RECENSIE
WOLGA KOZAKKEN KOOR IN KERSTSTEMMING IN ROTTERDAM
Leen Moelker
Wolga Kozakken Koor
Bezetting: 10 mannen, Russen en Oekraïners
Opgericht 1933, Parijs door Russische vluchtelingen
Als ensemble: sinds 1974
Muzikale leiding: Alexander Petrov (2014)
Uitvoering: Rotterdam
Datum: 17 december 2014
Beoordeeld: 22
december 2014
|
En feitelijk is dat
nog zo. Kerst is voor velen ondenkbaar zonder de Messiah van Georg Friedrich
Händel, een zang-en klankspel met de geboorte van Jezus als centraal thema.
Maar ook andere groepen dragen bij aan de sfeer rondom Kerst.Een voorbeeld
hiervan is een optreden van het Wolga Kozakken Koor in de Doelen in Rotterdam. Wie
zijn die kozakken? Wat zongen ze? Hoe klonk het? Daarover volgt hierna een
korte beschouwing.
Inleiding
De geschiedenis van de kozakken koren gaat terug naar 1924
toen veel Russen op de vlucht waren geslagen voor geweld. De Oktoberrevolutie uit 1917 was gevolgd door enkele jaren bloedige
strijd tussen communisten, bolsjewieken en Witten, die het tsarisme wilden
herstellen. Stalin en Lenin ontwikkelden een politiek waarbij het
Internationaal communisme en het Russisch nationalisme werden gebundeld in een
totalitair regiem. Wie het niet eens was met de leiders moest vrezen voor zijn
leven en dat bracht een vluchtelingenstroom op gang. Vooral de minderheden
trokken weg uit Rusland. En zo kwamen
allerlei soorten Russen en mensen uit de deelstaten als Oekraïne
,Georgië en andere delen van het vroegere tsarenrijk verderop in Europa
terecht.
Hun culturele achtergrond werd bewaard doordat de
vluchtelingen de oorspronkelijke rituelen bleven herhalen. Daaronder begrepen
gezongen kerkmuziek en folkloristische liederen.
Samenvatting
Samenvatting
Het Kerstconcert in Rotterdam werd zowel a capella
uitgevoerd als instrumentaal. Alle schakeringen in de menselijke stem werden
verkend, wat bepaald indrukwekkend was. Het ongelooflijke bereik van de lage basstem tegenover de met
een kopstem gezongen tenorpartij deed beseffen hoe krachtig en toch ook hoe fragiel de stem kan
klinken. De stemmen klonken vast en
helder vooral goed hoorbaar in de nummers
die solo gezongen werden. Muzikale ondersteuning was eigenlijk niet
nodig maar waar dat wel gebeurde klonk dat vrolijk. Ter afwisseling waren nummers
met de bas- en sopraanbalalaika en de
bajan, een knoppenaccordeon, geprogrammeerd.
De virtuositeit van de zangers en de spelers werd
onverbloemd en gedurfd gepresenteerd. Daarom was het een genoegen deze pure
artiesten te zien optreden.
Een punt van kritiek is de presentatie. Via een verouderd
vouwblaadje dat ook nog geld kost, en een cd waarop het actuele ensemble niet
is te horen, Petrov uitgezonderd, kan
deze koorbezetting zich niet
onvergetelijk maken.
Bespreking
Maar onvergetelijk worden als kozakkenkoor is toch minder
afhankelijk van een pamflet dan van goed gezongen liederen. En daar ontbrak
het niet aan in Rotterdam. De concertnummers werden ingeleid door Igor Kourchine, een Russische danser en
gastdocent aan de Nationale Ballet Academie in Amsterdam.
Het concert begon met een opening act waarin het stembereik
al direct duidelijk werd. Aansluitend klonk een kerklied, Psalm 1 (BLAZH EN
MUZH) dat tamelijk plechtig overkwam. Kozakkenkoren en solisten zingen
traditioneel ook in de Grieks-orthodoxe
kerk en het was goed om via dit lied daaraan herinnerd te worden. Naast
volkswijsjes is het religieuze lied een belangrijke voedingsbron voor een
kozakkenkoor.
Na een instrumentaal nummer, waardoor het publiek werd
meegevoerd op een sledetocht in de maneschijn op de klanken van de balalaika
en de bajan – heel inspirerend - was het tijd voor enkele overbekende
liederen.
KOKOKOTSCHIK
(HET EENZAME KLOKJE) werd zeer langzaam gezongen door een tenor. Dit was bepaald indrukwekkend vooral aan het slot
toen de laatste maten met een hoge kopstem werden afgesloten. Van dit lied
bestaan vele arrangementen maar de kozakkenversie vind ik tot nu toe toch de
mooiste.
Het kon natuurlijk niet anders in een concert van Russische
kozakken: de legende van een Russisch
klooster zingend verteld in het nummer
STENKA RASIN. Velen kennen dit lied omdat het vaak gezongen wordt
en misschien appelleert - door de weemoedige sfeer die het oproept - aan de
menselijke behoefte aan contemplatie. En tijdens de emotionele kersttijd is dat geen slechte keus. Vooral de baspartij gaf werkelijk een
geweldige performance. Toegegeven, het gehele ensemble droeg bij aan
de vertaling van dit gevoelige lied.
Igor Kourchine lichtte toe dat hij ooit tijdens een proefles
balletdansen sierlijke en bekoorlijke ‘berkjes’ zag voorbij dansen. “Berkjes’
is een benaming voor meisjes in Rusland en daar ging het nummer BERJOSENKA
over. Zo’n soort inleidend verhaal was er ook bij SCHWARZE AUGEN.
In Oost-Europa is dit thema overbekend. Het zijn de zwarte ogen van een geliefde die artiesten
hebben geïnspireerd tot muzikale of dichterlijke ontboezemingen. Het Wolga Kozakkenkoor zong erover en trachtte de heimwee naar de liefde aan de
oevers van de Don en de Wolga op te roepen in een passende versie. Vooral de
zeer lage baspartij ondersteunde dit streven.
Een beslist aardige vondst was de act waarin dirigent/
balalaikaspeler Petrov een partituur kreeg aangeboden met twee noten op. Hoe zou
dat klinken? Het bleek te horen bij het nummer WETSCHERNIJ (Avondklokken). De
leidende stem van een tenor werd in de contrastemmen ondersteund met de twee basnoten
van het gezongen bim-bam: avondklokken. Mooi was dat. De menselijke stem werd
ook in dit lied volledig ingezet en dit kreeg veel bijval.
Het nummer RETSCHENKA op de solo bajan liet de liefde voor
het Russische landschap horen met onweer en bliksem maar ook het zachte suizen
van de voorjaarswind. De accordeonbassen produceerden de donder.
Na KOSAKENPATROUILLE, zong het koor nog SULIKO (ziel), een
beroemd 19e eeuws Georgisch liedje en vooral in de tijd van Stalin
populair. Suliko is miljoenen malen nagezongen . Het is een lied over het
verlangen naar een verloren geliefde en de nachtegaal meer schijnt te weten…
Tot nu toe was het concert vooral bepaald door de
Groot-Russische muziek. Als voorbeeld daarvan was het al even wereldberoemde
lied KALINKA geprogrammeerd. Na het zeer
langzame koorbreed gezongen begin ervan, dat functioneerde als een aanloop, nam
de tenorpartij het over met een uitbarsting aan wervelende klanken. De sterke afwisseling van het zangvolume (
van onhoorbaar zacht tot zeer luid gezongen) en de tempi veranderingen
(razendsnel tot uiterst langzaam) onderstreepten de virtuositeit van de zangers en spelers. Prachtig!
WHITE CHRISTMAS (Irving Berlin, gezongen door Bing Crosby en
Rosemary Clooney, 1954), kon natuurlijk op een ‘kerstconcert’ niet uitblijven.
En zeker niet op een uitvoering van tien geschoolde zangers. Natuurlijk mochten
we allemaal meezingen en daartoe liet het publiek zich graag uitnodigen. Het
leidde tot een daverend applaus en dat draaide weer uit op enkele toegiften
waaronder Stille Nacht, Heilige Nacht in diverse talen. En ook die nummers waren
een coproductie tussen koor en aanwezigen.
Al met al een geslaagde avond. De verbindende teksten van
Kourchine waren zeer welkom. Zo legde hij uit dat het woord ‘kozak’ etymologisch verbonden
is met het Turkse ‘quzzac’ wat avonturier of vrije man betekent. Een kozak wil
vrijheid en heeft zich op het beschermen daarvan toegelegd. Daarom staan
kozakken bekend als vechtersbazen. Kourchine’s Nederlands is goed maar soms
moest je even bijsturen als je het woord ‘bom’ hoorde maar ‘boom’ bedoeld werd.
Middelburg, januari 2015
Geen opmerkingen:
Een reactie posten