vrijdag 31 maart 2017

Analyse van DE NIEUWE ROMAN VAN PAUL AUSTER 4 3 2 1 (eindversie)



ANALYSE VAN DE ROMAN “4 3 2 1 “  (Paul Auster - 2017)

Leen Moelker                                                                                                                                                                     
Kunstenaars zijn altijd blij als ze een kernthema voor hun werk vinden. Zo ontdekte de beeldend kunstenaar Marinus Boezem, toen hij met zijn studenten van de TU Delft de Grote of Maria Magdalena kerk in Goes bezocht, zijn bekende motief van “De Kathedraal.” En zo ging Paul Auster, na een dramatische gebeurtenis in een zomerkamp, aan de slag met zijn grote thema  “Toeval.”             
De naam van Paul Auster komt nogal eens voor in gesprekken met schrijvers en zeker met door hem geïnspireerde auteurs. Een voorbeeld is de schrijfster Fàbregas die in haar boek Het meisje met de negen vingers bepaalde austeriaanse technieken heeft gebruikt.  In de hierna opgenomen analyse van zijn nieuwe boek wil ik de kenmerken van “4 3 2 1“ opsporen en proberen de betekenis van de auteur voor de contemporaine literatuur te duiden. Is Auster inderdaad een van de grootste schrijvers van onze tijd? Of is dit zwaar overdreven? En waarom dan?

1  Korte inhoud

Archibald (Archie) Ferguson wordt op 3 maart 1947 geboren uit ouders afkomstig uit families van immigranten. Zijn vader Stanley heeft een bedrijf in wit- en bruingoed en zijn moeder vestigt zich als fotografe nadat ze vele jaren bij de vakfotograaf Schneiderman heeft gewerkt. Hoe het verder gaat  wordt verteld over één leven in vier verhaalvariaties waarin we Archie Ferguson volgen bij zijn tocht door het leven. Elke keer anders, soms maar kort, een andere keer langer. Daardoor heeft het boek de kenmerken van een Bildungsroman.


Titel: 4 3 2 1
Auteur: Paul Auster;
Jaar: 2017;
Vertaler: Ronald Vlek;
Uitgever: De Bezige Bij, Amsterdam; 
ISBN 9789023462606;
Prijs: 34,95 gebonden
CPNB: geen notering maart 2017;
Bladzijden:  941;
Beoordeeld:  31 maart 2017;
Definitieve versie: 19-04-2017;
Leen Moelker.

2 Biografie

Paul Benjamin Auster is geboren op 3 februari 1947 te Newark (NY). Na de middelbare school behaalde hij in 1970 zijn diploma aan de Columbia Universiteit. In 1974 trouwde hij met Lydia Davis uit welk huwelijk David werd geboren. In 1979 scheidden ze. In 1981 trouwde Paul Auster met Siri Hustvedt, eveneens schrijfster, en zij kregen een dochter Sophie. Zij wonen sinds die tijd in Brooklyn, New York.
Omdat het fenomeen ‘film’ hem interesseerde ontwikkelde hij zichzelf als filmmaker maar later viel hij toch weer terug op het schrijversvak. Hij maakte onder andere vertalingen uit het Frans zoals van Pour un tombeau d’Anatole van de symbolist Stéphan Mallarmé.
Inmiddels heeft hij ongeveer 30 boeken geschreven en vele essays.

3 Mens- en levensbeschouwing
Auster experimenteert graag met de tijd. Want de tijd heeft invloed op hoe wij de wereld waarnemen. Hij zegt in een interview  dat hij soms niet weet wat hij doet en waarom. Hem intrigeert de manier waarop mensen verlies opvangen en dat is dan ook een belangrijk thema in zijn werk. Austers mentale voorstelling van de plaats van handeling is de concrete geografische omgeving die hij kent, “anders kan hij niet schrijven,” zegt hij. Verdeeld over zijn werk komen sommige personages herhaaldelijk terug want ze kunnen eenvoudigweg niet verdwijnen.
Zijn wereldbeeld is terug te voeren op een gebeurtenis toen hij veertien jaar was. Tijdens een zomerkamp wordt een vriend door de bliksem getroffen en overlijdt. Dat leven had zo anders kunnen lopen en dus, zegt Auster,  is de werkelijkheid niet te kennen. Sterker nog, je kunt je maar beter met de omstandigheden verzoenen want een individu is gedetermineerd en je weet nooit waar het leven toe leidt.[1] Dat betekent dat in fictie de gebeurtenissen relatief zijn, het zou ook anders kunnen zijn. In dat opzicht schaart Auster zich onder de postmodernistische auteurs.[2]
Belangrijke thema’s zijn achtereenvolgens: [3]
Toeval en willekeur: veel dingen gebeuren spontaan;
Ascese: zijn personages leven vaak in moeilijke omstandigheden;
Verlies: mensen verliezen van alles zoals het vermogen om de wereld te begrijpen, het juiste gebruik van de taal, hun hele vermogen aan geld, hun zekerheid en identiteit, hun contacten met andere mensen;
Falen: personages falen natuurlijk in het bereiken van hun ultieme doelen en strevingen, maar een mislukking is bij Auster altijd het begin van nieuwe kansen. Daarom verdwijnen sommige personage niet definitief uit enig werk.
Amerika: De tijd en ruimte is vrijwel altijd de Amerikaanse geschiedenis en Amerika als plaats van handeling.
Intertekstualiteit: Veel noties hebben een autobiografische achtergrond en haken aan bij de  literaire en culturele omgeving.
Verteller obsessieve schrijver: de verstelsituatie is meestal een algemene verteller die schrijver van beroep is en bezeten is van het schrijverschap.

Austers ouders zijn gescheiden en mede daardoor keert het thema van een vader missen regelmatig in zijn werk terug.
Samengevat experimenteert Auster met de tijd en ruimte vanuit de grondgedachte dat alles relatief is.

4 Werk
Fictie
  • The New York Trilogy (1987) (De New York-trilogy) bestaande uit:
    • City of Glass (1985) (Broze stad)
    • Ghosts (1986) (Schimmen)
    • The Locked Room (1986) (De gesloten kamer)
  • In the Country of Last Things (1987) (In het land der laatste dingen)
  • Moon Palace (1989) (Maanpaleis)
  • The Music of Chance (1990) (De muziek van het toeval)
  • Leviathan (1992)
  • Auggie Wren's Christmas Story (1992)
  • Mr. Vertigo (1994)
  • Timbuktu (1999) (Timboektoe)
  • The Book of Illusions (2002) (Het boek der illusies)
  • Oracle Night (2004) (Orakelnacht)
  • The Brooklyn Follies (2005) (Brooklyn dwaasheid)
  • Travels in the Scriptorium (2007) (Op reis in het scriptorium)
  • Man in the Dark (2008) (Man in het duister)
  • Invisible (2009) (Onzichtbaar)
  • Sunset Park (2010)
  • 4321 (verwacht in januari 2017)
Poëzie
  • Disappearances: Selected Poems (1988) (Verdwijningen)
  • Ground Work (1990)
  • Selected Poems (1998)
  • Collected Poems (2004)
Film   Smoke (1995)
NB. De scripts voor Smoke, Blue in the Face en Lulu on the Bridge zijn in 2003 gebundeld uitgegeven onder de titel 3 films
Essays, memoires en autobiografisch werk[bewerken]
  • The Art of Hunger (1982)
  • The Invention of Solitude (1982)
  • The Red Notebook (1995)
  • Why Write (1996)
  • Hand to Mouth (1997)
  • Collected Prose: Autobiographical Writings, True Stories, Critical Essays, Prefaces, and Collaborations with Artists (2005) (inclusief The Invention of Solitude en Hand to Mouth)
  • Winter Journal (2012) (Winterlogboek)
  • Here and Now: Letters, 2008–2011 (2013), correspondentie met John Maxwell Coetzee
  • Report from the Interior (2013) (Bericht vanuit het innerlijk)
Vertalingen
Life/Situations, by Jean-Paul Sartre, 1977 (in samenwerking met Lydia Davis)
  • A Tomb for Anatole, by Stéphane Mallarmé (1983)
  • Chronicle of the Guayaki Indians (1998) (vertaling van Pierre Clastres' etnografie Chronique des indiens Guayaki)
  • The Notebooks of Joseph Joubert (2005)
5  Literair-historische context
De literatuur staat in de eenentwintigste eeuw onder invloed van de snel opeenvolgende veranderingen in de wereldsamenleving. Want literatuur herhaalt die wereld iconisch, symbolisch en indexicaal.  Die ontwikkelingen kenmerken zich door de toenemende complexiteit van de wereld waarin wij leven, de overvloedige groei aan informatie en door de snelheid waarmee meningen worden gevormd en weer verlaten. Het literaire resultaat is meer toegankelijke poëzie en sleutelromans(Ilja Pfeijffer, A. Th. van der Heijden) en complexer proza. Maar er is meer. Als een samenleving geen vaste grond onder voeten heeft juist door de snelle technologische ontwikkelingen, ontbreekt een duidelijke denkrichting, een moraal. ‘Iedereen doet maar wat hem of haar goeddunkt’ is het devies. Ook dat spiegelt de literatuur in de vele romans die elk jaar weer verschijnen. Het is goed om de huidige algemene kenmerken van literatuur  voor ogen te hebben als we de literatuur beoordelen. We denken eraan
·       Dat het strikte onderscheid tussen fictie en non-fictie vervaagt. Connie Palmen noemt haar werk ‘autobiofictie’ een genre dat we ook wel bij Arnon Grünberg en Adriaan van Dis aantreffen;
·       Dat de verteller, auteur en personage  dan ook niet meer altijd aparte instanties zijn. Auteurservaringen worden als fictie verpakt;
·       Dat als niemand de waarheid kent in de samenleving dit wordt herhaald in de roman  door een veelheid aan focalisaties en standpunten door te geven. Anders dan in het Modernisme ontbreekt een moraal. “Trek zelf de conclusies maar!”
·       Dat in modern proza veel intertekstualiteit voorkomt waarin verwezen wordt naar andere teksten;
·       Dat vertellers vaak schrijver of dichter zijn (in: Jij zegt het, Oorlog en Terpentijn, Pristina) met een speciale relatie tot het onderwerp. In Pristina wordt onderzocht wat het betekent als een asielzoeker heen en weer geslingerd wordt door ervaringen van een breed gedeeld mededogen en de wettige bezwaren daartegen. Maar hoe schrijf je daar eigenlijk over?
Ook in het werk van Paul Auster is veel autobiografisch materiaal verwerkt. Archie Ferguson is bijvoorbeeld een maand later geboren dan de auteur en wat hij meemaakt aan historische gebeurtenissen komen eigenlijk van Auster zelf. Minstens een variant van Archie is schrijver geworden en de relatie met de (contemporaine) literatuur blijkt uit de vele verwijzingen naar boeken die een rol spelen in het leven van Archie via zijn tante Mildred. Maar ook komen verwijzingen naar de geschiedenis van de film voor, al met al een grote mate van intertekstualiteit.
6  Genre
Dit boek, 4321, behoort tot het genre (ontwikkelings) roman. Dat blijkt uit de aard van de geschiedenis – Archie wordt geboren en groeit op – zoals de auteur ook uitvoerig in gaat op de lossere band tussen mensen.
7  Structuur
De roman heeft 941 bladzijden. Een inhoudsopgave ontbreekt. De hoofdstukken zijn geordend door een cijferreeks te beginnen bij 1.0-1.1-1.2-1.3-1.4-2.1-2.2-2.3-2.4-3.1 enzovoorts tot het boek eindigt bij 7.4.
Verhaal 1.0 introduceert de families Ferguson en Adler en hoe zij als Joodse immigranten zich in Amerika vestigen. De volgende vier verhalen vertellen elk een mogelijke levenslijn van Archie. Elk volgend ontwikkelingsniveau van Archie en zijn omgeving wordt ingekaderd door vier opeenvolgende nummers.
De lengte van de hoofdstukken varieert met de inhoud die soms meer en soms minder of niets meer over een ontwikkelingsperiode van de hoofdpersoon te melden heeft.
1.0       38 bladzijden                                     Introductie van de families Adler en Ferguson
{1.1-20},{1.2-18},{1.3-19},{1.4-23}          Leeftijd 0-7 jaar
{2.1-45},{2.2-39},{2.3-29},{2.4-50}          Leeftijd 7-12 jaar
{3.1-37},{3.2-1}, {3.3-29},{3.4-38}                       Leeftijd 12-14 jaar
{4.1-33},{4.2-1},{4.3-48},{4.4-52}            Leeftijd  14-17 jaar
{5.1-33},{5.2-1},{5.3-42},{5.4-45}            Leeftijd 18-19 jaar
{6.1-44},{6.2-1},{ 6.3-49},{6.4-56}                       Leeftijd 19-21 jaar
{7.1-53},{7.2-1},{7.3-1},{7.4-57}.             Leeftijd 21-25 jaar
Verder zijn er binnen de hoofdstukken regelmatig witruimtes ingelast. Daarna wisselt soms het perspectief of geeft de verteller nadere informatie over het verleden. Na een inleidende zin volgt dan focalisatie op een personage en ‘lezen’ we zijn gedachten (880 o.a.). Een ander structuurelement is de opsomming en het kernwoord ter samenvatting van wat volgt.   Sommige delen zijn in een andere lettersoort gedrukt of in cursief als een tekst wordt herhaald.  
Ten slotte vermeld ik de vele concrete aanwijzingen voor het tijdstip van een gebeurtenis. Zoals 3 november 1954 genoemd wordt in verband met een calamiteit. Of in de vorm van ‘drie dagen voor Martin Luther King werd doodgeschoten…’  Al die data wekken de indruk van belang te zijn voor de inbedding van het verhaal in de wereldgeschiedenis.                                                                                        

8  Vertelsituatie en Perspectief

Er is een algemene verteller die vertelt in de derde persoon enkelvoud. “In de ogen van Ferguson..” Iedereen had Ferguson altijd verteld dat…”  dit soort zinnen komen veel voor en beklemtonen dat de vertelinstantie het roer stevig in handen heeft. Zelfs als de focalisatie op Ferguson heel expliciet wordt en we zijn gedachten vernemen, kan de verteller het niet laten commentaar te geven.
Hoewel dus de wereld vanuit Archie Ferguson wordt beschreven, komen uitweidingen voor – over de familie, de politiek, de literatuur, de tijdgeest – die soms van Archie (12 jr.) wel een erg wijs kind maken (bladz.201 o.a.). 
In de dialogen met thuis wordt de hoofdpersoon veelal Archie genoemd maar de verteller bezigt consequent zijn achternaam ‘Ferguson.’

9  Stijl

Paul Auster doet zich hier als schrijver voor in de gedaante van een middeleeuwse troubadour. Vanuit het perspectief van de originele Archibald Ferguson vertelt hij bijna chronologisch wat hem is overkomen. Soms in zinnen van één woord, soms beslaat zijn verhaal een zin van twee bladzijden (152/153 vanaf ‘De laatste week..’). Opvallend is dat het boek gesteld is in de onvoltooid verleden tijd ( de vertellersstijl) maar dat de vele voorspellende zinnen in de onvoltooid verleden toekomende tijd geplaatst zijn. ( Het zou Fergusons laatste woord zijn).  

Hoewel de verschillende delen ontwikkelingsperioden betreffen, blikt de verteller heel vaak vooruit (flash forward) en suggereert hij – of geeft hij alvast aan – hoe het afloopt in de toekomst. Meer nog is er sprake van een flash back, want de hoofdpersoon Archie krijgt niet alles te horen van zijn ouders. “Ferguson wist toen nog niet dat ..1,2,3,4,5,6,7….. enz.”
Beeldspraak ontbreekt bijna geheel. Maar een veelzeggende metafoor is bijvoorbeeld: “Het leven is als een boek” (ik kom daar nog op terug), de stijl is direct, informerend, becommentariërend, mededelend kortom, uitgebreid vertellend. Een enkele keer komt herhaling voor om een gebeurtenis kracht bij te zetten of om er iets uit te lichten (“Seks, vijf zaterdagen op een rij” in 3.1 wordt enkele malen herhaald).
Een typisch element is de logische ordening van argumenten soms met cijfers aangeduid, soms is een samenvattend woord – (tegen)argument – boven een alinea geplaatst.

De keus voor een vier-varianten geschiedenis heeft natuurlijk wel gevolgen voor aspecten als spanning en identificatie. Want de verhalen MOETEN verschillend zijn. Toch komt Archie niet naar voren met verschillende karakters. Hij blijft in alle verhalen een getalenteerd jongmens, alleen zijn ontwikkelingsrichting verschilt.
Gezien de tijd waarin Archie opgroeit, na de Tweede Wereldoorlog, zullen veel lezers zich  kunnen identificeren met Archies wereld; welke ook die van hen is geweest of nog is. De spanningsbogen staan niet erg strak maar waar ze voorkomen – zoals wanneer Stanley inbrekers opwacht – worden ze al snel geneutraliseerd. Het toeval slaat toe en maakt dat de spanning wordt opgeheven.

Samengevat bezigt Auster hier zijn bekende toegankelijke stijl. Het verhaal kabbelt voort maar is soms echt te wijdlopig. Veel personages – Archies talloze vrienden en vriendinnen en andere contacten komen vaak eenmalig voor (keer 4 !!!!) en zijn veelal voor het verdere verloop van het verhaal  niet belangrijk. Ze kruisen gewoon kort of wat langer zijn pad.

10  Thematiek

Persoonlijke groei, tijdgeest,  pioniers in Amerika, ondernemen, liefde, vriendschap, talentontwikkeling.
Maar ook toeval, rijkdom, armoede, haat, cultuur, schrijverschap.

11  Ruimte

De geografische ruimte betreft de omgeving van New York en enkele locaties in Amerika (Cap Cod, Vermont e.a.). Parijs. Londen.
De psychologische ruimte varieert met de verschillende verhalen. Archie lijdt onder een strenge opvoeding die gepaard gaat met contactarmoe binnen het gezin, maar daar staat tegenover de bemoeienis met de opvoeding door de ruimdenkende en literair onderlegde tante Mildred. Uiteindelijk brengt dat hem een open blik op de wereld.

12  Tijd

Globaal betreft het een familiegeschiedenis in de periode tussen 1900 en 1975.

13 Personages

Er komen in de vier verhalen verschillende personages voor. Deels dienen die voor de ‘stoffering’ van het verhaal, ze spelen een bescheiden rol op een bepaald moment. Daarnaast komen de meer vaste contacten zoals familieleden en vrienden van Archie voor.

Archibald Ferguson               hoofdpersoon
Rose Adler                             zijn moeder
Stanley Ferguson                   zijn natuurlijke vader
Mildred Adler                        zus van Rose en zelfbenoemd mede opvoeder Archie
Donald Marx                          echtgenoot Mildred met Donalds zoon Noah (versie 4)
Paul Sandler                          echtgenoot Mildred in versie 3
Daniel Schneiderman                        Koopt huis Rose; is de vader van Amy Schneiderman en Jim
Amy Schneiderman               Dochter van Daniel en latere vriendin van Archie
Aaron Ferguson                     broer van Stanley, oom van Archie met zijn vrouw Joan (3 Kind.)
Lewis Ferguson                      broer van Stanley, oom van Archie en zijn vrouw Millie (2 Kind.)
Gil Schneiderman                  zoon Rose’s werkgever, later haar echtgenoot, stiefvader Archie
Francis Ferguson                   Lievelingsnicht van Archie, 15 jaar ouder
Noah Marx                             Stiefneef van Archie, ook hartsvriend.
Vivian Schreiber                    Vriendin van Gil, woont in Parijs, hospita van Archie

Het is een komen en gaan van personages in het leven van Archie, die te situeren zijn op de scholen, diverse universiteiten, uitgeverijen, kranten uitgevers, bij toevallige ontmoetingen.

14  Titelverklaring

De titel “4 3 2 1 “ verwijst naar een aflopende reeks waarbij vier personages het verhaal aanvankelijk dragen maar waarvan er gaandeweg drie uit de geschiedenis verdwijnen. De uitleg staat op bladzijde 938.

15  Motto en Opdracht

Het boek is voorzien van de opdracht “Voor Siri Hustvedt”
Het is de naam van Austers tweede vrouw met wie hij in 1982 trouwde en met wie hij een dochter Sophie heeft. Siri is ook schrijver van beroep.



16  Intertekstualiteit

Een van de kenmerken van postmoderne literatuur is de grote mate van intertekstualiteit. Klassieke teksten worden ingepast is nieuwe teksten. Teksten worden hier ruim verstaan.  Bijvoorbeeld Julia Kristeva vindt dat de hele wereld tekst is, ook schilderijen en beeldhouwwerken.
In dit boek van Auster komen we heel veel oudere teksten tegen. Op zich is dat niet vreemd omdat het een ontwikkelingsverhaal is, en de jongeren daarin nu eenmaal kennis moeten nemen van de cultuurwetenschappelijk belangrijke teksten. Aan de andere kant moeten bestaande teksten ook genoemd worden in een tijdsdocument als 4 3 2 1, wanneer de nieuwe tekst daarnaar verwijst.

Het is onmogelijk alle verwijzingen te noemen, daarom vat ik ze samen.

A  Wereldliteratuur

A.1 De Bijbel
De Bijbel wordt gezien als de openbaring van God, een instantie die alles bestuurt en beheerst. Archies zelfonderzoek confronteert ons met de vragen van aardse stervelingen: ‘als er een almachtig God is, waarom dan oorlog, honger, rassenscheiding, haat enzovoorts’

A.2 Homerus’ episch gedicht Odysseia (Romeinse naam Ulysses)
Daaruit is de thuiskomst van Odyseus en de confrontatie met zijn zoon Telemachus integraal in het boek opgenomen. Het is een verwijzing naar de vader-zoon relatie tussen Stanley en Archie. Archie heeft de kinderversie ervan gelezen. Omdat hij Geesteswetenschappen gaat studeren ontmoet hij de Griekse en de Romeinse klassieken.

A.3 Moderne Literatuur
Archie krijgt van zijn tante Mildred een overvloed aan literaire werken toegestuurd die hij zou MOETEN lezen. Het is aanvankelijk nog beperkt tot de werken voor kinderen zoals De Sprookjes van de Gebroeders Grim, De avonturen van Tom Sawyer, De Complete Sherlock Holms, De zeven Reizen van Sinbad de Zeeman, Sprookjes uit Duizend en een Nacht, Dr. Jekyll en Mr. Hide.  En natuurlijk leest hij ook Oliver Twist, David Copperfield (Charles Dickens), Vanger in het koren ( J.D.Salinger) en werk van de dichteres Emily Dickinson en van Walt Whitman.
Op aansporing van Noah leest Archie (13 jaar) nu Candide (Voltaire, 1759, die het optimistische wereldbeeld van de kerk hekelt), Het Communistisch Manifest (Karl Marx).
Geëngageerde literatuur lijkt geen probleem voor hem en met plezier worstelt hij zich door Vaders en Zonen (Ivan Toergenjev, 1862), Dode Zielen (Nicolai Gogol, 1842), Kreutzersonate (Leo Tolstoj, 1891), Schuld en Boete (Fjodor Dostojewski, 1866) en verdiept hij zich in Walden en Burgerlijke Ongehoorzaamheid (Henry David Thoreau, 1854). Op aanraden van Gil de boeken The Great Gatsby, Babbitt, Manhattan Transfer, Licht in augustus, In onze tijd. Die zijn exemplarisch zijn voor twintigste -eeuwse literatuur.
Thoreau en Dostojewski leren hem belangrijke lessen. Voor je principes staan(Thoreau) en onderken de enorme kracht van de verzonnen verhalen (Dostojewski). Uit zijn documentatie duikt ook het werk van Heinrich von Kleist op, wiens vertelfilosofie hem aanspoort om net als hij, Von Kleist,  ook over de kleinste details te vertellen.

B. Filmgeschiedenis
Archie leert veel over film van zijn neef Jim en zijn vriend Noah. Die zetten hem aan om klassieke art house films te gaan bekijken zoals Casablanca en To have and to have not. Archie ontpopt zich als filmrecensent en bespreekt allerlei films als Les quatre cents coups (François Truffaut, 1959). Niet toevallig, omdat het daarin gaat over een jongen die door zijn moeder en stiefvader wordt opgevoed!  De beroemde  film van Jean-Luc Goddard À bout du souffle (1960) gaat ook al in op de kernvraag van het leven, namelijk het dilemma waarin  je als verschoppeling kiezen moet voor het niets of voor een triestig bestaan.
De auteur herhaalt hier delen van het eigen verleden omdat hij ook in Parijs is geweest en  een film opleiding heeft gevolgd.
Gaandeweg verzamelt hij kennis  van beroemde Russische films als van October (Eisenstein, 1928), van Franse films  Grand Illusions (Renoir, 1937), Les enfents du paradis (Marchel Carné, 1945), Britse en Amerikaanse films als Gone with the wind (Victor Fleming, 1939), Madame Bovary (Albert Ray, 1932), The seven Samourai (Akira Kurosama, 1954) evenals Modern Times ( Charly Chaplin, 1936) en de komische films van Laurel & Hardy en Abbot & Castello.

C. Politieke geschiedenis

Als Archie 5 jaar is breekt de Korea oorlog uit. Als hij ouder wordt komt daar de ervaring van het McCarthyisme bij en de Koude Oorlog. De inval in Hongarije door de Sovjet Unie in 1956, de moord op de Kennedy ’s, studentenopstanden , Black Powerbeweging en de Vietnamoorlog, de segregatiewetten en de Civil Rights Movement, de moord op Martin Luther King. Vanaf Dwight Eisenhower maakt Archie de presidentswisselingen tot Gerald Ford bewust mee.
Als journalist kiest Archie een linkse of Democratische koers. Als schrijver richt hij zich op het persoonlijke verleden en is hij minder geëngageerd.

D. Muziekgeschiedenis
Via tante Mildred komt Archie in contact met alle soorten muziek, klassiek, rock, jazz en de eigentijdse artiesten als Muddy Waters en Ella Fitzgerald. Gil brengt hem kennis van de klassieke muziek bij.

E. Filosofie
Auster is een poststructuralistisch auteur. Zijn uitgangspunt is dat de werkelijkheid zich laat  kennen via tekst. ‘Alles is tekst’ betekent dat niet-talige dingen zich als een tekst laten analyseren, dus ook schilderijen of het gewone leven. Een tekst is volledig zelfstandig en onafhankelijk van de auteur. Het boek van Auster bevat vier teksten die elk als een zelfstandige tekst geanalyseerd kunnen worden en dus een eigen werkelijkheid representeren.

[1] http://www.volkskrant.nl/boeken/4321-is-een-kabbelende-culminatie-van-dertig-jaar-auster~a4454261/
[2] Zie elders op mijn weblog: Over Postmoderniteit en de wederopleving van de Grote Verhalen (Moelker, 2 juli 2016)
[3] https://en.wikipedia.org/wiki/Paul_Auster

17  Receptie

The Guardian vindt dat hij veel vertelt maar weinig laten zien.[4]

[5] De Volkskrant vindt het boek voortkabbelen en voorspelbaar.

18 Interpretatie

Wie 4 3 2 1  heeft gelezen zal ongetwijfeld menen dat Auster een goede hand van schrijven heeft gebaseerd op nauwkeurige observaties. Maar hoe is dit boek te duiden?

Laten we eerst kijken naar de functie van literatuur. Die wordt bepaald door het plezier dat het lezen kan geven, door de mogelijkheid tot identificatie (dat heb ik ook meegemaakt) en verder doordat lezen nuttig is voor de maatschappelijke betrokkenheid, het psychologisch inzicht, het filosofisch inzicht en de historische kennis.

De invalshoek voor deze interpretatie is de biografische notie. Het is duidelijk dat de auteur een tijd en ruimte heeft gekozen die parallel loopt met die van zichzelf. Archie Ferguson, de hoofdpersoon uit het boek,  is een maand na de auteur geboren. Ik ga ervanuit dat veel van wat Archie beleeft, is gespiegeld aan de ervaringen van de auteur. Archie merkt ergens op dat het leven is als een boek
Daarom noem ik dit boek ook een tijdsdocument waarin de wereldgebeurtenissen worden herinnerd. In een zekere zin krijgen we hierdoor historisch inzicht.
De vertelsituatie is bepalend voor de karakterisering. De algemene verteller vertelt over het leven van Archie, waardoor we echter afstand houden tot diens karakter. Toch geeft de uitgebreidheid waarmee gedachtestromen worden weergegeven voldoende aanknopingspunten voor enig psychologisch inzicht. Immers, de zeer lange zinnen waarin Archies gedachten soms worden geboekstaafd, kunnen we beleven als een stream of conciousness. Argument, tegenargument, gevolgtrekking, afweging van standpunt, inleven in andere standpunten, we maken het allemaal mee. Daardoor begrijpen we Archie uiteindelijk wel, ook als hij afwijkende keuzes maakt.
Archie is in psychologisch opzicht nog om een andere reden interessant. Hij ontpopt zich als iemand die noch hetero is noch uitgesproken homo-erotische voorkeuren heeft. Hij is bovendien onvruchtbaar en we zien hem worstelen met zijn identiteit. Hij valt ten prooi aan de onzekerheid over zijn bestaan. Zelfs zijn talent voor sport komt niet tot ontwikkeling.
 Ik zie hierin de echo van Austers kijk op de werkelijkheid, namelijk omdat die gedragen wordt door een postmoderne existentiële twijfel. Zekerheden zijn bij hem ver te zoeken en als speelbal van de wereld om ons heen, is de mens volledig gedetermineerd.

Aan de andere kant probeert Archie wel greep op de wereld te krijgen, zoekt hij aansluiting bij anderen en probeert hij de omgang met anderen positief te evalueren. Dat zijn de drie motivatieprincipes waarmee hij – en wij – de werkelijkheid construeren. Soms doet hij dat op een ontroerende manier, zoals wanneer hij God uitdaagt Zichzelf te openbaren in door Archie bedachte tekens van Zijn bestaan. Soms is hij onuitstaanbaar en gooit hij zijn eigen glazen in. Precies zoals jongeren nu eenmaal tijdens de Sturm und Drang periode doen.  Hij krijgt daardoor wel een sterk besef van het toeval omdat sommige dingen nu eenmaal niet te sturen zijn.
Hierboven heb dit boek een Bildungsroman genoemd. Archie ontwikkelt zich tot een verdienstelijk schrijver of journalist. Maar anders dan zijn vriendin Amy, die op de barricaden staat, blijft hij chroniqueur van de gebeurtenissen, toeschouwer. We maken mee hoe hij zich bekwaamt in het journalistieke werk, eerst nog in een eigen ‘krant’ later in het serieuze métier. Van zijn schoolprestaties vernemen wij slechts dat het goed gaat en dat hij zijn opleidingen netjes afmaakt. Het accent komt dan steeds meer te liggen op de omstandigheden waaronder hij zijn eerste boek, zijn levensverhaal,  schrijft. Herhaalt Paul Auster met 4 3 2 1  daarin niet waarmee hij zelf bezig was?

Vier keer volgen we Archie Ferguson als hij al lerend wijzer wordt. Het is mogelijk om je als lezer in te leven in zijn situatie want ook wij waren ooit jong, of misschien nog wel. Ook wij ervaren de wereld om ons heen als gefragmenteerd vol met politieke, sociale en culturele spanningen. Soms tegen wil en dank worden hij en wij betrokken bij conflicten, maatschappelijke tegenstellingen en technologische ontwikkelingen. Het helpt dat er dingen zijn als de muziek, de literatuur en de film. Die geven Archies leven zin en betekenis en ook ons bestaan.
Hoewel wij in dit verhaal veelvuldig kunnen meevoelen omdat we in dezelfde tijd geleefd hebben (tot 1975), is de identificatie met de persoon van Archie toch niet gemakkelijk. Zelfs over zijn levensboek krijgen wij nauwelijks informatie en als dat wel het geval is – de rol van Rose, zijn moeder daarin – komt die indirect tot ons.
De gedachtestroom van Archie op bladzijde 64 gaat over hoe hij de wereld bekijkt. Alles zou anders kunnen zijn, want alle gebeurtenissen voltrekken zich op een toevallig moment en op een toevallige manier. Hierin  is Paul Auster zelf aan het woord.
Maar mensen die zich zo afhankelijk weten van de willekeur hebben toch behoefte aan structuur, aan een manier om met die onzekerheid om te gaan.  Het is dan ook niet vreemd dat Archie grote sympathie opvat voor de gedachten van Henry Thoreau.[6] Want ondanks hun afhankelijkheid van de onberekenbare natuur, kunnen mensen wel richting geven aan leven door hun principes, èn door overeenkomstig gedrag te vertonen. Archie probeert deze filosofie na te volgen op zodanige wijze dat hij  zich meer laat kennen als een toeschouwer dan als een wereldverbeteraar.
Samengevat is dit boek te interpreteren als een fictieve terugblik op het jonge leven van de auteur Paul Auster.  Auster laat zijn hoofdpersoon  Archie (die hij consequent met zijn achternaam Ferguson noemt) zijn opvattingen over de werkelijkheid herhalen en ook net als hijzelf, het genoegen smaken van een boeiende intellectuele opvoeding.


19  SLOT

In deze analyse verkenden wij de kenmerken van het boek 4 3 2 1. Wij zagen dat de auteur ervan, Paul Auster, een nieuwe structuur heeft bedacht om zijn eigen herinneringen te boekstaven. Niet één verhaal maar vier mogelijke geschiedenissen gaan over de herkomst, geboorte, ontwikkeling en rijping van de uit Joodse immigranten af stammende Archie Ferguson.  Lezers kunnen moeite hebben met deze vertelvorm omdat ze feitelijk vier soortgelijke verhalen over één persoon moeten construeren. Ik vond het boek regelmatig te wijdlopig en te gedetailleerd.  De verteltijd ( = leestijd) staat soms in geen verhouding tot de vertelde tijd (=tijdsverloop van de geschiedenis) omdat die veel te lang is.
De vraag was ook of we op grond van dit boek Paul Auster kunnen rekenen  tot de grootste schrijvers van deze tijd. En ook welke plaats Auster in neemt onder de eenentwintigste -eeuwse schrijvers. Om deze vragen goed te kunnen beantwoorden is meer ruimte nodig dan ik mijzelf hier toesta. 
Positief vind ik dat Auster experimenteert met de vertelvorm. Maar het leidt tot langdradigheid en dat is jammer. Austers voorbeeld is Heinrich von Kleist en dat was een verhalenverteller pur sang. En vertellen kan Auster ook, zeker als hijzelf in het middelpunt ervan staat zoals in Winterlogboek (2012).
Dus ja, Auster is een goed schrijver wiens observerend werk alom gewaardeerd wordt. Met 4 3 2 1 heeft hij echter te weinig overgelaten aan de verbeelding van de lezer. Maar misschien is het een tijdsverschijnsel omdat ook de  recent uitgekomen dikke boeken van Hanya Yanagihara en Donna Tart dat euvel hebben.
Het interessante aan de boeken van Paul Auster vind ik de filosofische inbedding ervan.  Door vast te houden aan uitgangspunten als toeval, ascese, willekeur, falen, de waarheid is nergens en verlies heeft zijn werk een prettig voorspelbaar postmodern karakter. In dat opzicht is hij uniek.


Middelburg, 19 april 2017
L Moelker/BA  





[2] Zie elders op mijn weblog: Over Postmoderniteit en de wederopleving van de Grote Verhalen (Moelker, 2 juli 2016)
[6] Henry David Thoreau (1817-1862) was een sociaal filosoof in de traditie van het Amerikaanse transcendentalisme (er zijn dingen die zich buiten ons bewustzijn afspelen). Hij was aanvankelijk onderwijzer en later natuuronderzoeker. Hij leefde spartaans en alleen hoewel hij een paar goede vrienden had, onder wie Ralph Waldo Emerson. Thoreau pleitte voor geweldloos verzet en absolute eerbied voor de schepping. Hierin werd hij de inspirator van Leo Tolstoi, Martin Luther King en Nelson Mandela. Hij wordt wel gezien als de oerbron van de ecologie en de milieubeweging. Daarbij is hij filosofisch te plaatsen als een idealist voor wie  de zintuigelijke ervaring ware kennis oplevert.