donderdag 7 november 2013

Recensie: 'Het Verslag van Brodeck' (Claudel)

Met veel plezier heb ik het boek Het verslag van Brodeck gelezen. Hierna is de bespreking opgenomen die ik ten behoeve van een leeskring heb gemaakt.


                ANALYSE VAN EEN ROMAN


AUTEUR                                        :Philippe Claudel

TITEL                                            :Het Verslag van Brodeck

VERTAALD UIT HET FRANS   :Manik Sarkar

OORSPRONKELIJKE TITEL      :Le rapport de Brodeck

EERSTE DRUK                            :2007

TIENDE DRUK                            :2010

OPDRACHT                                 : “Voor al diegenen die denken dat ze niets                                                         zijn. Voor mijn vrouw en dochter zonder                                             wie ik niet veel zou zijn.”

MOTTO                                         : “Ik ben niets, ik weet het, maar dat niets                                                          laat ik bestaan uit een heel klein                                                              stukje alles.”

                                                        (Victor Hugo, Le Rhin)

BEOORDEELD                               :Winter 2010/11 10e druk Leen Moelker.



A  Biografie


Philippe Claudel werd op 2 februari 1962 geboren in Dombasle-sur Meurthe in streek rondom Nancy, Meurthe-et-Moselle/ Lotharingen. Zijn vader behoorde tot de stand van de werklieden en Philippe kreeg een eenvoudige opvoeding op het platteland.

Philippe Claudel is getrouwd met Dominique en hun dochter is van Aziatische afkomst. Claudel is een verdienstelijk alpinist. Hij is een bewonderaar van de schrijvers Jean Giono en Georges Simenon.

Hij werd leraar Frans aan een middelbare school. Daarnaast zocht hij naar maatschappelijk engagement in het werk voor jongeren met een motorische handicap en gaf hij cursussen aan gevangenen. Hij schreef eerst  met weinig succes filmscenario’s maar wist zich als regisseur en scenarioschrijver te vestigen na zijn bejubelde film Il y a  long temps que je t’aime (2008).   Hij is inmiddels part time lector aan de universiteit Nancy II waar hij culturele antropologie doceert. In Lyon doceert hij parttime literatuur. Verder treedt hij op als adviseur en gastdocent van l’Institute Europeène du cinéma et de l’audiovisuel.  Toen hij 37 jaar was verscheen in 1999 zijn literair debuut Meuse l’oubli (Rivier van vergetelheid), opgedragen aan zijn vrouw Dominique.

Claudel houdt van de landelijke sfeer van zijn geboortestreek. Hij haat het opgesmukte en het would-be-sfeertje van de “Groten” in de literatuur en volgt geheel zijn eigen inzicht. Hij is optimistisch van aard zegt hijzelf, maar zijn boeken zijn pessimistisch getoonzet. Hij neemt het op voor de verdrukten en is geïnteresseerd in de tegenstrijdigheden binnen het menselijk bestaan.

B  Werk

      Romans en  novelles

  • 1999   Meuse l’oubli (Nederl.vertaling Rivier van vergetelheid, 2006);
  • 2000   J’abandonne (Nederl.vertaling Zonder mij, 2005);
  • Prix du roman France Télévision
  • 2003   Les âmes grises (Nederl.vertaling Grijze zielen, 2004
  •    Prix Renaudot, Grand Prix de lectrices de Elle, Prix des marchands des livres
  •   Verfilmd, zie onder;
  • 2005   La petite fille de monsieur Linh (Ned.vertaling Het kleine meisje van meneer Linh,  2005);
  •  Euregio Literaturpreis;
  • 2006   Au revoir monsieur Friant (Nederl.vertaling Tot ziens mijnheer Friant,2010);
  • 2007   Le rapport de Brodeck (Ned. vertaling Het verslag van Brodeck, 2008);
  •   Prix Goncourt des Lycéens;
  •  Independent Foreign Fiction Award 2010;
  • 2008   Petite fabrique des rêves et des réalités (Ned. vertaling Kleine fabriek van droom en           werkelijkheid, 2009);
  • 2011   Verwacht 11 maart  2011 Het onderzoek.
  • Verhalen:
  • 1999   Quelques-uns des cent regrets (Nederl. vertaling Alles waar ik spijt van heb 2010);
  • Prix Marcel Pagnol
  • 2002   Les petites mecaniques;
  • Prix Goncourt de la nouvelle
  • 2006   Le monde sans les enfants et autre histoires (Ned.vertaling De wereld zonder          kinderen, 2007);
            Films:

  • 2005    Les âmes grises. Regie Yves Angelo met adviezen en scenario van de auteur.
  • 2008   Il y a  longtemps que je t’aime ; regie en scenario Philippe Claudel; hoofdrollen voor          Kristin Scott Thomas en Elsa Zylberstein.
  •   Prijzen:  2008 Vancouver International Film festival : Populairste film
  •                             2008 Fort Lauerdale International Film Festival; Jury Award voor                                   Scott Thomas als Beste  drama Actrice
  •     2008 European Film Award : Scott Thomas voor Beste Actrice;
  •  2008 Berlin International Film Festival: Prize of the Ecumenical Jury  and the Prize of the Reader jury of the “Berliner Morgenpost.”
  • 2009 London Critics Circle Film Awards : Scott Thomas Britse actrice                                         van het jaar
  •   2009 César Awards France : Claudel voor Meilleur Premier Film
  •   2009 British Academy of Film and Television Arts: Claudel voor Best film in not English Language;
  •  Nominaties voor internationale prijzen  13 w.o. voor De Gouden Beer
  • In première 20 april 2011 Tous les Soleils.  Regie en scenario Philippe Claudel;

C  Mens –en levensbeschouwing

 “De gelukkige mensheid heeft mij niet nodig.” Dat zei Claudel in een interview met de Standaard der Letteren in 2005. Hij richt zich dan ook op de verdrukte, de verscheurde en de lijdende mens. Daarbij heeft hij een geslachtgebonden wereldbeeld, vindt hijzelf. Mannen voeren oorlog en vrouwen praktiseren de liefdevolle bejegening van de naaste. Daarom heeft hij meer op met vrouwen dan met mannen. De toonzetting van zijn boeken en films is pessimistisch van aard. Toch ontbreekt het positieve niet omdat het leven hier en daar toch hoopvolle beloften inhoudt. De tragiek waaronder ontelbare mensen gebukt gaan wordt versterkt door een moeizame communicatie. Waar niet gepraat wordt domineren de machtsverschillen. Dat blijkt vooral bij de vluchtelingenproblematiek. Hoeveel ontheemden zijn er niet die weliswaar materieel worden gesteund maar medemenselijkheid en echte aandacht moeten ontberen. Deze mensen kunnen met een ernstige identiteitscrisis te maken krijgen. Zij zijn vaak getraumatiseerd door ontberingen en moeten veel beter worden opgevangen. (bron: www.leesclub.be)

D  Literair-historische context

Mijn analyse van de literair-historische context leidt tot de volgende conclusies.

De boeken van Philippe Claudel zijn geschreven als onderdeel van de (post)moderne geschiedenis. Daarin heerst de twijfel aan alles en iedereen, het gemis aan houvast en handelen doet iedereen naar eigen inzicht. Wij leven in een gefragmenteerde wereld waarin de individuele mens voor het antwoord op grote vragen, op zichzelf is aangewezen.
Kunstwerken zijn teksten met betekenaars en betekenis. Het zijn autonome producten en ze krijgen  betekenis via de lezer of de beschouwer. 
Een alomvattend betekeniskader bestaat niet meer.

E    Inhoud

 Brodeck is als vierjarig weeskind letterlijk uit de puinhopen van een verwoeste stad in 1915 gered door de berooide maar barmhartige Fédorine. Zij vluchtten naar een dorp in Lotharingen waar hen een boshut ter beschikking werd gesteld. Als Brodeck  opgegroeid is mag hij op kosten van het dorp gaan studeren in de Hoofdstad (Berlijn). Hij maakt daar de Pürische Nacht (Kristallnacht) mee en hij besluit met zijn vriendin Emélia naar zijn dorp terug te keren.

            De vreemdelingenhaat bereikt echter ook de streek waar Brodeck woont. Als de oorlog uitbreekt wordt het dorp bezet door ‘medebroeders.’ Hun xenofobische dus vreemdelingen hatende commandant dwingt het dorpsbestuur om vreemdelingen op transport naar de interneringskampen te stellen. Brodeck is er een van (hij heeft zwart haar en een afwijkende huidskleur) en hij vertrekt naar een gevangenkamp op zes treinreisdagen afstand. 
           Hij overleeft echter het kamp. Brodeck keert terug naar huis maar treft zijn vrouw Emélia aan met ernstig geheugenverlies en met een kind, Poupchette. Hij krijgt een baan als natuurwacht.
Dan verschijnt een vreemdeling met een ezel en een paard in het dorp. Aanvankelijk is men ingenomen met “Der Anderer.” Omdat hij niet wenst te integreren - hij noemt zijn naam niet, hij praat nauwelijks maar hij betaalt wel royaal voor alle diensten -  verdenken de dorpelingen hem van ondermijnende activiteiten. Dat gebeurt vooral binnenskamers onder de leden van een geheim genootschap “Erweckens’ Bruderschaf.”

            Tijdens Anderers  tentoonstelling van karakteristieke tekeningen van veel prominente dorpelingen, zien de dorpelingen daarin het bewijs dat hij hun kwaadwillig gezind is en laten ze hem en zijn dieren verdwijnen. Brodeck, niet aanwezig bij “der Ereigniës,” wordt opgedragen een verslag te schrijven van de omstandigheden waaronder de Anderer is omgekomen. Zodat later voor iedereen de logica en de rechtvaardiging van zijn executie duidelijk is. Hij zal daartoe ooggetuigen interviewen. Brodeck trekt zich vervolgens in een berghok terug om zijn opdracht uit te voeren.
Hij komt op het idee gelijktijdig zijn mémoires te schrijven. Elke dag neemt hij de beschreven vellen papier mee naar huis en verstopt ze onder het hemd van zijn in zich zelf opgesloten vrouw Emélie.             Zijn levensverhaal ontstaat gaandeweg en mede naar aanleiding van actuele gebeurtenissen. Die roepen bij hem herinneringen op aan trauma’s zoals kampervaringen en aan verhoudingen tot goede (Diodème, Kelmar) en foute(Ulli Rätte) vrienden.

            Een dramatische gebeurtenis vindt plaats tijdens de treinreis naar het kamp. Kelmar en Brodeck drinken het water op van een jonge moeder met baby, die beiden kort daarop overlijden. Kelmar laat zich na aankomst door de reis begeleiders doodknuppelen: hij kan met zijn laffe daad niet leven.

            Brodeck wordt in het kamp als hond aangesteld en moet van zijn ‘baasje’ het erbij behorend gedrag vertonen. Elke dag is er een executie onder toezicht van mevrouw “Zeilenesseniss,” de echtgenote van de kampcommandant met haar baby. De gehangene draagt het bord met de tekst “Ich bin nichts.” Brodeck neemt een boetvaardige houding aan, hij voelt zich met een grote schuld beladen. De pijn en vernedering ondergaat hij als boetedoening  Dat verdraagt hij alleen als hij zijn gedachten richt op de liefde voor Emélia en een beloftevolle toekomst met haar.

            Op een dag is de oorlog over en meer dood dan levend gaat hij op weg naar huis. Een oude man in een verstild dorp komt hem te hulp en verzorgt hem enkele dagen. Als hij weer vertrekt mompelt de onbekende hem na: “Vergeef het hem.” Het slaat op zijn zoon die als nazi-soldaat medeverantwoordelijk is voor de Holocaust.

            Bij thuiskomst treft hij Emélia aan met een hersenbeschadiging en met een blond meisje dat hem papa noemt. Via een nagelaten brief van zijn vriend Diodème (die na het schrijven ervan zelfmoord pleegde) verneemt hij wat er rondom zijn deportatie en met Emélia is gebeurd. Toen de dorpelingen eens drie meisjes met ‘verdachte lichaamskenmerken’ hadden ontdekt in het bos, had Emélia hun in huis opgenomen. Als straf werden meisjes verkracht, vermoord en bij de brug begraven. Emélia onderging bijna hetzelfde lot maar werd door Fédorine gered. Zij hield er ernstig letsel aan over. Bovendien bleek zij zwanger te zijn van Poupchette. Brodeck besluit voor hen te zorgen. 

Uit de brief kon Brodeck afleiden dat Diodème mogelijk óók vóór zijn internering gestemd heeft als lid van het dorpscomité onder leiding van de burgemeester.

            Spoedig verschijnt de Anderer in het dorp. Hij wordt na drie maanden door de dorpelingen vermoord. Brodeck schrijft daarover een Verslag maar de burgemeester verbrandt het direct nadat het is ingeleverd. Vervolgens vluchten Brodeck, Emélia en Poupchette uit het dorp weg, een onbekende bestemming tegemoet.

F. Genre
Roman met meerdere niveaus. Het historische niveau betreft de vage verwijzing naar gebeurtenissen rondom de beide wereldoorlogen in de 20e eeuw. Op het psychologische niveau gaat de roman in op stereotypering en het gemak waarmee mensen in bepaalde omstandigheden (in een gevangenkamp) kunnen veranderen in beesten. De plot bevat ook elementen van een detectiveroman(onderzoek naar een moord).

De roman onderzoekt de relatie tussen goed en kwaad, tussen liefde en haat, tussen schuld en boete. Toch is het geen liefdesroman, noch kampliteratuur, noch bekentenisliteratuur.

 G. Structuur

De roman heeft 332 bladzijden en bevat veertig hoofdstukken genummerd met Romeinse cijfers.

De tekststructuur is chaotisch omdat er twee verhalen in elkaar overlopen. De ik-verteller geeft weer wat hij op dat moment krijgt te horen van ooggetuigen (Het Verslag van Brodeck) en koppelt dat aan wat hem vroeger is overkomen (levensverhaal). Maar het Verslag wordt slechts fragmentarisch geduid. Lezers moeten zelf de feiten ordenen.
De onverwachte wendingen in ruimte en tijd, de veelvuldige flash forwards en flash backs maken het de lezer moeilijk om een samenhangende fabula[1] te construeren. De chronologie en de logica van de tekststructuur moet worden gereconstrueerd. De auteur heeft gebruik gemaakt van een literair procédé hysteron proteron. Door de volgorde van feitelijk opeenvolgende gebeurtenissen om te draaien ontstaan sprongen in de tijd. Neem de hoofdstukken 17 en 18.

Hfdst.17 begint met gesprek met pastoor Peiper. Dat bezoek aan de pastoor vindt echter plaats na de voorlezing van het Verslag dat echter pas in hoofdstuk 18 wordt beschreven.
n hoofdstuk 7 wordt de moord op Cathor voorzegd; die wordt echter pas in hoofdstuk 30 beschreven.
In hoofdstuk 37 vernemen wij –eindelijk- wat er in de trein naar het interneringskamp is gebeurd. Hiernaar is in hoofdstuk 9 al verwezen.
          De conclusie is dat we te maken hebben met een niet chronologische en gefragmenteerde tekst. Hierin komen twee verhalen voor die niet volgens een vaste structuur verteld worden. Het vertelprocédé kenmerkt zich door structuurelementen als hysteron proteron waardoor de lezer vele sprongen in de tijd moet maken.

H. Vertelsituatie en perspectief
Er is een ik-verteller die de geschiedenis vertelt vanuit het eigen perspectief. Alles vernemen wij via hem. Ooggetuigen van een concrete gebeurtenis worden afwisselend in de directe rede en de indirecte rede geciteerd.

De ik-verteller staat de focalisatie nimmer af (hij blijft aan het woord) zodat we afstand houden tot de andere personages. Het is de kijk van ‘ik’ op de dingen die we krijgen voorgeschoteld .

I  Stijl

De stijl wordt sterk bepaald door het grote aantal vergelijkingen en metaforen. De schrijfstijl is echter nergens ingewikkeld. Integendeel. Sommige deelsituaties worden tot in het kleinste detail ontleed (ravijnmaagdenpalm, Hond-Brodeck).

Het gebruik van flash back, flash forward is opvallend. Vooral de flash forward is verbonden met spanning (het personage weet meer dan de lezer) en deze spanning wordt opgebouwd rondom de elementen dreiging, raadsel en geheim. Dat zijn typische eigenschappen van de plot uit een detectiveverhaal.

De identificatie met bepaalde personages is gemakkelijk door de beschrijving van hun ellende of geluk. Stijlmiddelen als ironie (Hond-Brodeck) en sarcasme komen veelvuldig voor in de tekst, speciaal daar waar zelfvernedering en minachting wordt uitgedrukt. “Ik geloof niets meer.”

 J  Thematiek

Illusie en desillusie                                         Gehoorzaamheid
Bedrog                                                                       Moraal
Liefde                                                            Geweld en oorlog
Wat is goed, wat is fout?                                Doorzettingsvermogen
Medelijden                                                     Naastenliefde
Schuld en boete                                                         Geslotenheid

K Ruimte

 Dorpje in Lotharingen; Interneringskamp in Oost-Duitsland of Polen. Berlijn hoewel dit alles niet expliciet wordt genoemd maar wordt gesuggereerd door termen als De Hoofdstad. Een geïsoleerd dorp in een gebied waar een bepaald dialect wordt gesproken (Frans/Duits); zes dagen met de trein verwijderd was het kamp.

Psychologische ruimte: Er komen veel personages voor die geïsoleerd leven zoals de 

  • ik-verteller zit in het kamp in een hondenhok;
  • ik-verteller wordt als Fremde aangemerkt;
  • ik-verteller schrijft zijn verhaal in een berghok;
  • Personages die geïsoleerd zijn Marcus Stein, Anderer, Zungfrost, Frippman;
  • Emélia die in een droomwereld leeft;
  • Het dorp ligt vrij geïsoleerd;
  • Het dorpscomité Erweckens’Bruderschaf  is een gesloten club.
L  Tijd

Verhaalheden/ vertelde tijd van Het Verslag: omstreeks 1946 een jaar na WO-II
Verhaalheden/vertelde tijd van de ‘biecht’ van Brodeck, zijn levensverhaal:  ca 1914 – 1946
Hierboven is al opgemerkt (bij structuur) dat het verhaal chaotisch is gestructureerd. Dat gebeurt mede door sprongen in de vertelde tijd (ellipsen). Dat levert een ingewikkelde presentatie van de gebeurtenissen op.

 M  Personages

  • Brodeck, de verteller en focalisator Geen toenaam bekend; vondeling en later student/schrijver;
  • Emélia, zijn vrouw, geestelijk beschadigd geraakt, heeft weinig besef van de werkelijkheid;
  • Poupchette hun kind van ca 3 geboren uit schandelijke praktijken van dorpsbewoners;
  • Fédorine, oudere vrouw die Brodeck in WO-I tussen de puinhopen van een stad vond en hem verder opvoedde;
  • Burgemeester Orschwir, varkensfokker, betrokkene bij de moord op Anderer;
  • Anderer, een fantasienaam van een zwerveling met paard en ezel die zijn identiteit verhult en weigert te integreren in de dorpsgemeenschap maar die wel goedgezind is. Is royaal, vriendelijk en opofferingsgezind en schildert de locale omgeving. Wordt vermoord;
  • Diodème, dichter en schrijver, vriend van Brodeck. Onthult een geheim en pleegt zelfmoord;
  • Dieter Schloss, eigenaar grootste herberg van het dorp. Logeeradres Anderer en plaats van delict;
  •  Ulli Rätte, medestudent Brodeck en personificatie van de xenofobe samenleving;
  • Pastoor Peiper, gedegeneerde dorpsgeestelijke voor wie drank het hoogste goed is;
  • Vele andere personages als Mevrouw Pitz, Göbler,Buller, Knopf, Ernst-Peter Limmat, de onderwijzer enz.

Alle personages leren wij kennen via de ik-verteller. De dialogen worden naverteld en niet direct gevormd. Er wordt niet door, maar over de personages verteld.

De personages blijven vaag en oppervlakkig en het is dan ook niet mogelijk ze te karakteriseren.

 N  Titel Verklaring

De titel Het Verslag van Brodeck verwijst naar een beschrijving van een tragische gebeurtenis in het leven van een dorpsgemeenschap. Dit verslag moet het gedrag van de gemeenschap rechtvaardigen in een kwestie van moord op een vreemdeling.

 O. Motto en Opdracht 

Een motto wijst de weg naar de interpretatie van de tekst die volgt. Een tekst kan ook worden opgedragen aan iemand of personen die in een bijzondere relatie staan tot de auteur.

Het Verslag van Brodeck is opgedragen aan de vrouw van de auteur, Dominique Claudel en hun aangenomen dochter. Zonder hen voelt de auteur zich zonder betekenis. Bovendien wordt het boek ook geadresseerd aan mensen met een laag zelfbeeld.
Het boek gaat dan ook uitgebreid in op de positie van de vreemdeling in een vijandige samenleving. Vreemdelingen in een hun vijandige wereld hebben weinig te verwachten. Maar, je kunt ook doen als Brodeck: vechten en liefhebben en op zoek gaan naar een betere wereld.

 Er is als motto ook een citaat van Victor Hugo (1805-1885) opgenomen. Deze Franse schrijver was politiek-sociaal geëngageerd en vertegenwoordiger van de Romantiek (Les Misérables, Klokkenluider van de Notre Dame). Hij schreef ook reisverhalen waar onder over een reis langs de Rijn.[2]
Het citaat is een verwijzing naar de ruimte en plaats van het boek, een gebied gelegen in het stroomgebied van de Rijn t.w. Lotharingen.

Ook hier weer een deel van het thema van het boek nl zelfs als je je nietswaardig voelt, mag je je onderdeel van een groot geheel weten.

 P  Intertekstualiteit

Het Verslag van Brodeck  heeft diverse verbindingen met andere teksten. Gezien de thematiek – vooral schuld en boete, naastenliefde – kan een relatie worden aangewezen met

  • Fjodor Michajlovitsj Dostojewski (1821-1881)  Schuld en Boete  en  De Gebroeders                                                        Karamazov;
  • Emmanuel Levinas (1906-1995) De Totaliteit en het Oneindige waarin de Ander de                                                         medemens centraal staat. Citeerde veelvuldig Dostojewsk
  •   “ En ik moet je nog wel zeggen moedertje, dat ieder van ons schuld draagt jegens alles en iedereen, en ik nog meer dan de ander.”
·         De Bijbel                               Alle uitspraken over geloof en ongeloof; 
                                                  Jezus van Nazareth als voorbeeld voor het personage Anderer;
                                                  Sanhedrin en farizeïsche sekte die de moord op Jezus                                                               beramen, in intertekstualiteit met soortgelijke club                                                               de Erwechens’Bruderschaf;

·         Immanuel Kant (1724-1804) Kritik der Praktischen Vernunft :Categorisch imperatief:                                       Handel zo, dat jouw gedrag jegens de ander tot algemene wet                                              kan worden verheven.
Q Receptie/ de pers

 Zie hiervoor Boekentaal Mondiaal

R Analyse en Interpretatie

Wat kunnen we met al die kennis over Het Verslag van Brodeck? Volgens Claudel in het hierboven aangehaalde interview met De Standaard is iedere interpretatie goed. Hiermee kiest de auteur voor  het relativistische standpunt van portmoderne filosofen. Er is dus geen alomvattende interpretatie op te stellen.

            Dan rijst onmiddellijk een ander probleem. Vanuit welke invalshoek valt dit boek te benaderen? Is het door de ogen van de auteur (de biografische context)? Kunnen we werken vanuit een bepaalde maatschappij visie (marxistisch, socialistisch) of vanuit een bepaalde visie op de mens  (humanisme)?

            Zouden we het boek ook kunnen interpreteren als een voorbeeld van postmoderne literatuur en specifiek letten op de tekststructuur zonder enige verdere betekenis?[3]
           Ik ben geneigd dit boek allereerst te zien als een kunstig geconstrueerde postmoderne tekst. De niet-lineaire verhaalstructuur en de vaagheid van tijd en ruimte verraden een spel met de taal. Maar hoewel Claudel uitdrukkelijk gekozen heeft voor vaagheid in zijn beschrijvingen, het is voor veel lezers toch duidelijk waar het verhaal speelt (in Lotharingen) en wanneer. Vaagheid geeft hier echter ruimte voor interpretatie zodat de geschiedenis een verhaal van alle tijden en plaatsen kan zijn.

            Wat maakt Het Verslag van Brodeck dan tot een tijdloze geschiedenis? Is het wel of geen roman met een boodschap? Welke interpretatie dan kan mogelijk relevant zijn?
Het Verslag van Brodeck  is doorspekt van ironie en ongeloof over wat mensen elkaar kunnen aandoen. “Ik geloof niet in het lot. En ik geloof ook niet meer in God. Ik geloof nergens meer in” (bldz.123), zegt, ironisch, ‘Hond-Brodeck.’

            Bovendien wordt er in dit boek, in andere boeken van Claudel en ook in zijn film, veel gestorven. Het zijn vooral de vrouwen die overlijden. Saillant punt is dat in het aangehaalde interview met de Standaard,  Claudel openlijk verklaart bang te zijn voor de dood van zijn vrouw. Brodeck vertoont dezelfde angst voor de dood als hij opmerkt dat de dood van de anderen, die van wie je houdt, je kapot kan maken en vernietigen, en niet je eigen dood (bldz.167).
Op het eerste niveau is Claudels boek een beschrijving van de tragische levensloop van een jongeman van Joodse afkomst. Die laat zich als volgt samenvatten.


Alles wat in Brodecks leven mis kon gaan, ging mis. Aanvankelijk had hij geluk: hij werd gered door Fédorine uit de

puinhopen van zijn geboortestad. Hij werd groot gebracht in een landelijke omgeving in een vriendelijk dorp. Hij mocht zelfs op kosten van de dorpsgemeenschap gaan studeren. Maar dan slaat het noodlot toe. Overgebracht naar een interneringskamp lijkt zijn leven  niets meer waard. Maar ondanks zijn ellende blijft hij hopen op geluk en houdt hij vast aan de liefde voor zijn vrouw Emélia. Het is juist die eigenschap die hem in leven houdt waar anderen hun verzet tegen vernedering met de dood moesten bekopen. Eenmaal thuis wacht hem teleurstelling als blijkt dat Emélie kwalijke gevolgen van een verkrachting door dorpelingen heeft opgelopen. Ze heeft er een kind door gebaard en lijdt aan ernstige amnesie. Brodecks vertrouwen in de mensen krijgt een nieuwe knauw als zijn dorpsgenoten een vreemdeling ombrengen omdat deze afwijkend gedrag vertoont. Uitgerekend daarover moet hij nu een verslag schrijven.

 Op het tweede niveau kan dit verhaal dienen als een boodschap aan de (universele) samenleving,  dat rancuneus groepsgedrag leidt tot fatale conflicten. Als gevolg hiervan worden soms medemensen als persona non grata verwijderd (Brodeck), vernederd (Emélia) of zelfs gedood (Anderer). Dat is in strijd met het principe dat alle mensen in moreel opzicht gelijk zijn.

Een uitgebreide analyse van het menselijk gedrag leerde mij dat Kant  een aanwijzing geeft voor het juiste handelen. Als het individu het moreel goede nastreeft, dan ontstaat een betere wereld. Maar wat is moreel goed en waar? Dat is, wat op goede redelijke gronden door de mens zelf kan worden aanvaard als goed. En, als anderen dat ook vinden, leidt dat tot een universeel oordeel. Regel: Handel zo dat je gedrag tot wet kan worden verheven met een geldigheid voor de universele, dat is de voor de gehele wereldgemeenschap.[4]

Het is duidelijk dat een gemeenschap die mensen verstoot of kleineert, niet volgens dit categorisch imperatief handelt en het dus in principe onjuist handelen is.
Dat brengt ons bij de vraag met welk doel mensen met elkaar moeten willen samenleven.
In de praktijk zijn er vele samenlevingen met eigen culturen. Binnen die groep is een eenheid van taal, wet, gewoonte en cultuur aanwezig. Wanneer zal groepsbelang vijandigheid oproepen ten opzichte van andere groepen?

Groepsgedrag kenmerkt zich inderdaad door een streven naar onderlinge saamhorigheid en beheersing van de sociale wereld, en door een positieve waardering van de groepsleden soms zelfs door altruïsme.

Als een groepslid zich niet conformeert aan de groepsnormen, volgt uitstoting. Als er een bedreiging van buiten optreedt, neemt de groep maatregelen om die te elimineren. Dit proces geldt voor alle groepen, ook voor criminelen. Een goed voorbeeld hiervan wordt beschreven in Schuld en Boete van Dostojewski.

Samengevat  blijkt dat Philippe Claudel via zijn boek Het Verslag van Brodeck aandacht vraagt voor het gevaar dat mensen beesten kunnen worden door blinde ijver voor de eigen groep. Zij voelen zich gerechtvaardigd om in het algemeen belang anderen uit te wijzen te verkrachten of te vermoorden. We zagen dat zulk gedrag terug te voeren is op groepsprocessen met zowel positieve als desastreuze gevolgen. Als de vluchteling goed wordt opgevangen dan strookt dat met de moraal waarin ieder mens gehouden is zich verantwoordelijk te voelen voor de Ander (Levinas) of zelfs voor de wereldgemeenschap (Kant), en dat draagt bij aan een betere wereld.

 S  Slot

Philippe Claudel heeft een mooi boek geschreven. Hij heeft net als Michel Houellebecq (1958) de structuur en stijlmiddelen als de vergelijking ingezet om het betekenisproces te versterken. Het Verslag van Brodeck is een verbeelding van de tragiek in het menselijk bestaan maar bevat  ook elementen van geloof, hoop en liefde. Samengevat roept het boek vragen op over schuld en boete.

Het is ook een waarschuwing tegen amoreel handelen, vooral ten opzichte van vluchtelingen.





[1] Fabula: zoals de lezer begrijpt: het verhaal in chronologische volorde en in oorzakelijk verband. Tegenhanger is ‘sujet’ of tekst zelf.
[3] Umberto Eco, In naam van de roos (1984) is het grote postmoderne voorbeeld.
[4] Zie ook Micha 6:8

Geen opmerkingen:

Een reactie posten