donderdag 14 november 2013

Het Wallraf-Richartz museum in Keulen (Köln)

In het najaar van 2012 hebben wij een bezoek gebracht aan de stad Keulen. Vooral om daar naar een tentoonstelling te gaan over de Internationale Kunst-Ausstellung des Sonderbundes Westdeutscher Kunstfreunde und Künstler uit 1912. Ik heb daar een verslag van gemaakt dat u hieronder aantreft.  Lees meer.

ONS BEZOEK AAN HET WALLRAF-RICHARTZ MUSEUM IN KEULEN

Op 21 november 2012 bezochten wij onder anderen  het Wallraf-Richartz Museum in Keulen. Ons doel was tweeledig namelijk om de bijzondere tentoonstelling ter herinnering aan de Internationale Kunst-Ausstellung des Sonderbundes Westdeutscher Kunstfreunde und Künstler 1912 te bezoeken en om het bezit aan middeleeuwse kunstbezit van Ferdinand Wallraf te bekijken.

De eerste tentoonstelling moest ons aanschouwelijk maken tegen welke achtergrond de presentatie in 1912 tot stand was gekomen en welke werken er zoal waren tentoongesteld. Tijdens de rondgang langs de oude kunst zouden we zoeken naar elementen die de kunsthistorische ontwikkeling in de beeldende kunst hebben gemarkeerd, speciaal in de periode van de late middeleeuwen tot de Renaissance.

A.     1912 - Mission Moderne die Jahrhundertschau des Sonderbundes

(31-8-2012 tot 31-12-2012)

 

·         Vooraf
      In de wereld waren er na 1900 veel politieke spanningen en ook Europa zat vol dreiging met oorlog: in 1912-1913 ontbrandde de Balkanoorlog. Maar de kunst beleefde een grote belangstelling bij het publiek tijdens de vele tentoonstellingen van moderne kunstwerken. Bijvoorbeeld 1911:70 tentoonstellingen, 1912 (100) en 1913 (110).

Vooral in 1912 vond men in Duitsland dat in de zich vernieuwende moderne kunst zo veel verschillende varianten waren ontstaan, dat een overzichtstentoonstelling dringend gewenst was. Dus besloot men belangrijke  nog levende kunstenaars uit diverse landen, uit te nodigen voor deelname. In totaal werden 650 schilderijen ingezonden uit o.a. Nederland, Noorwegen, Duitsland/Oostenrijk/Rusland, Frankrijk, Hongarije en in Keulen tentoongesteld. Bovendien wilde men de historische achtergrond van de ‘modernisten’ over het voetlicht brengen zodat er ook plaats was voor Van Gogh (130 stuks), Gauguin (25 st) en Cezanne(26) Munch (32). Zij werden gezien als de wegbereiders van de modernisten, fauvisten, expressionisten en kubisten.

Vanaf 1908 breekt het begrip ‘expressionisme’ door maar het manifesteerde zich als een diffuus begrip. Kenmerk van deze kunststroming was dat vormen en kleuren zich van de werkelijkheid verwijderden (deformatie) ten gunste van de expressie door de kunstenaar. Kunstenaars maakten onder de paraplu van het expressionisme heel verschillend werk, afhankelijk van hun basisidee. Dat basisidee kwam uit drie richtingen voort: 1. De metafysische (Kandinsky, Marc), 2. De etnopsychologische (Worringer) en 3. Internationalistische (Walden). En dat allemaal vanuit het vertrekpunt dat de weergave van de werkelijkheid, zoals bij de neo-impressionisten, niet langer leidend was. Het gaf een vervreemdend effect. De ideeën werden echter ook toegepast in de literatuur, de muziek, de beeldhouwkunst.

Zo werd op de bewuste Sonderbund 1912 een rijke verscheidenheid aan werken getoond, alle onder verzamelbegrip expressionisme en met de kunstenaarsziel als bron van de voorstelling.

·         De tentoonstelling van 2012

In een tiental zalen hangen en staan 100 werken die ook in 1912 in de Städtische Ausstellungshalle aanwezig zijn geweest. Voor een kort verslag van onze waarneming noemen we een aantal bijzonderheden van voor ons kenmerkende schilderijen en sculpturen.

Paul Signac     `                      Gezicht op Venetië     Pointillistisch. Indrukwekkend

            Aristide Maillol                      Portret de Renoir       (terracotta) Wat een expressie!

            Paul Cezanne                         Mand met appelen    (stilleven) Appelsoort bellefleur?

Vincent van Gogh                   Zelfportret                  Met rode baard. Die ogen vergeet

                                                                                              je nooit meer.

                                                           Weg bij Arles              Landschap met knallende kleuren

August Macke                        Rokoko                        Een huis met twee figuren in het  

halfduister en hel verlicht. Deformatie van de werkelijkheid goed te zien

            Paul Gauguin              Vissersvrouwen op Tahiti       Kleurrijke verkenning van het

                                                                                              leven op Tahiti

            Edvard Munch                        Amor en Psyche                     Zeer expressieve weergave maar

                                                                                              toch is er nog veel te raden.

                                               Meisjes op de brug                Gezichten niet ingetekend.

Raadselachtige deformatie

Henri-Edmond Cross   Open plek                              Pointillistische weergave in

primaire kleuren van dansende vrouwen (in paradijs?) 

            Giovanni Giacometti  Meisje aan de bron                Opgewekte kleurrijke voorstelling

            (Zw.)                                                                          We kenden de kunstenaar alleen

                                                                                  van de beroemde draadstructuren.

            Ferdinand Hodler       Meisje in verrukking              Hard blauwe jurk en realistische

            (Zw)                                                                           voorstelling van de emotie.

            Egon Schiele (Oost)    Moeder en Kind II                  Onheilspellend werk. Die  handen

en die angstogen zijn onvergetelijk

           

Oskar Kokoschka (Oost) Annunciatie                                    Een angstige Maria ontvangt bezoek van

                                                                                  een woeste ‘engel.’ Moeder worden zal

                                                                                  zwaar zijn en pijnlijke ervaringen geven.

Wilhelm Lehmbruck   Vrouwelijke (Venus)torso      Als de Venus van Milo. Geen vorm

Elongatie maar klassieke schoonheid

Ernst Kirchner c.s.      Madonna                                Wandschildering (foto) in religieuze kapel

                                                                                  van de Sonderbund. Tevens de gebrand-

schilderde ramen uit de kerk van Neuss gemaakt door de Nederlander Johan Thorn Prikker, een expressionistische glasschilder.

Conclusie:

De meeste van de getoonde kunstwerken reflecteren sterke emoties. Die worden opgeroepen door kleuren (Signac, Giacometti, Cross), door krachtige lijnen (Macke, Kokoschka), door de voorstelling zelf (Kokoschka, Hodler, Gauguin) of door formele schoonheid (Lehmbruck, Maillol). De natuurlijke werkelijkheid is vaak gedeformeerd zonder dat die onherkenbaar is. Bij Kandinsky, vertegenwoordiger van Der Blaue Reiter en van wie in 2012 geen werk aanwezig is, of bij Kirchner, de vertegenwoordiger van Die Brücke en van wie wel een origineel schilderij te bekijken is, was toen de deformatie van de werkelijkheid veel verder voortgeschreden.
De tentoonstelling bracht ons enkele verrassingen (kleurrijk werk van Giacometti, angstaanjagende voorstelling in de Annunciatie bij Kokoschka, de expressieve kop van Renoir bij Maillol).

Het is fantastisch om in 2012, aan de hand van originele stukken, terug te kunnen zien op een periode in de beeldende kunst, waarin de kunstwereld in heftige beroering was. De getoonde kunst lijkt ook de turbulentie in de wereld van toen op een gevoelige manier te reflecteren.  Het museum verwacht 150000 bezoekers te kunnen verwelkomen. Dat weerspiegelt ook hoezeer die episode uit de ontwikkelingsgeschiedenis van de beeldende kunst door het publiek wordt gewaardeerd.

B.  Middeleeuwse Kunst

Al direct bij binnenkomst op de afdeling Mittelalter word je geconfronteerd met de oudste artefacten uit de verzameling. Het museum heeft totaal 75000 werken in bezit en wat getoond wordt is slechts de hoofdmoot.

Ons viel het op dat afgezien van de Sonderbund tentoonstelling het bezit chronologisch thematisch geordend is. Bovendien hebben de teksten bij de werken een ‘Schlagzeile’ een soort motto meegekregen. Daardoor wordt de betekenis enigszins gestuurd. Zo staat boven de tekst die een Tronende Madonna met Kind uit 1260 begeleidt “A star is born.” Kunsthistorisch geschoolde bezoekers hebben dat natuurlijk niet nodig, maar in sommige gevallen was een kernzin toch niet overbodig.

Dus begonnen we aan een  tocht langs de schatten van het Wallraf-Richartz Museum.

Lucchesisch    Tronende Madonna met Kind       1250/1260,linnen op populierenhout, 104x63, tempera.

De Madonna is Byzantijns van uitdrukking, dus zonder emotie. Het is een zogenaamde Nikopoia (zij brengt de overwinning) of een zittende Madonna, en een dergelijk exemplaar werd tijdens de veldtochten van keizer Justitianus ( plm 527-565) als Maria icoon meegevoerd.

Maestro dell’Osservanza, Siena      Geseling van Christus            1441, tempera op hout, 45x30,5

Dit is een merkwaardig kunstwerk. Het is een deksel van een kist. In de 15e eeuw was er in Siena veel corruptie. Om dit tegen te gaan mochten de ambtenaren maar 6 maanden in functie blijven. Door hun vervaardigde akten en documenten moesten in een verzegelde kist worden opgeborgen. Die kisten werden voorzien van kunstschilderingen, wat de voornaamheid van de eigenaar beklemtoonde.

De voorstelling toont Christus tijdens de geseling in de lijdenstijd samen met twee beulen. De beulen zijn in draaisymmetrie neergezet zodat ze als het ware Christus omsluiten. Maar het centraal perspectief eindigt boven  het middenrif van Christus, want daar ligt de betekenis van het kunstwerk. (fig.1)

 Simone  Martini       Maria met het Kind, 1315-1335, tempera op populierenhout 79,5x57.0 cm   

Ook in Siena geschilderd in de Byzantijnse stijl. Nu in halffiguur (een hodegetria = zij-die-de-weg-wijst) weergegeven. De techniek is uitgevoerd in ‘puntering’ dat wil zeggen, in de verse goudverf van de achtergrond wordt met een stift een motief gedrukt. Er waren stiften met ringvormig eind, een ster of een lelievorm. Door die te combineren ontstond een motief. Op dit schilderij zien we de indruksels langs de randen en in aura’s van Maria en Christus. In de balustrade staat de naam van St Antonius van Padua gebeiteld. (fig.2)

Stafan Lochner          Weltgericht, 1435, olieverf op eikenhout, 124,5 x  173 cm

Stefan Lochner is een Keulse schilder die met zijn vrouw Liesbeth in 1452 tijdens een pestepidemie in Keulen overleed. In de Dom van Keulen is een triptiek van zijn hand met de stadheiligen van Keulen St. Ursula (waarover later), St. Gereon, en de Drie Koningen.

Op dit Weltgericht zien we dat het Laatste Oordeel wordt voltrokken. De Rechter (God) wijst vonnis. Links staat een lachende Petrus die de hemelpoort ( naar architectuur  van de Keulse Dom) open houdt. Maria en Johannes de Doper doen voorbeden. Rechts boven brandt een groot vuur en we zien duivels in de weer om een massa ongelukkigen daar letterlijk naar toe te jagen.   
 

De volgende zaal bevat een aantal altaarstukken en triptieken.

Meester van de St. Jorislegende, Keulen  Georgsaltar 1460, Olieverf op eikenhout, 122x167 en vleugels 122x75.

We zien een zesdelige voorstelling met op de linkervleugel de aanval van de draak op de Lybische stad Silene. Nog juist wordt een schaap gered om samen met een inwoner (de toevallig door het lot aangewezen dochter van de koning) te worden geofferd aan de draak. Zo trachtte men het lot te keren. De koning is duidelijk in tranen. Op weg naar de draak ontmoet de prinses St.Joris. Die verslaat de draak (midden boven)en de bevolking is gered . De mensen nemen dan groepsgewijs in een grote pot plaats om te worden gedoopt. Linkervleugel onder: St Joris weigert afstand van zijn geloof te doen en smeekt om genade. Tevergeefs. Op het paneel rechts boven wordt hij gekruisigd (een verwijzing naar de kruisdood van Christus) en op het onder middenpaneel is hij geradbraakt. We zien dat hij  door een paard weggesleept wordt en uiteindelijk -  rechts onder -   wordt onthoofd en begraven. (verwijzing naar Christus).

Wie langer kijkt ontdekt  enorm veel details. Bijvoorbeeld de zegenende heiligen met aura in het wachthok (Jezus misschien?) tijdens het afscheidsgebed voor de executie (links onder). Of de hemelse stad Jeruzalem op het  boven middenpaneel links boven.  Rechtsonder spuit bloed omhoog bij de onthoofding. De merkwaardige dooprituelen (mensen in een pot) zagen we ook terug in de Ursulapolyptiek.

Meister der Lyversberg-Passion   Zwei Flügel eines Passionsaltar 1464-1466,Olieverf op hout, bestaande uit acht delen van 92x67 cm. Het middendeel is verloren. Was 5.60 m breed.

Judas aangewezen – gevangenneming – voor Pilatus – bespotting. Rechts: kruisdraging – kruisiging – kruisafname – opstanding.

De achtergrond is nog  met goud gevuld maar dat gaat veranderen. In deze zaal is goed te zien hoe onder invloed van Nederlandse/Vlaamse schilders de nadruk op het landschap komt te liggen. Want de (goud) horizon schuift steeds meer op naar boven om ten slotte geheel te verdwijnen en de beeldruimte aan de feitelijke voorstelling, veelal het landschap te laten.   Vergelijking was mogelijk met het in Brussel vervaardigde triptiek met scenes uit het leven van Job.

Meister der Katharinenlegende/Barbaralegende  Triptiek met scenes uit het leven van Job na 1467, olieverf op eikenhout, middenstuk in twee delen 120x90 en 119,5x90, vleugels 120x89.

Op het rechter middenpaneel zit centraal in de voorstelling de welvarende Job met zijn familie aan tafel. Links bovenin spreekt God met de duivel over Jobs volhardend geloof. De duivel krijgt toestemming Job te testen. Rechtsonder zit Gentina Solero, de opdrachtgever van het werk, geknield in een boek (Job?) te lezen. Op het rechterpaneel zit Job in verschillende beklagenswaardige posities. Hij heeft zweren, wordt door zijn vrouw uitgescholden en doet boete. Maar muzikanten troosten hem met hun spel. Enzovoorts.

Belangrijk is het hier op te merken dat de horizon geen goudverf meer heeft en dat het gehele beeldvlak is gevuld met details  die het verhaal ondersteunen. Daarmee is de ontwikkeling naar een beeldvullende voorstelling voltooid. Het is dan ook gemaakt in Brussel. De triptiek bevat links nog voorstellingen die scenes uit het Nieuwe Testament bevatten.

Keulse kunstenaarswerkplaats, Legende van de heilige Ursula, 1455-1460, olieverf op sparrenhout, 15 delen hoogte 54cm en breedte variërend tot 248 cm.

We zien in chronologische volgorde beelden uit het leven van Ursula(*383). De geboorte (1). De presentatie aan de bisschop (2). Met de Engelse koning en koningin, haar vader en moeder, in gebed (3).

Bij (3) zien we een wapenschild aan de muur hangen met stippen. Het is een vooruitwijzing naar de latere reis van Ursula met haar 11(000?)[1] vriendinnen/ maagden. Dit wapenschild met 11 ‘tranen’ en met drie kronen (namelijk van de Drie Koningen, de stadsheiligen) is in de vlag van de stad Keulen bewaard gebleven.

Dan komt de heidense prins Etherius ten tonele (4),  die biedt zijn geloofsbrieven aan (5) en vraagt om de hand van Ursula (5, 6). De koning stemt toe. Maar Ursula kan de heidense toekomst niet met haar geloof verenigen en ze besluit naar Rome te vluchten. Met een schare aan maagden die allen eerst gedoopt (zie hiervoor het beschreven ritueel) worden (7, 8 9) vaart zij af. Zij gaat via de Rijn naar Bazel en vandaar gaan ze te voet naar Rome op pelgrimsreis. (10,11,12). Na het bezoek aan Rome keren ze weer terug (13) en bereiken ze via de Rijn de stad Keulen (14). Die is echter door de Hunnen bezet en ze worden allemaal gedood met pijl en boog. Ursula staat centraal in (15) terwijl ze met een pijl wordt doorboord. (13,14,15 fig.3)

De overblijfselen zouden vooral rond 1100 zijn opgegraven toen de eerste stadsmuur werd gebouwd. Daar was in Europa enorme belangstelling voor en er ontstonden zelfs hele relikwietransporten. Vandaar dat de Ursula-verering in de Middeleeuwen een enorme vlucht nam.

 

Albrecht Dürer, Pfeiffer und Trommler, 1503-1505, olieverf op lindenhout, 94x51,2 cm

We zien twee muzikanten die beiden het beeld uitkijken. Wat zijn ze aan het doen? Ze maken muziek voor Job. Want hij wordt geplaagd door allerlei rampen. We zien op de achtergrond dat zijn kuddes worden geroofd. Job staat hier niet afgebeeld maar op het – niet aanwezige – middendeel van een triptiek.  Onze voorstelling bevindt zich op de rechtervleugel van deze triptiek. De linkervleugel is te zien in het Städel Museum in Frankfurt. Wie het Zelfportret van Dürer kent ontdekt onmiddellijk dat de trommelaar met de pijpenkrullen een zelfportret van Dürer is.

Maarten van Heemskerck, Bewening van Christus, 1530, olieverf of eikenhout, 140x131,7

Dit schilderij heeft een krachtige uitstraling. De voorstelling betreft het moment juist voor de graflegging van Jezus. De vrienden van Jezus handelen zelfbewust en zijn bezorgd. Alle diagonale lijnen ondersteunen de blikrichting naar het midden waar het sterk uitgelichte lichaam van Jezus alle aandacht trekt. Dat effect moet Maarten van Heemskerck hebben beoogd door wat hij had gezien van de Italiaanse renaissance. Hij had zijn opleiding genoten bij Jan van Scorel, die door zijn Italiaanse reizen de renaissance naar het Noorden had gebracht. In 1532 ging Maarten ook naar Rome om zich nader te scholen.

Een saillant punt op dit schilderij is altijd geweest de kwestie van ‘de omvallende avondmaalsbeker.’ Op de grond, bij de benen van Jezus, staat een beker met het bloed van Christus. Die is bezig om te vallen. Het publiek vond dat spannend en toonde minder aandacht voor de bewening van Christus. Daarom liet men dit detail overschilderen. In 1992 evj werden de overschilderingen weer weggehaald en kunnen we het werk nu in zijn originele staat bewonderen.

Conclusie

De afdeling Mittelalter van het Wallraf-Richartzmuseum is in alle opzichten een zeer interessante verzameling kunstwerken. En dan hebben nog maar een klein deel kunnen bekijken. De chronologie loopt van de dertiende tot de zestiende eeuw en uit datgene uit de collectie wat tentoongesteld is, zijn vele leerpunten te ontdekken.  

Als voorbeeld kunnen gelden bepaalde aspecten van de ontwikkelingsgeschiedenis van de landschapsschilderkunst, de transitie van de middeleeuwse naar de renaissancistische motieven, de opname van Byzantijnse beeldkenmerken in de portretkunst, de ontwikkeling van de schildertechniek waarbij gepunteerde goudverf  later vervangen werd door een realistische detaillering.

De teksten ter toelichting bij de stukken zijn zonder uitzondering zeer informatief.  De vertelde bijzonderheden waren voor ons zeer welkom en onze kunsthistorische  kennis werd erdoor verrijkt.

 

Middelburg, 26 november 2012.

Leen Moelker

 
      
 
                                                                        Figuur 1 De geseling van Christus (1441)



 

 
Figuur 2 Maria met het Kind (1315)




  
Figuur 3 Ursula-legende: Terugkeer en dood in Keulen

 
 
         


           

 

 




[1] In de oorspronkelijke tekst staan de tekens XI M, wat als 11000 is uitgelegd. De M staat echter voor maagden dus is ze met 11 maagden op pelgrimstocht.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten