaar in de noordarm van het transept. Uit deze tijd dateren ook de vensters die momenteel staan aan de geveltop van het noordelijke transept. Daarin onder meer een afbeelding van Johannes de Doper en Johannes de evangelist, en het Oordeel van Salomo, toen bestemd voor de Johanneskapel.

1188-1190 De verhoging van de apsis en de viering worden aangepakt onder bisschop Henri I van Hasenbourg. De bestaande laat romaanse Andreaskapel ten zuiden van de apsis wordt overwelfd.

1190-1202 Bisschop Conrad II van Hunebourg activeert donaties en herstelt verder de romaanse apsis en de viering. Een keizersbenoeming leidt tot verwoesting van veel gebouwen in de Elzas. Conrad II bouwt een ringmuur om Straatsburg heen.

1224-1228 Eerste keer dat in het archief de ”Werkfabriek” (opus Sancte Marie) van de kathedraal wordt genoemd en dat er sprake is van magistri operis (architecten). Dat betekende dat er een organisatie is met een bepaald bouwplan.

1210 – 1230 Gotisch gewelf over het transept en de bouw van de Johanneskapel; dan wordt ook het venster met een voorstelling van Christoffel geplaatst in de zuidelijke arm van het transept. Ook de vier medaillons over het Oude en Nieuwe Verbond verschijnen daar. De ondersteuning van het nieuwe gewelf volgt een Parijse opvatting waarbij één pijlerbundel ontstaat die voorzien wordt van sculpturen over drie geledingen. Bovenaan Christus, midden Engelen die het Laatste Oordeel aankondigen, onder de vier Evangelisten die de mensen waarschuwen. Wie zit er bovenaan op de tribune van de zuidarm over deze voorstelling te mediteren? Is het de architect Hans Hammer die in 1486 zichzelf een eeuwige plek gaf? Of is het gewoon een sculptuur dat de mensen aanspoort om over de voorstelling op de pijler na te denken?    

1223-1244 Bisschop Berthold de Teck probeert de restauratie te versnellen maar raakt als erfgenaam betrokken in een gewapende strijd tussen belanghebbenden van hertogin Gertrude de Dabo.

1240-1253 transept en koor gereed in de gotische stijl maar wel met al bestaande romaanse elementen. Begin van de eerste drie traveeën van het schip tot ca 10 meter hoogte. Naar het westen wordt het schip tijdelijk afgesloten en overdekt. Merk op dat de romaanse stijlelementen in het nieuwe oostelijk gebied met de twee kapellen kunstmatig met het gotische schip moesten worden verbonden. De cesuur is te zien bij de overgang van travee drie naar travee vier waarna de meer westelijk gesitueerde gewelven 60 cm lager zijn.  

1248 Volgens de mode van die tijd wordt het koor en de apsis afgesloten met een kruisgalerij Daaronder wordt een Middagaltaar (Frühaltar) geplaatst (met dispensatie omdat celebreren alleen voor het hoofdaltaar en zonder burgerij plaats vindt). Dus is hier alleen ’s middags activiteit;

1260 Bouw van een orgel door Ulrich Engelbrecht;  bij  de brand van 1298 verloren gegaan.  In de derde travee van het schip komen bovenaan vensters met een voorstelling van de eerste lokale bisschoppen en regionale heiligen. In deze tijd worden ook aan de onderkant van de noordzijde van het schip van west naar oost de vensters geplaatst met politieke machthebbers als Otto III ,Frederik van Barbarossa, Conrad en de keizer Hendrik van Bamberg. Aan de zuidzijde-laag gedeelte van het schip komen vensters met Bijbelse voorstellingen als de herders van Bethlehem, Christus voor Pilatus enz.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                  

1275 Het schip is klaar op de twee laatste traveeën na, die in 1298 worden voltooid. Het middenschip zou 63 meter lang, 32 meter hoog en 16 meter breed worden. Begin van de bouw van het westfront met torens.

1284 Voor het eerst komt de naam van een architect voor in de documenten namelijk die van Erwin van Steinbach. Hij behoort, samen met zijn zoon en kleinzoon, tot een generatie architecten die belangrijk zijn voor de continuïteit van de bouw. Zij bouwen ook het Fundatiehuis (1347).  

1290 Het stadsbestuur van Straatsburg neemt de controle over de bouw van de kathedraal op zich en de bisschop is niet langer de primaire opdrachtgever of financieel verantwoordelijk.

1298 Brand. De bouw van de west façade begint.

1310-1320 Het roosvenster wordt door meester Erwin ontworpen en geplaatst.

1316 De Kapel van de heilige Maagd (8,20 x 4,20 m) wordt gebouwd door Meester Erwin van Steuerbach Sr wat blijkt uit een inscriptie. De kapel is eind veertiende eeuw door de bouw van een gotisch ambulatorium met kapellenkrans weer verdwenen;

1324-1327 Bouw van een nieuw orgel door Claus Carlé op de plaats van het huidige orgel. De muren van het nieuwe schip staan immers overeind. In 1384 wordt het orgel deels door brand verwoest.[4]

1338 De stad benoemt in een akte drie bestuurders van de Fundatie en verklaart hiermee garant te staan voor alle beslissingen van de Fundatie, Er komt geen protest tegen in.

1340-1345 Bouw van de St Catharinegrafkapel tegen aan de zuidgevel nabij het zuidelijke transept, in opdracht van bisschop Berthold de Bucheck. Het roosvenster krijgt zijn glazen kleur invulling.

1347 Meester Gerlach bouwt het hoofdkantoor van de Fundatie in de gotische stijl, op zichtafstand van de kathedraal (nu museumgebouw). Architect Uhlberger bouwt in de zestiende eeuw daar naast een uitbreiding in renaissancestijl.

1352 Aanschaf van de driekoningen-astrolabium, een astronomisch uurwerk van 4 x 11,70 m breedte en hoogte. Dagelijks om 12 uur speelt een klein carillon passende liederen en kraait er een haan.[5]

1390 Het iconografische programma van de west façade is uitgevoerd.

1397 De achthoekige koepel met torenspits van de viering met daarbovenop een representatie van de Maagd met een zwaard door het hart raakt door blikseminslag zwaar beschadigd.(Fig.3)

1399 Plannen voor een torenspits – het laatste deel van de bouw – op het westwerk worden bezien. Komt er een enkelvoudige centrale toren of een campanile of misschien bovenop de beltoren twee symmetrische torens?

Het werd één centrale achthoekige toren bovenop de noord travee van het westwerk omdat het plateau van het westwerk dat de basis voor de toren moest vormen geen andere keus liet.

1419 De torenopbouw met spits eindigend in het beeld Maria met Kind op 143meter hoogte en de vier onafhankelijke spiraaltrappenhuizen vordert;




Fig.3 Kathedraal van Straatsburg, Piramidale achthoekige torenspits en met pinakels die rusten op acht rijen kleine arcades en daarbovenop een lantaarn.(foto:France-voyage, Internet 2 juni 2021).

1426 De Grote Bourdon klok wordt overbelast en barst door het luiden voor alle doden van een pestepidemie. Het luiden stopt tot 1427.[6]

1427 Hans Gremp ontwerpt de Grote Bourdon- 9 ton, Ø 2200mm - vervangt de oude gebarsten klok-voor-de-doden. Wordt geluid op hoogtijmomenten (kerst, Pasen enz), nationale rouw. Bij strenge vorst is dat te riskant en blijft hij stil. Alle klokken luiden na 22.00 uur niet meer wegens het koude risico.[7]

 

1439 De kathedraal is gereed.

Samenvatting: De bestaande romaanse kathedraal van Straatsburg is vanaf ongeveer 1220 veranderd in een gotisch bouwwerk te beginnen met de toegang via de zuidelijke transeptarm.

De overgang van beide stijlen is dan ook met name af te lezen in de omgeving van de viering en het transept. De nog bestaande dikke muren herinneren aan die tijd evenals in de crypte en aan delen van de fundamenten van de west façade.

De huidige vorm van de kathedraal is evenwel niet meer die van 1439. Er zijn elementen verdwenen en toegevoegd. Dat leert ons een overzicht van bouwactiviteiten na de oplevering.

 

4.3 Hoe het de kathedraal na 1439 verging[8]

1485 Hans Hammer ontwerpt de preekstoel voor de beroemde Straatsburgse prediker Jean Geiler.[9]

1488 Het beeld Maria met Kind op de spits is mogelijk vervangen door een bol met een vierarmig kruis een avondmaalsbeker en een hostie zijn gegraveerd. Tevens de bouw van de Kleine Schatkamer, bedoeld als zaal van het archief. Op het kruis werd later de inscriptie van Osée Schad aangebracht  “GOTT BEHUT MICH HINFURTER/ FüR DONDER, HAGEL, UNGEWETTER (1568). De regelmatige blikseminslag moest kennelijk met een bezwering voorkomen worden.

1489 Krebser bouwt een geheel nieuw orgel in de flamboyante stijl 24 m hoog, 8 m breed.[10]

1494-1505 Architect Jakob van Landshut verlengt de noordarm van het transept om daardoor ruimte te scheppen voor de kapel van Laurentius. De parochie heeft haar altaar staan in een kleine nis in de oostmuur en gebruikt de noordarm als plaats van samenkomst. De kapel wordt de pendant van de St Catharinekapel aan de zuidelijke arm van het transept, maar wordt in plaats van een grafkapel,  een normaal kerkgebouw.

1500 Het astronomisch horloge gaat stuk en kan niet worden gerepareerd. Het eerste plan voor een heel nieuw uurwerk komt op.[11]

1519-1521 Een nog grotere Bourdon wordt gegoten nu wegend 20 ton, en met een Ø 275cm. (Foto4). Daarvoor wordt een speciale klokkentoren gebouwd van 9 x10 meter en geplaatst in het westfront. Hij wordt ingehangen op 24augustus 1521. Als Kerstklok geluid, barstte hij helaas wegens de vrieskoude van > -10º.[12]


 

Fig.4 De grote Bourdon van de Kathedraal van Straatsburg, 1427, koperlegering,Ø275 mm (Foto www.yoytube.com/user/campalsa, 2 juni 2021).

1521 REFORMATIE. De parochie van St. Laurentius besluit over te gaan tot het Protestantisme. Het kapittel verbiedt de parochie de toegang tot het schip en de preekstoel. In 1524 wordt voor het eerst de mis in het Duits opgedragen. Altaren worden vervangen door houten tafels voor het broederlijk genuttigde Heilig Avondmaal.

1533, brand door blikseminslag in de spits en de koepel van de viering. Veel schade.

1539 Installatie van de klok ‘Heilige Geest’ die de prediking en het Onze Vader aankondigt.[13]

1547 De Stad besluit tot de aanschaf van een nieuw astronomisch uurwerk ter vervanging van het oude heliocentrische! Driekoningen astrolabium-uurwerk uit 1352. De uitvoering van het plan stagneert echter.

1560 Vertrek van de katholieke gebruikers. De kathedraal wordt enkele maanden voor daklozen opengesteld, daarna gereinigd en lutheraans ingericht.

1571-1574 De klok “Onze Vader” wordt in gebruik genomen.[14] Luidt het einde van de prediking in. De Stad sluit een contract met Conrad Dasypodius en David Wolkenstein, uurwerkmakers uit Schaffhausen, die een nieuw astronomisch uurwerk maken en in 1574 opleveren.[15]

1565,1568, 1569 brand door blikseminslag in de spits en de koepel van de viering. Veel schade. Algemene malaise in het land. Hoge inflatie, in de loon/prijsspiraal konden de lonen niet volgen= minder giften en dus minder onderhoud.

1598 Edict van Nantes: Katholieken en Protestanten krijgen dezelfde rechten. Het toezicht op de Opus Sancte Marie berust bij beide kampen, maar is conflictgevoelig. Gebouwen als het klooster, de Bruderhof en het kantoor van de kanunniken zijn in slechte staat. Wie betaalt de herstelkosten de (protestante) Stad of de katholieke kerk?

1618-1648 Dertigjarige oorlog treft ook Straatsburg. Malaise verdiept zich .

1624 Hevig onweer vernielt de spits.

1648 De Vrede van Münster brengt ontspanning in de Elzas. Maar de bevolking lijdt.

1657 De architect Jean-Georges Heckler jr. reconstrueert de torenspits waarbij hij op de top een kroon plaatst met banderollen waarop de wapens van de huidige opdrachtgevers zijn gegraveerd.

4.4 Weer Katholiek [16]

1681-1718 Capitulatie van de stad Straatsburg. Lodewijk 14 herstelt de katholieke sfeer in de stad en de kathedraal. De financiële regie loopt via de koning. Kardinaal Rohan eist 3000 livres p.j. bijdrage van de Fundatie en dus een veel grotere inbreng aan het onderhoud van de kathedraal. Die kon 750 livres p.j. dragen.

1682 Heckler jr krijgt opdracht van bisschop Egon von Fürstenberg om de kruisgalerij af te breken, de Heilige Maagdkapel te demonteren met de tabernakel en eventuele beelden goed in te pakken voor hergebruik. Het is zijn bedoeling de kathedraal te laten schitteren als voorbeeld van de contrareformatie. Vanuit de kruising komen twee trappen naar de crypte en in de apsis wordt door de beeldhouwer Martin Frémery een enorm altaar met baldakijn (17 meter hoog) geplaatst. Daarop onder andere de ‘fleur de lys’ het zinnebeeld van de koninklijke familie, want kerk en staat zijn één. Dat alles is voortaan vrij zichtbaar vanuit de kerk. Het centrale boogvenster wordt vergroot.

1685 Herroeping van het Edict van Nantes.

1691 Het stadsbestuur laat ter verfraaiing van de apsis drie rijen maal dertig zitplaatsen aanbrengen verdeeld over twee podia voor muzikanten en dat gezet tegenaan een lambrisering. De nieuwe inrichting is in overeenstemming met de protserige Lodewijk14e stijl.

1714 Lodewijk XIV vraagt de Fundatie om meer middelen aan onderhoud te besteden.

1725 Lodewijk XV trouwt in de kathedraal met de Poolse Marie Leszczinska. Het koorgedeelte blijkt te klein voor plechtigheden.

1732 -1744 Er wordt daarom een plan goedgekeurd het koor te verlengen met de eerste travee van het schip. De te brede trap naar het koor moet worden versmald om de toegang tot de crypte te faciliteren. Joseph Massol voert het plan van Robert de Cotte uit onder toevoeging van twee altaren. Omdat het kapittel de sacristie veel te weelderig vindt moet een nieuwe achthoekige sacristie verrijzen tegenaan de noordelijke ingang achter de Johanneskapel(1746).

1759 Er breekt een grote brand uit waarbij het dak van het schip en vooral het koor en omgeving worden getroffen. Dat is een tegenvaller omdat al in 1682, 1684, 1718, 1744 tweemaal, 1751en in 1754 de torenspits en de kooropbouw door blikseminslag waren getroffen. De Commissie Werner maakt een plan tot wederopbouw maar wordt genegeerd.

1762 De Parijse architect Blondel komt naar Straatsburg op verzoek van bisschop Rohan en pakt de schade aan. Hij verwijdert het enorme altaar van Frémery, de lambrisering wordt gestuukt, en de bustes van de twaalf apostelen worden opgesteld in de apsis. De koepel van de apsis krijgt een geschilderde voorstelling van de Annunciatie. Ook de brede trap naar de kooropgang wordt smaller gemaakt zodat in de kruising meer ruimte ontstaat. Een nieuw marmeren altaar krijgt een kunstwerk van papier-maché met een voorstelling van de Opstanding.

1763-1765 Heropbouw van de torenspits. Volgens het plan-Massol zal boven het gewelf van de koorkoepel een houten opbouw verrijzen in de vorm van een afgeknotte piramide.

 

1765 Hoewel het koorgebied sinds 1682 vrij zichtbaar is vanuit het schip, ontstaat er behoefte aan een afsluiting ervan. Nicolaas Pertois had voor de Notre Dame in Saverne een ijzeren hekwerk gemaakt en samen met zijn zoon Jean-Baptiste smeedde hij ook een hekwerk voor de koorafsluiting van Straatsburg. (tijdens de Revolutie weggehaald).1770 Er wordt een bewaker vermoord vanuit de marktkramen die langs de zuidgevel tussen de steunberen woekerden.

 

Fig.5 Kathedraal van Straatsburg, zuidgevel met de winkeltjes van Goetz, St Catharinakapel en met de achtkantige vieringkoepel. (Foto: OpReisFrankrijk.nl Internet 2 juni 2021).

 

Voor bisschop Rauch is de maat vol: de stalletjes ontsieren de kathedraal en zijn ook nog gevaarlijk. Zijn voorstel is om er vaste winkeltjes in de stijl van de kathedraal te vestigen. De standhouders werden uitgekocht en met het plan-Metz van Blondel als voorbeeld werd het voorstel van architect Jean-Laurent Goetz aanvaard en tot 1778 uitgevoerd. De dichter Goethe, enthousiast voor een gotische oplossing gaf het plan waarschijnlijk een duwtje tijdens zijn bezoek aan Straatsburg in 1771.

1786 Matthieu Edel giet een nieuwe klok van 2225 kilo die nog steeds als avondklok luidt. Twee kleinere werden opgehangen die de kwartieren zullen markeren. De grote klok en de Bourdon blijven gespaard voor de inbeslagneming van koperwerk door de revolutionairen in 1793. Een inventarisatie in 1782 informeert dat er dertien klokken in gebruik zijn.[17]

4.5 Revolutionaire tijden 1789-1837  [18]

1789 Franse Revolutie betekent het einde van het Ancien Régime en dus voor de binding tussen kerk en staat. Bisschop Rohan treedt af en verplaatst zijn kapittel naar Offenburg.

1791 Alle kerken worden door het Bewind gesloten en de eigendommen verkocht. Ook in Straatsburg krijgen de kerkgebouwen een andere bestemming. De nieuwe Volksraad vestigt zich in het bisschoppelijk paleis. Het volk kiest een nieuwe bisschop, professor François-Antoine Brendel.

1792 De koning wordt afgezet. Oorlog met Oostenrijk. In Straatsburg wordt de kathedraal geplunderd. De kronen en scepters van de beelden van Clovis, Rudolph van Habsburg en Dagobert moeten verwijderd worden uit de westgevel, Bronzen deurbeslagen uit het centrale portaal uit de 14e eeuw gaan naar de Munt, alle koperwerk als kandelaren en crucifixen wordt geconfisqueerd. Van de klokken worden kanonnen gemaakt. Op de torentrans wordt een semafoor geplaatst volgens het idee van Chappe. Straatsburg wordt de laatste in de keten van blote-oog-semaforen tussen Parijs en Straatsburg om de communicatie met Parijs te versnellen.

1793 De kathedraal wordt “Tempel van de Rede” Het christendom wordt verboden. De tijdrekening wordt Republikeins (tot 1805). Het stadsbestuur moet de 80 beelden rondom de kathedraal verwijderen (inclusief Clovis, Rudolf en Dagobert en de bustes van de twaalf apostelen en zelfs de preekstoel van Geiler).Het hekwerk van Pertois in het koor wordt afgebroken. Tot vervanging van de gebrandschilderde ramen door ramen met een republikeinse voorstelling komt het niet, want dat is te duur. Ook het demonteren van de torenspits (want iedereen is immers gelijk)ging niet door. Daarentegen wordt de republikeinse vlag wel op de torenspits geheven. Ook worden in het schip tribunes geplaatst voor het publiek zodat het de republikeinse activiteiten in de tempel van de rede kan observeren.

1794 In het koorgebied worden de altaren vervangen door het “Monument voor de Natuur,” een kunstwerk dat de vorm van een berg heeft en een jakobijnse allegorie representeert. Op de top een vrijheidsbeeld van Marianne met de Frygische Muts in top. Immers, als in het Romeinse Rijk een slaaf werd vrijgelaten moest hij een frygische muts dragen (teken van vrijheid).

Op de torenspits van de kathedraal komt een rood geschilderde ijzeren Frygische Muts van 10 meter hoogte (tot 1802). De sculpturen aan de west-façade en de zuidelijke transeptingang worden door een houten paneelconstructie – met revolutionaire teksten op – uit het zicht geplaatst. Professor J.F. Hermann redt 80 van de mooiere sculpturen afkomstig van de kathedraal door ze in de Botanische Tuin te plaatsen. Met de resten van alle andere beelden worden de straten Rue des Poules en Rue des Planches geplaveid.

1795 Nu burgemeester J-F Hermann wijst erop dat de meeste goederen van de kathedraal eigenlijk van de Fundatie zijn, dus van het volk. Hij laat Antoine Klotz, de stadsarchitect die Jean-Laurent Goetz, architect van het Ancien Régime moest opvolgen een reddingsplan uitvoeren. Na de dood van Robespière eindigt het Terreurbewind en de kathedraal komt ter beschikking van bisschop Brendel. Men demonteert vrijwel direct in de kathedraal het Monument voor de Natuur. Veel onverkochte eigendommen w.o. de kandelaar met de Paaskaars van de Fundatie keren terug in de kathedraal.

1800 De preekstoel van Geiler wordt teruggeplaatst. Matthieu Edel hangt de klokkentoren weer vol met vier luidklokken (sol, dièse 2kruisen ,si2, ré dièse3kruisen, fa dièse3kruisen). Dit ensemble overleefde de WOI en WOII. [19]

1801 Concordaat tussen Napoleon en de Paus waarbij het gebruik van de kathedraal weer volledig in handen van de kerk komt. De kathedraal is sinds 1789 eigendom van de Staat en dat blijft zo. Wel moeten de middelen van de Fabriek voor onderhoud worden aangewend.

1805 De Fabriek bestelt bij Edel klokkengieter 3 klokken en laat het koor verlengen in de aanloop naar het bezoek van Napoleon I in 1806;[20]

1811 Begin van een grootschalig herstelprogramma. Étienne Malade, beeldhouwer, vernieuwt twee lijsten aan de zuidelijke transeptingang en vernieuwt het beeld van koning Salomo boven de centrale ingang aan de west-façade.(origineel nu in het Fabriek-museum).

1818-1827 Herstel van de west- façade en de noord-en zuidportalen van het transept. Malade maakt nieuwe beelden van de beschermheren/ weldoeners van Straatsburg Van links naar rechts staande voor de gevel: Clovis (uiterst links), Dagobert (nis 2)en Rudolf van Habsburg (nis 3). De beeldhouwer Vallastre maakt een beeld van Lodewijk XIV en plaatst dat in de vierde nis (uiterst rechts)aan de westgevel in de tweede geleding. De dakpartij van het koor en de transepten worden vernieuwd.

1833 Blikseminslag, wat ertoe leidt dat in 1835 een bliksemafleider op de torenspits wordt geplaatst. In dat jaar koopt de stadsarchitect Felix Fries voor de kathedraal 292 gebrandschilderde ramen vervaardigd tussen 1254-1260 van de Dominicanen. Maar als hij in 1836 het hele interieur van de kathedraal met muurgeel bepleistert steekt er een storm van protest op. In 1848 worden alle lagen – ook die van 1769 - tenslotte verwijderd.

4.6 Terug naar vroeger met Gustav Klotz 1837-1870[21]

1837Gustav Klotz (de kleinzoon van de stadsarchitect Antoine Klotz in 1800) wordt benoemd tot architect. Hij blijft veertig jaar actief en tot 1850 is hij zelfs architect van het Departement Bas-Rhin.

1839-1869 Grootschalige renovatie van de gebrandschilderde ramen. De ervaren brandschilders Maréchal en Gugnon worden gecontracteerd, evenals de chemicus Ritter en brandschilder Baptist Petit-Gerard. Voorgesteld wordt om de bronzen deuren weer te herstellen. De revolutie heeft het koper in kanonnen omgezet. Wordt pas in 1879 uitgevoerd.

1840 Klotz restaureert het front van het grote orgel, inclusief de mechanische figuurtjes. Ook het astronomisch horloge dat sinds 1788 stilstaat krijgt een nieuw uurwerk(Jean-Baptist Schwilgué is de constructeur). In de bovenste geleding van het uurwerk paraderen op zekere tijden voortaan de twaalf apostelen voor Christus met het zegenende gebaar. [22]

1841-1844 Klotz stelt een algehele renovatie van het koorgebied voor maar wil eerst archeologisch onderzoek doen. Tijdens het tiende Wetenschappelijke Congres in Straatsburg wordt zijn plan door experts beoordeeld.  Onder behoud van bestaande elementen moet het koor de Romaans-Byzantijnse sfeer krijgen. Klotz maakt een lange reis door het Nabije-Oosten om ideeën op te doen.

1842 Philippe Grass, beeldhouwer vervaardigt in opdracht van de burgemeester een beeld van Sabine van Steinbach, dochter van de grote architect Erwin die het roosvenster van de kathedraal ontwierp en zelf ook door Grass wordt gebeeldhouwd ter vervanging in 1866 van een vorig exemplaar. Zij krijgen een plek op het plein voor de zuidelijke transeptingang.

1843 St Laurentiuskapel wordt volledig gerestaureerd. Philippe Grasss, beeldhouwer, vervaardigt acht beelden van in de Elzas bekende heiligen. In de kapel zijn zestien nissen die Grass vult met beelden van de twaalf apostelen en vier heiligen.

1844 Het voorplein van de kathedraal wordt rondom met 1 meter verlaagd

1845 Klotz doet een aantal ingrepen: de kanunniken nemen te veel ruimte in op het plateau van het koor. Het centrale boogvenster in de apsis (in 1682 door Heckler vergroot) krijgt zijn oude afmetingen terug, het koor krijgt weer zijn blauw arduinstenen gewelf boven de bisschopszetel en de muurgele stuclagen in de koepel en op de muren worden verwijderd. De dakpartijen van de apsis en het transept krijgen hun vroegere hellinghoek van 112º (was 82º) terug.

De crypte ontkomt niet aan een hersteloperatie. Men vindt er de resten van drie originele trappen naar het schip. Er wordt een brede trap vanuit het schip naar het koor vervaardigd waardoor de bestaande twee trappen naar de crypte vervallen.

1847-1854 De winkeltjes achter de arcades van Goetz aan de zuidgevel worden opgeheven maar de neogotische spitsbogen in de voorzetmuur worden geconserveerd en gedecoreerd.

1849 Philippe Grass vervaardigt de twaalf apostelen voor een plek net boven het roosvenster in de west-façade en onder de mandorla met Christus en plaatst een groep figuren rondom het Laatste Oordeel op de beltoren. Voor het centrale portaal maakt hij een Madonna met Kind. De laatste zijn door beeldhouwer Riedel in 1911 vervangen.

1852 De semafoor van Chappe wordt gedemonteerd. Charles Winter maakt de eerste foto van de kathedraal.

1853 De interieurfase is gereed. In de St Laurenskapel worden vele ramen verwerkt die in 1833 van de Dominicanen waren gekocht.

1854 Louis Steinheil maakt een ontwerp voor het grote venster in de apsis. Dat venster wordt in 1856 totaal vernield en is in 1956 vervangen door een modern exemplaar gefinancierd door de EU.

1862 De kathedraal wordt officieel een historisch monument en komt onder de bescherming van Monumentenzorg. Dat leidt tot verplaatsing van enkele functies. De vroegere werkplaats van de steenhouwers tegen de zuidgevel van de St. Catharinakapel aan de zuidgevel wordt omgebouwd tot Sint Michaelkapel.

1867 De Fundatie voert een actief beleid om de kathedraal te verfraaien met beelden. Acht bisschoppen en vier ridders krijgen een plek aan de west-façade boven de reeds aanwezige beelden van Dagobert, Clovis, Rudolf van Habsburg en Lodewijk XIV.

1870 25/26 augustus Oorlog met Pruisen (Bismarck).Bombardementen treffen de spits van de kathedraal en zetten het 18e -eeuwse houten deel van het schip in vlam maar de gewelven blijven gespaard. Bij de aanval sneuvelen 1221 gebrandschilderde ramen (van de 4600).

4.7 Oorlogsschade herstellen in welke stijl? 1870-1919[23]

1872 In Straatsburg wordt het Duits officiële voertaal. Klotz zet zich aan herstelwerkzaamheden van de kathedraal.

1873 Gustav Klotz voert een discussie aan over de toe te passen stijlen bij de restauratie van de apsiskoepel en de vieringkoepel die in elk geval Rijnlands historisch georiënteerd moeten zijn.  

1877 -1879 De verhoging van de vieringkoepel gaat na discussie door waartoe een laag vensters en blindnissen wordt toegevoegd en het geheel wordt doorgetrokken naar de opstand van de apsis in neo-romaanse stijl waarmee men naar de oorspronkelijke kerk verwijst. De romaanse galerij wordt en passant gerenoveerd. Ideeën voor een tweede torenspits wijst Klotz categorisch af wegens technische risico’s, bovendien ligt het politiek gevoelig door de annexatie van de Elzas. De muurschilderingen in het koorgebied worden in neo-byzantijnse stijl afgerond. Na nauwgezette studies worden door Steinheil en Chertier, historieschilders en kartonmakers bronzen deuren voor de west-façade vervaardigd en in de scharnieren gehangen.

1880 Klotz overlijdt. De natie verliest in hem een groot architect in wiens vele geschriften en studies de geschiedenis van de kathedraal is vastgelegd. Hij wil de historiciteit van de kathedraal benadrukken door de toepassing van (soms door hemzelf verzonnen) neostijlen of pseudo-romaanse elementen die hij tijdens zijn vele reizen naar het Nabije Oosten heeft opgediept.

1888 Grote inspectie van de kathedraal door de nationale commissie Erfgoed. Oordeel: de binnenzijde vertoont geen grote gebreken, des te meer de buitenkant als gevolg van de oorlog tussen Frankrijk en Duitsland 1870-1871.

1889 Het herstelplan komt in uitvoering maar pas in 1891 krijgt het vaart onder de regie van architect Franz Schmitz (ex-Dom van Keulen).Schmidt richt eerst een werkplaats voor de werklieden en kunstenaars.(tot 1960). Hij kiest ervoor om de zuidgevel aan te pakken en wel door de meeste onderdelen als waterspuwer, steunberen en zelfs het dak letterlijk te vernieuwen. Daardoor wordt wel een eenheid van stijl bereikt, maar gaan veel historische elementen uit een verder verleden verloren.

1894 Na de vroege dood van Schmidtz treedt Ludwich Arntz naar voren, een expert in het behoud van erfgoed. Hij keurt Schmitz’ ingrepen af – stopt dat werk aan de zuidgevel om te redden wat er nog te redden valt – en zijn visie op de oorspronkelijkheid van de architectuur is terug te vinden aan de westgevel, de zuidelijke transeptarm en het noordportaal van transept en het eerste travee-oost van het schip, een plek die Schmitz nog niet had aangeraakt. Verkeerd uitgevoerd restauratiewerk aan de brugstukken van de steunberen herstelt hij maar de door Schmitz genegeerde historische waterafvoeren worden juist aangepakt. Een kritische inscriptie op de zesde steunbeer verwijst naar die ingreep. De Middeleeuwen moesten weer spreken!

1897 Arntz laat overal in de kathedraal opgravingen doen om de geschiedenis van de kathedraal te vervolmaken. Hij laat de opvolger van Philippe Grass, de beeldhouwer Louis Stienne, het timpaan van de noordelijke transeptingang herstellen en ook de Maagd Maria in het hoofdportaal west.

1904 Arntz komt met het kapittel in aanvaring over zijn voorstel de kathedraal te verwarmen. Het kapittel wil per sé een Franse onderneming die het systeem Perret levert. De Duitser Johann Knauth volgt hem in 1905 op. Hij is dan al in dienst van de Fabriek sinds1891 onder Schmitz. Knauth voltooit de herstelwerkzaamheden aan de west-façade (ingezet door Arntz), waar onder het roosvenster, het timpaan met de Maagd en koning Salomo en de leeuwen. Verder vergroot hij de kathedraal door aan de noordzijde van het schip een technische ruimte voor de verwarming van de kathedraal te bouwen in neogotische stijl.

1905 Van de twee beelden Ēglise en Synagoge worden kopieën gemaakt en de originelen geconserveerd.  Knauth werkt aan alle bouwkundige elementen die maar sporen van slijtage laten zien. Hij laat de fundamenten onderzoeken en toont aan dat de kathedraal is verzakt. Een pijler krijgt een ijzeren korset aangemeten omdat er scheurtjes in zitten. Het orgel wordt gedemonteerd en opgeslagen tot 1935.

1911 Een aardbeving brengt een zwakke middeleeuwse fundering aan het licht. Met een enorme betonplaat laat Knauth dit euvel verhelpen.

De kroonlijst aan de westgevel en de twaalf apostelen (Grass 1849) worden door beeldhouwer Ferdinand Riedel gerestaureerd.

1912-1919 Alle werkzaamheden aan de kathedraal liggen stil door de Eerste Wereldoorlog. Bijna alle klokken worden door de Duitse bezetting opgeëist voor omsmelting tot kanonnen en munitie. Uitgezonderd Bourdon(1427) en de klokken van Edel (1786).

4.8 De kathedraal als nationaal erfgoed[24]

1919 Knauth, een Duitser, krijgt ontslag maar dat wordt ingetrokken omdat hij nog verantwoordelijk is voor de werkzaamheden aan de zwakke fundering van de kathedraal. Daarbij komt dat twee van Knauths kinderen zijn gesneuveld in de strijd tegen de Fransen. Het loopt toch uit op een rechteloos ontslag in 1920. Zijn assistent Charles Pierre moet het werk afmaken.

1926 De restauratie van de narthex en het portaal in de westgevel is gereed en er is feest op 9/10 oktober 1926.

1928 De torenspits wordt gerestaureerd.

1932/33 De hoge delen van de zuidelijke transeptarm worden afgerond. Ook wordt het plan geopperd om aan de buitenkant van de zuidelijke transeptingang het beeld uit 1810 van Arbogast dat tussen de twee vensters staat, te vernieuwen. Dit voorstel haalt het niet.

1939 Vijfhonderd jaar geleden werd de torenspits van de kathedraal opgeleverd en was het bouwwerk klaar. Reden voor een groot feest, hoewel men de Tweede Wereldoorlog voelt aankomen. Op 1 september breekt de oorlog uit en duizenden Straatsburgers verhuizen naar de Dordogne en Indre. Monumentenzorg geeft opdracht de oude gebrandschilderde ramen van de kathedraal uit te nemen en naar kasteel van Hautefort (Dordogne) over te brengen. Maar de Duitsers weten ze in 1940 op te sporen, te fotograferen in kleur en te verbergen in een zoutmijn bij Heilbron.  De preekstoel van Geiler wordt gedemonteerd, evenals de Engelenpijler en het Astronomisch uurwerk en ook diverse beelden worden van hun sokkel gehaald en in met zandzakken gevulde containers naar een veilige plaats gebracht.

1940 Op 19 juni vallen de Duitsers binnen en hijsen de hakenkruisvlag op de torenspits. Negen dagen later komt Adolf Hitler de kathedraal bezoeken en wenst het beeld van Lodewijk XIV (Vallastre 1829) weg te halen. Na de bestuurswisseling bij Monumentenzorg (nu Duits) wordt een maquette gemaakt van Frederik van Barbarossa ter vervanging van Lodewijk XIV aan de west-façade, maar het blijft bij een plan. Lodewijk XIV wordt zo goed verborgen dat men pas in 1946 zijn beeltenis weer terugvond. De kathedraal mag niet meer religieus gebruikt worden.

1941-1943 Brandbare materialen worden uit de kathedraal gehaald en opgeslagen. Het blinkende koperen dak krijgt in 1943 een tijdelijk camouflagezeil om de plaats van de kathedraal niet te verraden voor vijandelijke vliegtuigen.

1944 Op 11 augustus is het raak: de vieringkoepel wordt getroffen, het gewelf van de noordelijke zijbeuk wordt door een projectiel doorboord en veroorzaakt veel schade binnenin. De overgebleven vensters met de ramen en hun provisorische afsluitingen worden beschadigd.

Op 23 november hijst Charles de Gaulle de tricolore op de torenspits van de kathedraal van Straatsburg. Anselme Schimpf wordt de architect van de Fabriek.

1945 De schade wordt door middel van een voorlopige voorziening hersteld. Open vensters krijgen een houten afdichting, en de koepel van de viering wordt dicht gemaakt net als de noordelijk zijbeuk waarvan op 11 augustus 1944 het gewelf was opengespleten. Voor deze werkzaamheden zet de Fabriek 45 krijgsgevangenen in. In september komen de oude gebrandschilderde ramen terug die door de Amerikanen in Heilbronn waren ontdekt. Het atelier van de familie Ott zet zich aan de reparatie en terugplaatsing tussen 1948 en 1965.

1956 De Raad van Europa doet een gebrandschilderd raam cadeau bestemd voor de raampartij in de apsis. Max Ingrand ontwerpt het. (Foto 6).

1958 Het sterk beschadigde interieur van de torenspits is hersteld. Maar de 4 torentrappen moesten wachten tot 1960 toen een langdurig herstelprogramma voor de buitenkant begon. Met een speciale gondel wordt de west-façade gecontroleerd.

1960 Alle ateliers van de Fabriek tot voor kort rondom de kathedraal gevestigd in diverse gebouwen worden naar het industrieterrein verplaatst.

1964 Tot stand komen van de Charta van Venetië, waarin onder meer wordt vastgelegd hoe monumenten moeten worden behandeld en ook dat tijdens renovaties de sporen van het verleden niet mogen worden uitgewist. Archeologisch onderzoek wordt verplicht.


 

Fig.6 Kathedraal van Straatsburg, Het venster in de apsis met de ‘Eurosterrencirkel’ (Foto:Internet, 2 juni 2021).

 

1967-1972 Bij de opgravingen in de St. Laurentiuskapel wordt de stookplaats van Romeinse termen aangetroffen. Over de definitieve restauratie van de vieringkoepel wordt een discussie gestart. Hoewel men het liefst de middeleeuwse kap gerenoveerd zag, besloot men uit kostenbesparing om de neo-romaanse opbouw van Klotz te renoveren. De toren boven het westwerk en de gewelven van het schip worden zorgvuldig hersteld. In de façade van de zuidelijke transept krijgen vier lancetvensters moderne glasramen.

1973 De klok van Edel uit 1786 barst en is een reden voor een plan tot vernieuwing van alle klokken.[25]

1980 Het roosvenster wordt hersteld en op de west façade worden kopieën van de beelden geplaatst, de winkeltjes van Goetz, en de vensters van de apsis, maar ook het noordelijke transept worden gerestaureerd.

 

1982 Er wordt besloten om jaarlijks planimetrische en altimetrische onderzoeken te verrichten zodat de actuele status van het enorme gebouw kan worden vastgesteld.

1988 Paus Johannes-Paulus bezoekt de kathedraal. Bij die gelegenheid wordt de achthoekige sacristie van Massol (1744) gerenoveerd. Een herdenkingsplaat is aangebracht aan de noordwestelijke pijler van de vieringkruising.

1989 Er start een project om de noordzijde van het schip te verhogen in een volgorde van oost naar west, natuurlijk met gevolgen voor de steunberen en de vensters. In 2007 was dit nog in uitvoering

1999 De Fabriek/Fundatie en de Staat Frankrijk sluiten een overeenkomst voor bekostiging. De Staat had al de vieringkoepel en de zuidgevel gefinancierd, de Fabriek de noordgevel. De directeur Monumentenzorg is tevens de architect van de Fabriek en benoemd wordt mevrouw Christiane Schmückler-Mollard.

2000 De torenspits wordt opnieuw aangepakt wegens erosie van het gres. Deze werkzaamheden duurden vijf jaar (2006 gereed) en zijn gedocumenteerd in een film (2006). Kosten 4,4 miljoen euro.

2001 De winkeltjes van Goetz zijn klaar en ook de vestibule voor de verwarmingsketels van Knauth aan de noordzijde van het schip is weer opgeknapt. Studies tonen aan dat de gebrandschilderde ramen aan de zuidzijde in slechte staat zijn.

2004 Het koor moet weer een restauratie ondergaan op initiatief van Monsr. Doré.  Hij wil de afspraken in het Vaticaans concilie van 1962 toepassen. De kruisgalerij van Klotz (in 1844 volgens het vroegere scheidingsmodel van celebrant en gelovigen weer opgenomen) worden vervangen door een brede trap naar het koor met vrij uitzicht voor gelovigen en een gemakkelijke toegang tot de crypte. Daardoor kunnen veel meer deelnemers aan plechtigheden worden toegelaten. In de apsis wordt een groot verguld metalen kruis opgehangen.

2005 Het atelier voor de kunstenaars wordt weer overgebracht (vanaf het industrieterrein) naar de omgeving van de kathedraal. Kunstenaars moeten tijdens hun werk steeds het resultaat ter plaatse kunnen controleren. Bovendien, dat was oorspronkelijk ook zo.

4.9 Samenvatting

Na het jaar 1015 werd gedurende twee eeuwen de romaanse kerk van Straatsburg vernieuwd en vergroot. Na oorlogsschade in het jaar 1200 kwam een plan in uitvoering om in navolging van andere grote steden – Parijs, Chartres – de romaanse kathedraal aan te passen aan de grotere aantallen gelovigen en pelgrims die een sterke bevolkingsgroei met zich bracht. De behoefte aan meer licht in de donkere gebouwen leidde tot experimenten met meer glas en hoogbouw. Gotische architectuur was het antwoord op vragen naar licht en ruimte. Meer dan tweehonderd jaar bouwden de bouwmeesters aan de kathedraal. Opeenvolgende bestuurders voegden kapellen en ornamenten toe. De kathedraal had erg te lijden onder blikseminslag en brand en soms onder het geweld van oorlogen. Na negenhonderd jaar staat het gebouw er echter weer bij als een monumentale getuige van het verleden.

 

5 Slot

In een volgende bijdrage wil ik proberen deze monumentaliteit te benaderen door een beschrijving te geven van

 De westelijke ingang met het centrale portaal en het roosvenster

 De zuidgevel met de ingang via het transept

De Preekstoel en het Astronomisch horloge

Natuurlijk is er nog veel meer te vertellen dan over deze onderdelen. De geschiedenis van de klokken bijvoorbeeld volgt het ritme van de tijd met oorlogen en revolutie. Maar ook een beschouwing over de gebrandschilderde ramen zou interessant zijn omdat sommige nog uit de romaanse stijlperiode stammen. Dat doen we allemaal niet. Zodra ik in Straatsburg de kathedraal heb bezocht, zal ik de foto’s deels vervangen door eigen beeldmateriaal.

Middelburg, 2 juni 2021

 

 

 

 

 

 

 

 



[1] Marie-José Nohlen,’La construction de la cathédrale gothique XIII-XV siècles’ in: Bernard Reumaux red.,La grâce d’une cathédrale STRASBOURG (5e druk 2015 Straatsburg).41-71.

[2] Jean-Philippe Meyer, ‘De 1è’re pré-romane à la construction du transept Du IVe au début du XIIIIe Siècle’in: Bernard Reumaux red.,La grâce d’une cathédrale STRASBOURG (5e druk 2015 Straatsburg).29-40.

[4] Rumeau, la cathédrale 285.

[5] Benoît Jordan en Roger Lehni, l’Horloge astronomique’in: Bernard Reumaux red.,La grâce d’une cathédrale STRASBOURG (5e druk 2015 Straatsburg).291.

[6] Olivier Tarozzi, ‘Les cloches: la voix de la cathédrale’in: Bernard Reumaux red.,La grâce d’une cathédrale STRASBOURG (5e druk 2015 Straatsburg)312.

[8] Francis Rapp,’Le4 chantier à l’heure de la Réforme’in: Bernard Reumaux red.,La grâce d’une cathédrale STRASBOURG (5e druk 2015 Straatsburg).

[9] Rumeau, la cathédrale, 270.

[10] Rumeau, la cathédrale, 285.

[11] Rumeau, la cathédrale, 291.

[12] Rumeau, la cathédrale 312.

[13] Rumeau, la cathédrale 77.

[14] Rumeau, la cathédrale77

[15] Rumeau, la cathédrale, 292.

[16] Louis Châtellier en Francis Rapp, ‘La cathédrale à l’heure française 1681-1789.in: Bernard Reumaux red.,La grâce d’une cathédrale STRASBOURG (5e druk 2015 Straatsburg).85-92.

[17]  Reumaux, La cathédrale, 312.

[18] Sabine Bengel,’De la Révolution à nos jours: destructions, usures et restaurations’ in:  Bernard Reumaux red.,La grâce d’une cathédrale STRASBOURG (5e druk 2015 Straatsburg).93-99.

[19] Rumeau, La cathédrale 97

[20] Reumaux, La cathedrale. 97

[21] Sabine Bengel,’De la Révolution à nos jours: destructions, usures et restaurations’in Bernard Reumaux red.,La grâce d’une cathédrale STRASBOURG (5e druk 2015 Straatsburg).100-114.

[22] Rumeau, La cathédrale, 296.

[23] Sabine Bengel, ’De la Révolution à nos jours: destructions, usures et restaurations’in: Bernard Reumaux red.,La grâce d’une cathédrale STRASBOURG (5e druk 2015 Straatsburg).106-114

[24] Sabine Bengel, ‘De la Révolution à nos jours: destructions, usures et restaurations’in: Bernard Reumaux red.,La grâce d’une cathédrale STRASBOURG (5e druk 2015 Straatsburg).115-121.

[25] Rumeau, La cathédrale