donderdag 1 januari 2015

HET WOLGA KOZAKKEN KOOR IN ROTTERDAM



RECENSIE


WOLGA KOZAKKEN KOOR IN KERSTSTEMMING IN ROTTERDAM

Leen Moelker
Wolga Kozakken Koor
Bezetting: 10 mannen, Russen en Oekraïners
Opgericht 1933, Parijs door Russische vluchtelingen
Als ensemble:  sinds 1974
Muzikale leiding: Alexander Petrov (2014)
Uitvoering: Rotterdam
Datum: 17 december 2014
Beoordeeld:  22 december 2014

Zingen doet de mens al sinds lang geleden. Dat blijkt bijvoorbeeld uit analyses van de archeologische vondsten in Griekenland. Via in wisselende versmaten op hoge toon voorgedragen teksten – zoals in het ritme van de dactylus of de jambe – ontstond in het pre-klassieke Griekenland als vanzelf een zangmelodie. Het is dan ook niet verwonderlijk dat  overal in de wereld tijdens de groepsrituelen zangers en muzikanten een belangrijke rol speelden.
En feitelijk is dat nog zo. Kerst is voor velen ondenkbaar zonder de Messiah van Georg Friedrich Händel, een zang-en klankspel met de geboorte van Jezus als centraal thema. Maar ook andere groepen dragen bij aan de sfeer rondom Kerst.Een voorbeeld hiervan is een optreden van het Wolga Kozakken Koor in de Doelen in Rotterdam. Wie zijn die kozakken? Wat zongen ze? Hoe klonk het? Daarover volgt hierna een korte beschouwing.

Inleiding
De geschiedenis van de kozakken koren gaat terug naar 1924 toen veel Russen op de vlucht waren geslagen voor  geweld. De Oktoberrevolutie uit 1917 was gevolgd door enkele jaren bloedige strijd tussen communisten, bolsjewieken en Witten, die het tsarisme wilden herstellen. Stalin en Lenin ontwikkelden een politiek waarbij het Internationaal communisme en het Russisch nationalisme werden gebundeld in een totalitair regiem. Wie het niet eens was met de leiders moest vrezen voor zijn leven en dat bracht een vluchtelingenstroom op gang. Vooral de minderheden trokken weg uit Rusland. En zo kwamen  allerlei soorten Russen en mensen uit de deelstaten als Oekraïne ,Georgië en andere delen van het vroegere tsarenrijk verderop in Europa terecht.
Hun culturele achtergrond werd bewaard doordat de vluchtelingen de oorspronkelijke rituelen bleven herhalen. Daaronder begrepen gezongen kerkmuziek en folkloristische liederen.

Samenvatting

Het Kerstconcert in Rotterdam werd zowel a capella uitgevoerd als instrumentaal. Alle schakeringen in de menselijke stem werden verkend, wat bepaald indrukwekkend was. Het ongelooflijke  bereik van de lage basstem tegenover de met een kopstem gezongen tenorpartij deed beseffen hoe krachtig  en toch ook hoe fragiel de stem kan klinken.  De stemmen klonken vast en helder vooral goed hoorbaar in de nummers  die solo gezongen werden. Muzikale ondersteuning was eigenlijk niet nodig maar waar dat wel gebeurde klonk dat vrolijk. Ter afwisseling waren nummers met de bas- en sopraanbalalaika en de  bajan, een knoppenaccordeon, geprogrammeerd.
De virtuositeit van de zangers en de spelers werd onverbloemd en gedurfd gepresenteerd. Daarom was het een genoegen deze pure artiesten te zien optreden.
Een punt van kritiek is de presentatie. Via een verouderd vouwblaadje dat ook nog geld kost, en een cd waarop het actuele ensemble niet is te horen, Petrov uitgezonderd,  kan deze koorbezetting  zich niet onvergetelijk maken.   



Bespreking

Maar onvergetelijk worden als kozakkenkoor is toch minder afhankelijk van een pamflet dan van goed gezongen liederen. En daar ontbrak het niet aan in Rotterdam. De concertnummers werden ingeleid door  Igor Kourchine, een Russische danser en gastdocent aan de Nationale Ballet Academie in Amsterdam.

Het concert begon met een opening act waarin het stembereik al direct duidelijk werd. Aansluitend klonk een kerklied, Psalm 1 (BLAZH EN MUZH) dat tamelijk plechtig overkwam. Kozakkenkoren en solisten zingen traditioneel  ook in de Grieks-orthodoxe kerk en het was goed om via dit lied daaraan herinnerd te worden. Naast volkswijsjes is het religieuze lied een belangrijke voedingsbron voor een kozakkenkoor.

Na een instrumentaal nummer, waardoor het publiek werd meegevoerd op een sledetocht in de maneschijn op de klanken van de balalaika en  de bajan – heel inspirerend -  was het tijd voor enkele overbekende liederen.

KOKOKOTSCHIK               (HET EENZAME KLOKJE) werd zeer langzaam gezongen door een tenor. Dit was  bepaald indrukwekkend vooral aan het slot toen de laatste maten met een hoge kopstem werden afgesloten. Van dit lied bestaan vele arrangementen maar de kozakkenversie vind ik tot nu toe toch de mooiste.

Het kon natuurlijk niet anders in een concert van Russische kozakken:  de legende van een Russisch klooster  zingend verteld in het nummer STENKA RASIN. Velen kennen dit lied omdat het vaak gezongen  wordt  en misschien appelleert - door de weemoedige sfeer die het oproept - aan de menselijke behoefte aan contemplatie. En tijdens de emotionele kersttijd  is dat geen slechte keus.  Vooral de baspartij gaf werkelijk een geweldige performance.   Toegegeven, het gehele ensemble droeg bij aan de vertaling van dit gevoelige lied.
Igor Kourchine lichtte toe dat hij ooit tijdens een proefles balletdansen sierlijke en bekoorlijke ‘berkjes’ zag voorbij dansen. “Berkjes’ is een benaming voor meisjes in Rusland en daar ging het nummer BERJOSENKA over. Zo’n soort inleidend verhaal was er ook bij SCHWARZE AUGEN.


In Oost-Europa is dit thema overbekend. Het zijn de  zwarte ogen van een geliefde die artiesten hebben geïnspireerd tot muzikale of dichterlijke ontboezemingen.  Het Wolga Kozakkenkoor zong erover  en trachtte de heimwee naar de liefde aan de oevers van de Don en de Wolga op te roepen in een passende versie. Vooral de zeer lage baspartij ondersteunde dit streven.
Een beslist aardige vondst was de act waarin dirigent/ balalaikaspeler Petrov een partituur kreeg aangeboden met twee noten op. Hoe zou dat klinken? Het bleek te horen bij het nummer WETSCHERNIJ (Avondklokken). De leidende stem van een tenor werd in de contrastemmen ondersteund met de twee basnoten van het gezongen bim-bam: avondklokken. Mooi was dat. De menselijke stem werd ook in dit lied volledig ingezet en dit kreeg veel bijval.
Het nummer RETSCHENKA op de solo bajan liet de liefde voor het Russische landschap horen met onweer en bliksem maar ook het zachte suizen van de voorjaarswind. De accordeonbassen produceerden de donder.
Na KOSAKENPATROUILLE, zong het koor nog SULIKO (ziel), een beroemd 19e eeuws Georgisch liedje en vooral in de tijd van Stalin populair. Suliko is miljoenen malen nagezongen . Het is een lied over het verlangen naar een verloren geliefde en  de nachtegaal meer schijnt te weten…
Tot nu toe was het concert vooral bepaald door de Groot-Russische muziek. Als voorbeeld daarvan was het al even wereldberoemde lied KALINKA geprogrammeerd.  Na het zeer langzame koorbreed gezongen begin ervan, dat functioneerde als een aanloop, nam de tenorpartij het over met een uitbarsting aan wervelende klanken.  De sterke afwisseling van het zangvolume ( van onhoorbaar zacht tot zeer luid gezongen) en de tempi veranderingen (razendsnel tot uiterst langzaam) onderstreepten de virtuositeit  van de zangers en spelers. Prachtig!
WHITE CHRISTMAS (Irving Berlin, gezongen door Bing Crosby en Rosemary Clooney, 1954), kon natuurlijk op een ‘kerstconcert’ niet uitblijven. En zeker niet op een uitvoering van tien geschoolde zangers. Natuurlijk mochten we allemaal meezingen en daartoe liet het publiek zich graag uitnodigen. Het leidde tot een daverend applaus en dat draaide weer uit op enkele toegiften waaronder Stille Nacht, Heilige Nacht in diverse talen. En ook die nummers waren een coproductie tussen koor en aanwezigen.
Al met al een geslaagde avond. De verbindende teksten van Kourchine waren zeer welkom. Zo legde hij uit dat het woord ‘kozak’ etymologisch verbonden is met het Turkse ‘quzzac’ wat avonturier of vrije man betekent. Een kozak wil vrijheid en heeft zich op het beschermen daarvan toegelegd. Daarom staan kozakken bekend als vechtersbazen. Kourchine’s Nederlands is goed maar soms moest je even bijsturen als je het woord ‘bom’ hoorde maar ‘boom’ bedoeld werd.

Middelburg, januari 2015



 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten