vrijdag 8 november 2013

Iconostase 150 (Yona Friedmann)

Het kleine museum "De Vleeshal" in Middelburg heeft op aanbeveling van directeur Leonardo Benedetti in 2012 het kunstwerk Iconostase 150 aangekocht. Het is een specimen van conceptual art en ik vond het interessant om achtergronden en de boodschap ervan te achterhalen.
Bijgaand mijn analyse. Helaas bleek de oorspronkelijke opmaak niet geheel te handhaven.

Dit essay is eerder verschenen in het blad Nehalennia nummer  179, voorjaar 2013, een uitgave van de Werkgroep Archeologie en cultuurhistorie van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen in Middelburg. Bovendien staat het te lezen op de website van De Vleeshal in Middelburg.



nARCHITECTUUR


KUNSTWERK VAN  YONA FRIEDMAN DEFINITIEF IN ZEELAND   


 


Leen Moelker                                 


In Zeeland bewaren we al sinds eeuwen vele kunstschatten en naturalia. Sindsdien kunnen we er onze geschiedenis mee ordenen. Ook kennis vermeerderen en inzicht verwerven is altijd al het doel van het verzamelen geweest. Dus vergaren we ononderbroken mooie dingen. Van het openbare bezit kan iedereen kennis nemen tijdens tijdelijke of permanente tentoonstellingen. De tentoonstelling Lievelingen (2010) van het Zeeuws Museum is daarvan een goed voorbeeld.
Toch wisselt het Zeeuwse kunstbezit regelmatig van samenstelling door schenking of aankoop. Dat is interessant want daarin reflecteert ook de tijdgeest.
Zo kwam recent de Stichting Beeldende Kunst Middelburg (De Vleeshal) in het bezit van een buitengewoon opvallend kunstwerk. Het is gemaakt naar een idee van de internationaal vermaarde architect Yona Friedman en draagt de naam Iconostase 150.

Wie is de maker ervan en wat beoogt hij? Welke betekenissen kunnen we er zelf aan geven? Welke functie zou Iconostase  150 voor Zeeland kunnen hebben? Waarom is dit kunstwerk aangekocht?
 
1.Inleiding
Van 15 september 2012 tot 16 december 2012 werd in De Vleeshal in Middelburg  de tentoonstelling Architecture without Building gehouden. Centraal daarin stond het door de architect  Yona Friedman ontworpen kunstwerk Iconostase 150. Voor de materialisatie ervan werkte hij samen met de Franse fotograaf en filmmaker Jean-Baptiste Decavèle (1961* Grenoble). Het bijzondere aan deze expositie was dat het publiek eigen objecten kon aanleveren zodat die binnen de constructie tentoongesteld konden worden.  Iconostase 150 fungeerde  zo als een uitbreiding op de museumfunctie en de architectuur van De  Vleeshal.  Aansluitend is Iconostase 150 te zien geweest in Antwerpen en binnenkort keert de installatie, na die internationale presentatie, naar Middelburg terug.

2. Iconostase 150, hoe ziet het werk er uit?
Uit 482 stalen ringen  van Ø 150 cm is een constructie met geometrische figuren gemaakt. De ring bestaat uit een stalen buis  Ø 21,3 mm. Elke ring weegt 4,5 kg.  Het werk bestaat uit 4 modules van 12 ringen die samen een bolvormig twaalfvlak vormen (sferische polyhedron). Aangesloten aan de zijden van de regelmatige twaalfvlakken zijn doorlopende ringconstructies aangebracht, namelijk 23 modules van 6 ringen (sferische kubussen) en 74 modules van 4 ringen (sferische tetraëders). De volgorde van de figuren is willekeurig maar ze vullen wel de ruimte (Fig. 1).
In deze opstelling is het kunstwerk dus geheel aangepast aan de beschikbare ruimte in De Vleeshal. De constructie kronkelt als het ware door het museum en neemt  daarbij steeds in volume toe. Alle geometrische figuren zijn successievelijk als zelfstandige elementen toegevoegd. Nergens is te zien dat een ring gemeenschappelijk  gebruikt wordt. Uiteindelijk bereikt het werk een maximale lengte van 31,5 meter, een breedte van 8,60 m en een hoogte van 5,40m.
Het staal is onbewerkt en kan dus door atmosferische invloed gemakkelijk roesten. Dat is volgens Friedman ook geen probleem. Basismaterialen gedragen zich nu eenmaal zo. De constructie kan oneindig worden uitgebreid door modules toe te voegen.
Aldus ontstaat een nieuwe combinatie van tijd en (on) begrensde ruimte. 
 Is Iconostase 150 een kunstobject of architectuur?
Voor de beoordeling van de constructie is het van belang om te bepalen of we kunnen spreken van een kunstobject (een ruimtelijk lichaam) of van een dragende staalconstructie en hiermee dus op het terrein van de architectuur komen. Het is duidelijk dat we hier  van ‘kunst’ spreken. Immers, het betreft hier een speciaal voorwerp dat door een creatieve impuls is ontstaan en waarbij de uitvoering van het kunstwerk ondergeschikt is aan het idee, het concept, dus is het een voorbeeld van conceptual art.
Letten we op de functie die Iconostase 150 had in de tentoonstelling Architecture without building (sept. - dec. 2012), dan is het toen duidelijk een voorwerp van architectuur geweest. Binnen de muren van De Vleeshal ontstond door de daar geplaatste ringenformaties tijdelijk een extra ruimte. Het publiek had die nieuwe ruimte in het museum gevuld met objecten, met bijvoorbeeld een gedekt tafeltje; een leporello met foto’s van een ander Middelburgs kunstproject, Façade; een kunstwerk van rioolbuis, dozen in allerlei vormen en maten  enzovoorts. Precies wat in een volksmuseum gebeurt. In figuur 1 is dat goed te zien.
Maar kijken we wat scherper naar die bijzondere geometrische buisconstellatie dan kan toch niet zomaar worden besloten tot een fraaie bouwkundige constructie. Want wat is de bedoeling van de geometrie?  Wat betekent de naam Iconostase 150? Waarom is het zo gemaakt en niet anders?  Wat beoogt de maker ermee? Kortom, vragen die verder gaan dan een zoektocht naar architecturale functies. Ik zal Yona Friedman daarover later zelf aan het woord laten maar eerst volgt de verkenning van een mogelijke betekenis.

3. Iconostase 150 een interpretatie
Het was niet vreemd om in De Vleeshal dit reusachtige kunstwerk met de naam Iconostase 150 aan te treffen. Er zijn daar wel eerder grote objecten te zien geweest.
In de titel van het kunstwerk, Iconostase 150 ontdekken we direct een aanwijzing voor de betekenis ervan. ‘150’ staat voor de diameter van de 482 ringen die alle 150 centimeter tellen. De term ‘Iconostase’ stamt uit de Middeleeuwen en slaat  op een wand met iconen – beelden van heiligen – die in Grieks-orthodoxe kerken de ruimte voor het altaar afsluit.
Het vergt misschien enige moeite maar het is toch mogelijk om in dit stalen kunstwerk een  etalage te zien. Dus een ruimte waarin dingen gepresenteerd kunnen worden, net zoals aan de houten wanden van de iconostase en net zoals het de functie is van De Vleeshal dingen te tonen.  Maar wat wordt hier aan het publiek voorgesteld? Natuurlijk eerst het kunstwerk zelf. Daarnaast waren het tijdens de tentoonstelling Architecture without building ook de bijdragen van gewone mensen. Precies de categorie deelnemers die Friedman aan het woord wil laten.
  In essentie representeert het werk echter zichzelf. Dat zal opnieuw blijken als het dit jaar andermaal in Middelburg zal worden opgesteld. Maar welk verhaal vertelt Iconostase 150 eigenlijk?
Het kunstwerk heeft de geometrische figuur de cirkel als basis. Ik denk dat Friedman de ring als uitgangspunt heeft genomen omdat deze verwijst naar een voortrollende beweging en naar tijdloosheid. In zijn Protein structures (1992) heeft Friedman de veranderlijke ringconstructies uit de proteïne moleculen ook al nagebootst.[1]  En die veranderlijkheid en onzekerheid in de wereld zijn de concepten, van waaruit de architect zijn ontwerpen opbouwt.
In het onbewerkte staal herhaalt Friedman zijn voorkeur voor het gebruik van eenvoudige gemakkelijk verkrijgbare basismaterialen. In India gebruikte hij in 1982 bijvoorbeeld bamboe en zelfs gras in een project voor arme mensen.[2] Zelforganisatie en bouwen met lokaal aanwezige materialen waren daarbij de leidende beginselen. 
Met de ringen zijn verschillende geometrische structuren opgebouwd. Het is van belang vast te stellen dat elke individuele structuur (de sferische piramide, kubus en de twaalf vlaks vorm) hier volledig zelfstandig functioneert. Met andere woorden hoe verschillend ook, elk onderdeel heeft zijn specifieke plek in het geheel. Het is niet moeilijk om hierin een verwijzing te lezen naar onze maatschappij en de onmisbare rol van het individu of de groep individuen daarin. Zo verwijst het kunstwerk ook naar de noodzakelijkheid van het samenwerkingsverband. En de geometrie van de in elkaar grijpende figuren herinnert aan de schoonheid van de klassieke verhoudingen in de kunst en architectuur.
Iconostase 150 kan moeiteloos worden vergroot (of verkleind) en de constellatie zou zelfs tot buiten De Vleeshal kunnen worden uitgebouwd. Die veranderlijkheid – van vorm, van volume, van richting – heeft bij Friedman een speciale betekenis. De wereld is geen statische massa die er nu eenmaal is. Nee, het kolkt en het bruist erin en de mensen geven daar vorm aan, individueel of groepsgewijs, ieder op zijn eigen plek. Maar hoe chaotisch het leven ook lijkt, de basisstructuren zijn geordend in vaste patronen – in dit kunstwerk verbeeld door de geometrische figuren – van waaruit de mens zijn wereld zelf inricht.
 In de dramatisch complexer geworden structuren in de wereldsamenleving heeft Yona Friedman toch zicht gehouden op de onderliggende systemen. Hij verkent de grenzen van de groei zoals van een stad, van de voedselvoorziening, van het waterwinningssysteem en hij toont zich voor de oplossing ervan een visionair. In onze tijd is het ondergronds bouwen of overdekken van transportassen gewoon, al is de aanblik futuristisch. In De Vleeshal gebeurt iets soortgelijks  als we het kunstwerk onderzoeken en ontleden. We begrijpen de structuur van Iconostase150 – in de cirkel en de buisconstructies met kubussen (Fig.2), piramides en regelmatige twaalfvlakken – en kunnen daarop voortbouwen op een manier die ons  aanstaat. 
We behoeven ons niet te storen aan de grenzen van De Vleeshal hoe mooi maar hermetisch het stergewelf en de muren van het gebouw ook zijn. Alles is mogelijk. Samengevat kan Iconostase 150 een kunstwerk of een architectuurontwerp zijn. In beide gevallen spoort het aan om buiten onze grenzen te denken.

4. Yona Friedman de visionaire architect 
Yona Friedman werd op 5 juni 1923 in Budapest (Hongarije) geboren. Na de middelbare school studeerde hij aan de Technische Universiteit Budapest. Onder de Duitse bezetting belandde hij tijdelijk in de gevangenis.  Hij week via Roemenië uit naar Israël en vervolgde daar zijn studie aan de Technion in Haifa. Friedman behaalde in 1949 zijn papieren als architect en daarna ondernam hij verschillende studiereizen door Europa. Hij is gehuwd geweest met Denise Charven (†), filmeditor van beroep en heeft twee dochters. 
  Friedman interesseerde zich aanvankelijk voor de simpele buiswoningen van de eerste Israëlische kolonisten als concept voor flexibele prefab-huizen. Ook bouwde hij in zijn architectuurfilosofie voort op een idee van professor Konrad Wachsmann, die ontwerpen maakte met futuristische ruimteconstructies, de zogenaamde space-frames. 
Op het 10e Internationale Congres van Moderne Architectuur (ICMA) in Dubrovnik 1956 presenteerde de architect zijn concept van L’ Architecture Mobile.[3] Kern daarvan was La Ville Spatiale een stedenbouwkundig concept van superstructuren.[4] In 1957 vestigde Friedman zich in Parijs en vond daar Le Corbusier[5] die hem in zijn plannen en ontwikkeling aanmoedigde.
In 1957 vormde hij met geestverwanten de Group d’ Études d’ Architecture Mobile (GEAM) en oriënteerde hij zich op het structuralistische werk van de Nederlandse architecten Jacob Bakema, Aldo van Eijk en Gerrit Rietveld.
Friedman kent aan het individu een sleutelrol toe bij de indeling van de ruimte. Toekomstige gebruikers dienen hun woonruimte zelf te kunnen inrichten. Zijn aparte benadering van de stadsontwikkeling - de ruimte door leken te laten vullen en superstructuren bouwen over bestaande gebouwen heen - bracht hem in contact met de UNESCO[6] en de RAAD VAN EUROPA.[7]  Hij kreeg diverse opdrachten om voor niet-deskundigen geschikte handleidingen te ontwerpen ten behoeve van (zelf)bouw projecten.[8] Inclusief voor het watermanagement in droge gebieden.
In  1962 ontving hij een Gouden Leeuw op het Filmfestival van Venetië voor zijn animatiefilm Annalya tou Bari met verhalen en legendes uit Afrika.
In 1970 presenteerde hij op de Wereld-Expo in Osaka zijn space-chain structuren gebaseerd op de cirkel. Dit kreeg in 1987 een vervolg met een space-chain paviljoen in het Museum without Doors. In 1991 maakte hij ontwerpen voor doe-het-zelf-meubilair ook volgens de space-chain techniek. [9]
Yona Friedman heeft tot op hoge leeftijd wereldwijd colleges gegeven over zijn zienswijze op stadsplanning en stedenbouw. Die ideeën zijn hieronder onderwerp van bespreking.
5 De architectuurfilosofie van Yona Friedman
Ondanks zijn vele ideeën en publicaties over stedenbouw heeft Friedman maar enkele projecten ook daadwerkelijk gerealiseerd. Hij is dan ook vooral te classificeren als een theoreticus op het terrein van infrastructuur en transport. Als architect moeten we hem plaatsen tussen de utopisten die nadenken over een volstrekt harmonieus leven in een ideale ruimte.[10] En inderdaad, Friedman voelde zich sterk verwant met Constant Nieuwenhuis (1920-2005) die met zijn utopie-project New Babylon (1954-1969) in Nederland pleitte voor een volledige vrijheid van het individu. Een andere kunstenaar met wiens ideeën Yona Friedman sympathiseerde was Kurt Schwitters (1887-1948). In diens Merzbaucyclus vond Friedman dezelfde waarden – gebruik van eenvoudige materialen en die willekeurig gestapeld – als  waar hij van uitging in de architectuur. Kenmerkend voor Friedman is zijn uitspraak over de stad: “ Similarly, the city is a process, not a product.”[11]
In het werk van Friedman kunnen twee thema’s worden onderscheiden:

  • Het ontwerpen van een fysieke wereld.
Dat kreeg een uitwerking in wat hij noemde L’ Architecture Mobile. Uitgangspunt hierbij is dat alle elementen van een bouwwerk -  de materialen, de inrichting, de inbreng van gebruikers – vrij te combineren zijn. Door over bestaande bouwlichamen heen te bouwen is  nauwelijks extra ruimte nodig, kan die ruimte flexibel worden ingedeeld en zijn er geen grenzen aan de mogelijkheden om uit te breiden.[12]
  • De onvoorspelbare invloed van het individu op zijn omgeving.
Architecten moeten niet voorschrijven maar begeleiden. Dat kunnen ze doen door basiskennis over te dragen aan de niet-deskundige toekomstige gebruikers. Tijdens het bouwproces kan dan hun kennis en hun -  overigens onvoorspelbare -  inbreng ingepast worden en ontstaat een verantwoord eindresultaat. Hierdoor wordt een maximale vrijheid toegepast – geen strikte regels  moeten volgen en opnemen van gedurfde voorstellen in de bouwplannen – en zal een uniek bouwwerk het eindresultaat zijn.[13]
Friedman heeft de nodige kritiek gehad op zijn architectuurfilosofie zoals van de architectuurhistoricus Reyner Banham (1922-1988).[14] Maar hij heeft vooral in de kunst veel invloed gehad. Dat is onder anderen te zien in het werk van de Argentijnse kunstenaar Tomàs Saraceno (*1973) bijvoorbeeld in diens Cloud City. In 2009 heeft Yona Friedman zijn werk  op de 53e Kunst Biënnale van Venetië gepresenteerd. Hij heeft daar laten zien welke relatie er is tussen de harmonieuze en ideale dus als utopisch voorgestelde wereld en het aardse bestaan van het individu.[15]Maar in de architectuur is hij slechts een voetnoot gebleven.[16] Dat komt omdat Friedman zich vooral bezig houdt met projecties. De mens in het bouwproces staat eerder centraal en minder het eindproduct. Ook zijn volgelingen exploreren de spanning tussen persoonlijke idealen en grote denksystemen die zich op een betere samenleving richten. Allen hebben een onvoorwaardelijk geloof in het vermogen van de individuele mens. Tijdens het bouwproces behoeft die energie alleen maar gebundeld worden.
  Een ander kenmerk van Friedmans denken is met de term ‘onzekerheid’ aan te duiden. Niets is voorspelbaar, alles in de wereld verloopt contingent en dus is planning zinloos. Dat geldt speciaal voor het gedrag, de mening en de attitude van het individu. Architecten moeten daarom actief gebruikersparticipatie toelaten.[17]
             Samenvattend gesteld ziet Friedman het bouwproces als een sociologisch fenomeen. Zijn architectuurontwerpen richten zich op een harmonieus menselijk bestaan in een ideaal, dat is utopisch universum. Bij de realisatie van bouwplannen dicteert het individu de invulling. Ondeskundigheid is geen probleem want daar wordt door middel van handleidingen in voorzien.
6. Samenvatting en conclusie
We hebben hierboven het kunstwerk Iconostase 150 besproken. En we concludeerden dat Yona Friedman een futuristische visie op de wereld heeft. Planning is niet nodig, vindt hij, want het is een illusie te menen dat de wereld maakbaar is. Oplossingen van de grote vraagstukken in de wereld zijn mogelijk door de spontaan geuite menselijke ideeën te gebruiken en architecten bijvoorbeeld moeten daarbij niet voorschrijven maar begeleiden.
In het space-chain kunstwerk van Friedman, dat De Vleeshal in Middelburg heeft aangekocht bespeuren we iets van deze filosofie.  Want een uitbreidbare stalen buisconstructie bevat drie herhaalde en aaneengeregen geometrische figuren – de sferische piramide, de kubus en het regelmatige twaalfvlak – die aan elke omgeving kan worden aangepast. Deze flexibiliteit correspondeert met de oproep van de bedenker ervan om de bestaande denkkaders te verlaten en nieuwe mogelijke ruimtes (spaces!) te exploreren.
       Ook andere eigenschappen van het kunstwerk als de geometrie, de structuur en de vrije vorm  verwijzen naar zijn menselijke pendanten van schoonheid, ordelijkheid en oorspronkelijkheid. En wie het ook betreft, elk individu wordt erdoor aangemoedigd zijn of haar creatieve impulsen te ontwikkelen en ze ten behoeve van de gemeenschap in te zetten.

7.  Iconostase 150 definitief in Zeeland
In Zeeland wordt onder nieuwkomers wel eens gefluisterd dat in deze provincie alle wegen op een zeedijk uitkomen. Het is een metafoor voor de mening dat nieuwe ideeën en gedurfde voorstellen steeds gedempt worden door traditionele opvattingen en de weerstand tegen verandering.
Met de aankoop van het kunstwerk Iconostase 150 wordt echter het tegendeel bewezen. Want het vergt moed om in tijden van crisis te investeren in een object dat zijn betekenis ontleent aan zelfkritiek.
Het is duidelijk dat dit aangekochte conceptuele kunstwerk niet gerust stelt.  Misschien is wel de boodschap dat Zeeland  niet kan berusten in wat het overkomt. Iconostase 150  houdt ons voor ogen de hand aan de ploeg te slaan, buiten de grenzen van het mogelijke denken, te veranderen wat nodig, en te behouden wat goed is.
Zeeland mag er trots op zijn dat aan het provinciaal kunstbezit een dergelijk kunstwerk is toegevoegd.

 

Middelburg, 8 december 2012.

 

 

 






[1] Sabine Lebesque, Helene Fentener van Vlissingen, Yona Friedman, structures serving the unpredictable (Rotterdam 1999) 96.
[2]Lebesque, Yona Friedman, structures serving the unpredictable, 79.
[3] Hans Ulrich Obrist, Yona Friedman (Köln 2007) 125.
[4] Yona Friedman: “C’ est la raison d’ être de l’ architecture mobile. Bien entendu, le terme l’ architecture mobile” ne signifié pas la mobilité des constructions en leur totalité, mais leur disponibilité pour tous usages
d ‘une société mobile,”  L’ Architecture Mobile (Paris 1958) 13.
[5] Le Corbusier’s architectuur kende vijf uitgangspunten waaronder La façade libre, Le plan libre en Les pilotis.
[6] Yona Friedman, No-Cost Housing; Survival techniques; (UNESCO 1976).
[7] Yona Friedman, Het is uw stad – Weet hem te beschermen (Raad van Europa 1975)1-105.
[8] Het Lycée David d’Angers, Angers (1978) en Museum of Simple Technology in Madras (India), 1982 zijn volgens deze methode door de lekengebruikers gerealiseerd.
[10] http://www.yonafriedman.nl/
[11] Obrist, Yona Friedman, (Köln 2007) 63.
[12] Lebesque, Yona Friedman, structures serving the unpredictable,11.
[13] Obrist, Yona Friedman, 54.
[14] Sarah Deyong, ‘Memories of the urban future: the rise and fall of the megastructures’ in: Museum of Modern Art New York, red., The changing of the avant-garde, visionary architecture drawings from the Howard Gillman Collections (New York 2003) 23-36, aldaar 30.
[15] Op de Biënnale van Venetië 2009 heeft Friedman La Ville Spatiale getoond. Een space-chain grid in de vorm    van een reusachtig net was tegen een hoog plafond opgehangen, en deels gevuld met kartonnen dozen. Die dozen verwezen naar de gebouwen in de fantasiestad. Bezoekers van deze ‘stad’ zullen zich eronder nietig  hebben gevoeld.  http://www.yonafriedman.nl/?page_id=1219&wppa-album=108&wppa-photo=968&wppa-occur=1
[16]Tim Abrahams, ‘Interview >>> Yona Friedman’ Blueprint, London’s magazine of design architecture and style (July 2009) 40-44, aldaar 44.  
[17] Abrahams, Interview>>>Yona Friedman, 40-44 aldaar 43.
 
 

 

 


 
                                         Yona Friedmann, Iconostase 150, 2012,staal en tape,

                                                      31,50mx 8,60 x5,40 ,De Vleeshal Middelburg, (Foto De Vleeshal

 




 

Summary


We mentioned the work and the futuristic vision of the most famous architect Yona Friedmann. Friedmann’s  theoretical approach includes a strong aversion against planning and he names it an illusion to assume the world can be totally controlled.
Problems with building the city are solved by user participation based on free delivered  opinions. Architects have to coach people instead of predict their way of thinking.
This philosophy comes also to surface in the space-chain artwork Iconostase 150, bought in 2012  by the Middelburg  based Museum De Vleeshal.
This piece of art with 482 steel ring tubes of Ø 21,3 mm and a diameter of 150cm measures 30,5x 8,60x5,40m. The ring tubes form repeatedly together three geometric figures which are connected to each other in a contingent way (a spherical pyramid, cube and a regular polyhedron). Any space can be filled in with this kind of constellation. This flexibility corresponds with the call of the originator, to leave the existing thinking frames behind you and to explore new possible spaces in problemsolving.
This will certainly lead to cooperation between individuals who are willing to create a better world. And, by means of this artwork either collectives or individuals, all people are invited and encouraged to develop their creative thoughts in favour of their society.
 



Naam:  Iconostase 150
Concept: Yona Friedman
Datering: 01 – 09 – 2012
Opdracht: Stichting Beeldende Kunst Middelburg (De Vleeshal)
Techniek: Space-chain
Afmeting: Ringen  Ø150cm  Dikte 21,3mm, Gewicht 4,5 kg.  Maximale afmetingen  L 31,50mxB 9,50mxH 5,40
Materiaal: Onbewerkte stalen buizen van Ø21,3cm en tape.
Vorm: installatie
 






 


1 opmerking:

  1. Op 14 december 2013 is een losbladig boek verschenen zonder titel en zonder kaft waarin dit werk een prominente plaats heeft gekregen te midden van een overzicht van Friedmann's werk. De bedoeling ervan is dat "Iconostase 150" voorgaat in een continu proces van ideevorming. Het werk is tot februari 2014 te zien in Como, Italië.

    BeantwoordenVerwijderen