nRECENSIE
INTRIGERENDE VERFILMING VAN NACHTTREIN NAAR LISSABON
Leen Moelker
“ L’ enfer c’est les autres, “ is een aanvaard
beginsel in de existentiële filosofie van Jean Paul de Sartre. De Ander beneemt
je je vrijheid doordat iemand van je verlangt dat je rekening met hem of haar
houdt.
In de filosofie van de
schrijver Pascal Mercier, een alias voor de Zwitserse analytische filosoof
Peter Bieri, is eenzelfde angst voor de Ander te bespeuren. In zijn
bildungsroman Nachtzug nach Lissabon
en in de film die ervan gemaakt is, demonstreert Mercier hoe het dagelijkse
leven bepaald wordt door onze afhankelijkheid van anderen. Hoe vormen we desondanks onze unieke wil? Hoe vrij zijn we in het maken van keuzes?
Korte Inhoud van de
film
De leraar klassieke talen
Raimund Gregorius (Jeremy Irons) uit Bern leeft een routinematig leven. Op een
dag krijgt hij bij toeval een boekje in handen van de Portugese schrijver/arts
Amadeu Inácio de Almeida Prado (Jack Huston) getiteld Um ourives das palavras (Een goudsmid van woorden)[1]. Onder
de indruk van de tekst stapt hij ogenblikkelijk in de nachttrein naar Lissabon,
en gaat op zoek naar de schrijver Amadeu.
Eenmaal in Lissabon blijkt
dat Amadeu al in 1974 is overleden. Maar Amadeu’s zus, vroegere vrienden en
kennissen zijn na enig aandringen bereid over hem te vertellen. Zo ontrafelt
Raimund de geschiedenis van Amadeu en krijgt hij en passant inzicht in
zichzelf.
Oordeel
Night train to Lisbon is een interessante film omdat hij het aandoenlijke
menselijke streven naar vrijheid toont. Cinematografisch gezien zijn er ook
aardige dingen over te zeggen zoals de wide-shots boven Lissabon en Spanje. De
beeldwisseling is juist snel genoeg om de kijker geïnteresseerd te houden.
Regisseur Bill August (won Gouden Palm in 1992) maakt het ons gemakkelijk om
een eigen fabel te construeren. De paar citaten van Amadeu zijn goed gekozen
omdat ze mooi de wordingsgeschiedenis van het boek illustreren. Via spannende
en soms ook met drama geladen flashbacks vernemen we hoe de geschiedenis van
Amadeu zich heeft voltrokken. Jeremy Irons is zeer geloofwaardig in zijn rol
van leraar maar ook de overige acteurs brengen hun karakters realistisch tot
leven.
Het stoorde mij echter dat in
de film door Portugezen – ook in flashbacks
– Engels wordt gesproken, zelfs door de
jonge Portugese fietser die Gregorius aanreed.
Samenvattend, ik vind het een
mooie film die dicht bij het boek blijft. In het boek ligt de nadruk op de
tekst en taal. In de film zijn het de beelden die appelleren aan ons gevoel
voor schoonheid en de behoefte aan vrijheid. Over die vrijheid en schoonheid
gaat het nu verder.
Bespreking
De film Night train to Lisbon omvat een raamvertelling en een
binnenverhaal. Centraal in het kaderverhaal staan de belevenissen van de hoofdpersoon
Raimund Gregorius (57) die, via een tekst van een Portugese arts, Amadeu – het
binnenverhaal – aangesproken wordt op zijn veel te passieve levenshouding. Hij
is gescheiden omdat hem teveel saaiheid werd verweten. De enige veranderingen
in zijn bestaan als leraar zijn de jaarlijkse klasvernieuwingen. Kortom, hij
zegt en doet vooral de dingen die van hem verwacht worden.
Gregorius beseft door
Amadeu’s woorden dat hij elk moment andere keuzes in zijn leven kan maken. Hij voegt
de daad bij het woord, loopt op een dag de klas uit en neemt de nachttrein naar
Lissabon. Het is Raimunds manier om in een soort rebellie zijn eigen wil te tonen
– Amadeu’s ideeën volgen en achterhalen
wie hij eigenlijk is – en laat de boel de boel.
In Lissabon aangekomen zoekt
hij Adriana (Charlotte Rampling) op, de zus van Amadeu die nog steeds in de
praktijk woont. Hoewel zij beweert dat Amadeu nog leeft, verwijst zij Raimund
naar het kerkhof. Later, op weg naar zijn hotel, wordt Gregorius door een
fietser aangereden, wat hem een nieuwe bril kost. De opticien Mariana Eça
(Martina Gedeck) blijkt een oom te hebben die Amadeu heeft gekend.
We volgen Raimund op zijn wandeling door Lissabon – wat
prachtige vergezichten oplevert – en op zijn boottocht over de Taag, als hij op
weg gaat naar het verzorgingstehuis waar de oud-verzetsman en oom João Eça (Tom Courtenay) verblijft. Er volgen gesprekken
tussen hen en zo reconstrueert Raimund de geschiedenis van de schrijver/arts
Amadeu de Prado. In de filmversie leren we deze geschiedenis kennen door middel
van flashbacks.
Het is 1973. Amadeu Inácio de Almeida
Prado en Jorge O’Kelly (August Diehl) zijn vanaf hun studententijd – de tijd
van dictator Salazar – gezworen vrienden. Jorge is inmiddels gevestigd als apotheker
en Amadeu als huisarts. Met zijn vriendin Estefânia (Mélanie
Laurent) is Jorge actief in het
ondergrondse verzet tegen het ultra rechtse bewind. Zij worden mede geholpen
door João Eça, in het dagelijks leven pianist. Helaas
werden tijdens een verhoor door ‘de beul van Lissabon’ João´s beide handen verbrijzeld. Op een avond passeert de
beul van Lissabon de praktijk van Amadeu en het verzet tuigt hem daar af. Juist
voordat de beul de genadeslag krijgt verschijnt de politie. Amadeu redt zijn
leven, conform zijn beroepsethiek. Dit zet zijn vriendschap met Jorge en zijn
relatie met de ondergrondse op scherp. Amadeu treedt uit schuldgevoel toe tot
het verzet en ontmoet daarbij Estefânia. Er
ontstaat spontaan een romance tussen hen waarop Jorge een wraakpoging
onderneemt. Na een razzia vluchten Amadeu en Estefânia naar Spanje maar van een gezamenlijke toekomst
komt het niet. Amadeu keert terug naar zijn artsenpraktijk. Op de dag van de
Anjerrevolutie maakt een aneurysma een einde aan zijn leven. Hij liet een boek
na Um ourives das palavras.
De
laatste feiten verneemt Gregorius van de oudere Jorge (nu Bruno Ganz[2]) en van
de oudere Estefãnia
(nu Lena Olin) die hij in Salamanca opspoort.
Waarom is Gregorius zo gegrepen door
Amadeu’s tekst dat hij zijn vertrouwde leven erdoor opgeeft en een ongewisse
toekomst tegemoet wenst te gaan? Dat is de vraag die de kijker aldoor kwelt. We
zien Gregorius in de trein. De treinreis ervaart hij door Amadeu’s boek als een
metafoor voor zijn levensreis. Want hij leest (ik parafraseer): “Ik woon nu in
mezelf als in een rijdende trein. Ik kan niet uitstappen. Ik kan de richting,
het tempo en de spoorbaan niet uitkiezen en ik zie de machinist niet.” Er is een besef van willoosheid en onvermogen
om in het leven je eigen richting te kunnen bepalen. Gregorius was echter dat
station gepasseerd want hij en ieder mens heeft immers de mogelijkheid op elk
gewenst moment een nieuwe ervaring in te lassen! Dus was hij abrupt vertrokken
toen hij besefte dat er altijd wel enige speelruimte is om de dingen anders te
doen.
We zien hier door het personage
Gregorius de filosofie van Pascal Mercier, de (scenario)schrijver, echoën[3]. Mensen
hebben ontelbare wensen waarvan er maar enkele tot ‘wil’ worden verheven. Dat
is in essentie van wat ‘willen’ is: kiezen uit de veelheid aan mogelijkheden.
Maar die uitgevoerde wil – die dus tot een ervaring leidt – moet wel verwoord
worden in taal. Die taal mag geen clichés bevatten. Naäpen hoort niet thuis in
dit proces. Elk individu moet de nieuwe ervaring in een eigen idioom
beschrijven en toe-eigenen. Nu leren wij onszelf kennen mede door invloed van
de Ander (opvoeding, school). Hoe nodig de Ander ook is voor onze ontplooiing,
hij achtervolgt ons met zijn verwachtingen en commentaren, wat onze vrije wil
onvrij maakt. Daarom is het nodig eigenzinnige keuzes te maken die een maximum
aan vrije wil toelaten. Daarbij kan de (kleine) speelruimte worden benut die er
altijd is. Door een miniem deel van ons leven in eigen hand te nemen, leren we
wie we zijn. Zelfkennis krijgen we door onze ervaringen en het devies is dan
ook “Word, wie je bent!”
Gregorius
beseft dat hij die kleine speelruimte nooit heeft gebruikt en dus ook niet over
zichzelf heeft geleerd. Daarom gaat hij op zoek naar zichzelf door nieuwe
ervaringen op te doen.
Het
getuigt niet van veel oorspronkelijkheid dat Raimund het boek van een Ander
nodig heeft om het onbehagen over zijn levensloop onder woorden te brengen.
Maar eenmaal in Lissabon zet hij zijn queeste voort. Hij voert gesprekken met
de onbekenden als Adriana, Mariana, Joâo,
Jorge, Estefãnia, pater Bartolomeu (Christopher Lee) en passanten.
Uit die gesprekken leert hij zichzelf beter kennen – door de reactie van
anderen op hem, door de beslissingen die hij neemt, door de manier waarop hij
zijn hachelijke onderneming volbrengt - hoewel hij op zoek is naar de
identiteit van Amadeu. Raimund verkent de grenzen van zijn vrije wil door zich
losser te maken van zijn verleden. We zien hem kris kras door Lissabon lopen,
met een nieuwe bril.
Die
nieuwe bril is metaforisch voor de andere kijk die Gregorius op het leven
heeft. De bril verandert niet alleen zijn vermogen om – beter – waar te nemen,
maar door de andere look verdwijnt ook zijn oude identiteit.
Als
Gregorius uiteindelijk besluit terug te gaan naar Bern is daar Mariana Eça die
hem zegt dat hij net zo goed kan blijven. Ook dan moet hij weer een keuze maken
tussen blijven of weggaan. Het wordt aan de kijkers overgelaten om te
speculeren over het verdere verloop van deze geschiedenis.
Slot
“Schoonheid maakt het leven draaglijk en
leert ons wie we zijn. Dat is de bevrijding die literatuur kan bieden,”
zegt Bieri/Mercier in een interview.[4] Dit is
ook de achtergrond van de film die we hebben besproken. Mercier zoekt in de
literaire verbeelding een uitweg voor de abstractie in zijn vakgebied, de
analytische filosofie. Het is aan ons met hem mee op weg te gaan en de vrije
wil te exploreren in nieuwe ervaringen en zo tot een beter inzicht te komen in
wie we zijn en misschien wel in wie we willen zijn.
Middelburg, 28 juni 2013
Film: Night train to Lisbon
Regie: Bille August
Duur: 111 minuten
Boek: Nachtzug nach Lissabon van Pascal Mercier.
Cast: w.o . Jeremy Irons, Bruno Ganz, Martina
Gedeck.
Productie :
C-Films o.a.
Gezien: 23 juni
2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten