dinsdag 30 juni 2015

EEN LIBER AMICORUM VOOR DE DICHTER P.C.BOUTENS






EEN POËZIEALBUM VOOR DE ZEEUWSE DICHTER 
                                  P. C. BOUTENS



 MET EEN VERKENNING VAN DE WERELD RONDOM DE DICHTER P.C.BOUTENS

                                                            Deel een





 
Datum: 30 JUNI 2015 ( Auteur Leen Moelker (BA)
           

 VERKENNING VAN HET ONDERWERP
1 Onderwerp:
            Het Liber Amicorum  van de dichter P. C. Boutens   
2  Probleemstelling:
Uit welke bijdragen aan Boutens’ Liber Amicorum  blijkt dat dit vriendenboek tevens de  Nederlandse artistieke en politieke context  van 1900-1940 weerspiegelt?
3 Motivering:
Enkele jaren geleden kreeg ik een rondleiding in de Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg. De directeur toonde trots de nieuwste aanwinst: een groot aantal boeken uit de nalatenschap van de in Middelburg geboren dichter P. C. Boutens. Daaronder bevond zich een vriendenboek dat was samengesteld in verband met de 70e verjaardag van Boutens op 20 februari 1940. Dit exemplaar interesseerde mij speciaal omdat daarin enkele grote namen uit de Nederlandse kunst en literatuur en andere auteurs staan opgenomen. Zou de stijl van die bevriende kunstenaars te herkennen zijn in wat ze over Boutens te zeggen hebben? Schemert er misschien ook iets in door van de literaire en politieke achtergrond, dus van de tijdgeest? Hoe is de vriendschap van de individuele auteur voor Boutens te verklaren? Door deze soort vragen ontstond het plan een onderzoek te starten naar de inhoud van het Liber Amicorum.  
Dit voornemen is relevant om twee redenen.
Ten eerste omdat dit Liber Amicorum  een bijzonder document is dat eventueel kan gelden als van de spiegel van de tijd. En die verbinding met de maatschappelijke of literaire context wil ik achterhalen. Ik wil speciaal letten op de contextuele connotatie van een gedicht, proza of beeld. Het begrip ‘context’ omvat hier een globale beschrijving van enkele belangrijke politieke en literaire feiten uit de jaren 1900 -1940.
Ten tweede  omdat dit Liber Amicorum, ook een probaat middel is om via anderen de contemporaine waardering voor de persoon Boutens helder te maken. De ontboezemingen geven minstens een aanvullend  beeld over Boutens als vriend en als dichter. Maar ze laten ook zien wie zich tot de vriendenkring van Boutens rekende. En dat is van belang omdat daaruit blijkt in welke kringen Boutens verkeerde. Het is denk ik onnodig te verklaren waarom ik ook wil kijken naar de kunstzinnige achtergrond van de deelnemende kunstenaars. Daardoor kunnen we mogelijke vooroordelen op het spoor te komen. Hun perceptie van de werkelijkheid komt tot uiting in de vorm èn de inhoud van hun bijdragen. En daardoor zal duidelijk worden hoe die achtergrond van invloed is op hun opstellen in het Liber Amicorum.
Ik zal niet alle vijftig bijdragen bespreken. Het onderzoek richt zich  vooral op een achttal beeld- en woordkunstenaars van wie ik verwacht dat zij representatieve stijl- en tijdgebonden kenmerken bezitten. Daarmee kan dan globaal de maatschappelijke en literaire context nader worden verkend.
Aldus levert dit beginsel – beschrijven van de inhoud en context van Boutens’ vriendenboek – het noodzakelijk perspectief op voor dit onderwerp. In de literatuur is wel een (onvolledige) archivalische opsomming te vinden van de inhoud van het Liber Amicorum. Ik wil een stap verder gaan door een samenhang te zoeken tussen de inhoud en de context ervan, en op die wijze bij te dragen aan de kennis over P.C. Boutens.


4  Historiografie
Boutens moet zijn beïnvloed door de opkomst van de verzuiling en van het cultuurpessimisme dat zijn tijd kenmerkte. Maar hij verwees naar zijn gedichten als men hem vroeg naar zijn engagement. Daarom is in het Boutens-onderzoek veelal naar zijn persoonlijke visie op de wereld gezocht via zijn werk.
 W. Blok heeft enkele gedichten nauwgezet geanalyseerd onder anderen in Merlyn (1965). John Irons legde in zijn Boutens-onderzoek het accent op woordfrequenties die volgens hem bepalend zijn voor de ontwikkeling van Boutens als dichter: The development of imagery in the poetry of P. C. Boutens (1970). A. L. Sötemann analyseerde en interpreteerde gedichten van Boutens in diverse artikelen bijvoorbeeld in:  A. L. Sötemann, Over poëtica en poëzie. Een bundel beschouwingen(1985).  Marco  Goud verkende de thematiek van het zien in het werk van Boutens in zijn proefschrift Ziende Verbeelding(2009).  
Boutens zelf heeft nauwelijks bijgedragen aan verklarende studies. Hiervan is Vorm en vormeloosheid in de dichtkunst (1932) de uitzondering. Hij sprak zich daarin uit over de voorbeeldvormende kwaliteit van de antieke kunst. Boutens gaf zijn werk vaak in eigen beheer uit, wat mede mogelijk was door zijn uitgebreide, rijke vriendenkring.
Voor wat betreft het luxe uitgevoerde Liber Amicorum,  in:  Karel de Clerck, Uit het leven van P. C. Boutens staat een onvolledige opsomming van de vriendenschaar die aan het album hebben meegewerkt. De hierboven al vermelde archivalische opsomming is te vinden in R. M. Rijkse, red., De P. C. Boutens-collectie van de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg ( Varia 6.33).
Omdat  Boutens’ zus Cato met Mr. P. C. Adriaanse uit Middelburg was getrouwd, is een deel van de nalatenschap bij de familie Adriaanse terechtgekomen. Hun schoondochter, Mevrouw J. Adriaanse – de Klerk (91) vertelt in een geluidsfragment onder welke omstandigheden haar die erfenis  van ‘oom Piet’- inclusief het Liber Amicorum -  heeft bereikt.  Zij vult aan wat een vriendin van Boutens, Kitty H.R. de Josselin de Jong in: Rozen in december, over haar  aangetrouwde oom heeft verteld.
 Er is mede daardoor een omvangrijke hoeveelheid Boutens-documenten in beheer bij de Zeeuwse Bibliotheek, waarvan dus ook het hier te bespreken Liber Amicorum  deel uitmaakt. 
In overzichtswerken over literatuurgeschiedenis wordt Boutens verschillend benaderd. Soms als belangrijk dichter (in: ´t Is vol van Schatten hier.), soms ontbreekt hij gewoon op een paar naamsvermeldingen na (in: Nederlandse Literatuur, een geschiedenis’).
Specifieker en talrijker is de literatuur waarin Boutens´ werk wordt besproken. Naast de hierboven genoemde auteurs geven hiervan blijk  A. Reichling (1925), Mulder (1948) en Peperkamp en Fokkema (1993).
Voor een literaire en politieke inbedding van het Liber Amicorum – van belang voor Boutens’ positie in de wereld – is een beperking van het bewijsmateriaal noodzakelijk. Van de 50 bijdragen aan het poëziealbum zullen er – zoals boven vermeld – paarsgewijs  slechts acht uitgebreid aan de orde komen. Boutens heeft allereerst met de Tachtigers opgetrokken. Uit deze periode stammen de vrienden Hélène Swarth en Lodewijk van Deyssel. Beiden worden in  Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, ’t Is vol van schatten hier…dl I toegelicht. Vervolgens zijn er de symbolisten J. C. Bloem en Willem van Konijnburg die Boutens op eigen wijze feliciteren. Over hen is recent geschreven in Donker, Greta,  J. C. Bloem meester-dichter en Rijnders, Mieke, red., Willem van Konijnenburg, Leonardo van de lage landen.  De bijdragen van A.  Roland Holst en Ina Boudier-Bakker zullen ons een perspectief geven op het modernisme in studies als Jan van der Vegt, A. Roland Holst, Biografie en P. H. Ritter Jr., De Vertelster weerspiegeld. Leven en werken van Ina Boudier-Bakker. Ten slotte kan door de inbreng van Victor E. van Vriesland en van Dirk Coster aan het vriendenboek, Boutens’ laatste levensperiode worden belicht. Wij vinden informatie hierover in Victor E. van Vriesland en Alfred Kossmann, Herinneringen en E. du Perron, Cahiers van een lezer gevolgd door Uren met Dirk Coster.
Allen verbinden het Liber Amicorum met de tijd van de grote politieke en literaire beroeringen  in de wereld. De politieke context komt enigszins versluierd in het vriendenboek voor Boutens naar voren. Wat nader onderzoek oproept is de bijdrage van P.H. Ritter Jr., die een oordeel over de tijdgeest uitspreekt.  Jhr. Mr. Dr. Clifford Kocq van Breugel, Boutens’ mecenas, nam mede het initiatief voor het Liber Amicorum en schreef er de Opdracht in. Op zijn landgoed in Doorn hadden de Duitsers in 1940-1945 een hoofdkwartier.
Ten slotte heeft  Harry G.M. Prick in zijn bijdrage aan een bundel opstellen Ik heb iets bijna schoons aanschouwd, een fragment uit het Liber Amicorum in zijn artikel opgenomen, mogelijk om te wijzen op de omvangrijke vriendenschaar rondom Boutens.
5       Belang van het onderzoek
Boutens heeft geen plaats gekregen in de recente literatuurgeschiedschrijving als  Nederlandse Literatuur. Een geschiedenis (1996). Toch kan uit het grote aantal publicaties over zijn werk worden afgeleid, dat hij voor de Nederlandse literatuur als persoon en als kunstenaar van historisch belang is.  Dit is de algemene reden voor dit onderzoek.
Een daarvan afgeleid motief voor deze descriptie over Boutens en het Liber Amicorum is, dat het Liber Amicorum wel door vele auteurs betiteld wordt als het ‘pronkstuk van de nalatenschap’, maar nooit gebruikt is om Boutens’ literair-maatschappelijke rol als dichter te onderzoeken. De contemporaine literaire context van zijn werk moet nog – volgens Marco Goud – onderzocht worden. Mogelijk kan deze analyse van het Liber Amicorum daar toe bijdragen. In de bestaande publicaties wordt het Liber Amicorum dus uitsluitend als illustratie gebruikt, niet als hoofdonderwerp.
Een meer specifieke reden voor deze bescheiden studie is, dat het Liber Amicorum  private informatie uit de eerste hand bevat. Deze interessante, eigenhandig geschreven boodschappen aan het adres van Boutens kunnen – mits in samenhang beschreven – het bestaande beeld over de dichter en zijn tijd mogelijk aanvullen.  Ik hoop een antwoord te kunnen vinden op de vraag wie Boutens was in de ogen van zijn vrienden uit de periode 1900-1940 en welke rol hij volgens hen in de wereld speelde.
STRUCTUUR VAN HET VERHAAL OVER BOUTENS EN ZIJN WERK
1 P.C. Boutens, dichter en organisator
2  Vorm en inhoud van Boutens’ Liber Amicorum
2.1  Beschrijving van het Liber Amicorum 
2.2  Alle vrienden op een rij
2.3  Acht bijzondere vrienden en hun bijdrage
2.4  Wat andere vrienden vonden van Boutens. Een samenvatting.
5 De artistieke context van Boutens en zijn Liber Amicorum 1900-1943
6 De politieke context van Boutens en zijn Liber Amicorum 1900-1943
7  Conclusies

7 Overzicht van te gebruiken (bronnen)materiaal en literatuur
Archieven
- Zeeuws Documentatiecentrum te Middelburg
* Liber Amicorum  Dr.  P. C. Boutens, den Grooten Dichter, Classicus, Voorzitter, en Vriend, door zijn Vereerders aangeboden, 20 Februari. 1870-1940. Kluis PA 310.
* Geluidsband met interview tussen M. P. de Bruin met Mevrouw J. Adriaanse – Klerk, opgenomen op 5 juli 1996. (Kluis 1901 B 33)
* Geluidsband met toelichting op P.C. Boutens verzorgd door de Belgische Radio en Televisie op 14 maart 1993 (50e sterfdag). (Kluis 1901 B32).

- Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, ‘s Gravenhage
*Signatuur: R 00644 B 1 / MM1989L-000396
  Van: Adrianus Roland Holst (1888-1976
   Aan: Pieter Cornelis Boutens (1870-1943)
   Aantal: 2 br
   Datering: 1940-1942
   Annotatie: Ook als microfilm aanwezig
   Signatuur: R 00644 H 1 / MM1989L-000417

*  Auteur: Adrianus Roland Holst (1888-1976) / Lambertus Jozef
    Bakker Sr (1912-1969)
    Categorie: Proza
    Titel: Herinneringen aan Lodewijk van Deyssel en P.C. Boutens /
    A. Roland Holst
    Aantal en materiaal: 13 bladen
    Datering: 1953
    Schrift: Autograaf en typescript
   Annotatie: Van het handschrift zijn drie versies aanwezig. Met
   enkele aantekeningen en correcties door A. Roland Holst,
  Bert Bakker en een onbekende / Ook als microfilm aanwezig





- Zeeuwse Bibliotheek Middelburg
* Bosch, A & L. H. M. Wessels red., Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa 1919-1989 (Nijmegen 1992).
*Boutens, P. C., Gegeven keur, een bloemlezing uit de verzen van P. C. Boutens (Den   Haag 1942).
* Clerk de, Karel, Uit het leven van P. C. Boutens (Amsterdam 1964).
* Donker, Greta,  J. C. Bloem meester-dichter (Epe 2006).
* Dorleyn, Gillis J., ed., New trends in modern Dutch Literature (Leuven, Parijs etc. 2006).
* Goud, Marco, ZIENDE VERBEELDING, over zien en (on)zichtbaarheid in poëzie en   poëtica van P. C. Boutens, Was ist die Welt? Ein Ewiges Gedicht’ (Hugo von Hofmannsthal) (Leuven 2003).
* Herpen van, Jan J., ed., De meest Delftse Delftenaar. De briefwisseling Dr. P. H. Ritter Jr. – Dirk Coster (1920-1956) (Utrecht 1987).
* Josseling de Jong, Kitty H. R., Rozen in december (Hilversum 2000).
* Rijkse, R. M. red., De P. C. Boutens-collectie van de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg; samengesteld en ingeleid door R. M. Rijkse met bijdragen van B. Peperkamp en M. Goud (Amsterdam 1997).
* Rijnders, Mieke, red., Willem van Konijnenburg, Leonardo van de lage landen (Zwolle  2008).
* Vasalis, M, Jeanne van Schaik-Willing, Mr. E. Straat red., Victor, het boek der vrienden. Een literaire parade ter ere van Victor E.van Vriesland (Amsterdam 1947).
* Van der Vegt, Jan, A. Roland Holst, biografie (Baarn 2000).
* Verbeek, E. e.a., ‘Victor E. van Vriesland 1892-1972,’  Maatstaf 20 (1972) nr 6.
* Victor van Vriesland, Herinneringen verteld aan Alfred Kossmann (Amsterdam 1969).

Contemporaine Literatuur:
* Coster, Dirk, e.a. De nieuwe Europeese geest in kunst en letteren (Arnhem 1920).
* Du Perron, E., Cahiers van een lezer gevolgd door Uren met Dirk Coster (Maastricht 1946).
* Ritter, P. H. Jr., De Vertelster weerspiegeld, leven en werken van Ina Boudier-Bakker (Amsterdam 1931).

- Overige bronnen
* Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, ’t Is vol van schatten hier…dl I (Amsterdam 1986).
* Schenkeveld-van der Dussen, M. A. red., Nederlandse Literatuur, een geschiedenis (Groningen 1993).